Wat bepaalt de publieke houding tegenover bezuinigingen en belastingverhogingen?
In haar proefschrift onderzoekt politicoloog Alessia Aspide hoe publieke houdingen ten aanzien van het begrotingsbeleid tot stand komen. Haar belangrijkste bevinding: fiscale voorkeuren ontstaan niet in een vacuüm, maar zijn diep verankerd in institutionele, politieke en maatschappelijke contexten.
Universiteit Leiden 1 May 2025
Publieke steun voor bezuinigingen en belastingverhogingen blijft een gevoelig onderwerp binnen de Europese politiek. In haar proefschrift
Fiscal Preferences in Context: Fiscal rules, political agendas, and the mass politics of public debt, dat Aspide op 15 mei zal verdedigen, onderzoekt zij hoe burgers hun mening vormen over dit soort vaak impopulaire beleidsmaatregelen. ‘Fiscale houdingen ontstaan niet los van hun context,’ legt ze uit. ‘Ze worden gevormd door institutionele regels, politieke agenda’s en beleidsafwegingen.’
Het proefschrift bestaat uit drie experimentele studies die onderzoeken hoe context invloed uitoefent op houdingen ten aanzien van begrotingsbeleid, in het bijzonder ten opzichte van bezuinigingsmaatregelen. De eerste studie richt zich op de vraag of Europese begrotingsregels de publieke steun voor bezuinigingen beïnvloeden, met inachtneming van het feit dat begrotingsbeleid in de EU niet alleen door nationale, maar ook door supranationale kaders wordt gevormd. In tegenstelling tot andere beleidsdomeinen – zoals milieuregulering of mensenrechten – waar internationale afspraken publieke steun kunnen versterken, blijkt uit Aspides onderzoek dat EU-begrotingsregels weinig tot geen effect hebben op publieke houdingen ten opzichte van bezuinigingen. ‘Europese afspraken kunnen dus niet als politiek instrument worden ingezet om impopulaire bezuinigingen te rechtvaardigen,’ concludeert ze.
De tweede en derde studie verschuiven de focus van institutionele beperkingen naar de rol van politieke agenda’s en beleidsafwegingen. De tweede studie bekijkt hoe de groeiende prominente rol van sociaal-culturele thema’s – zoals immigratie, burgerrechten en nationale identiteit – de electorale besluitvorming beïnvloedt. Ze onderzoekt hoeveel gewicht burgers toekennen aan begrotingsbeleid bij hun stemkeuze, en hoe dit zich verhoudt tot sociaal-culturele overwegingen. De bevindingen laten zien dat fiscale beleidsmaatregelen invloed hebben op kiezersvoorkeuren wanneer ze afzonderlijk worden beoordeeld, maar dat dit effect sterk afneemt zodra sociaal-culturele kwesties onderdeel van de politieke agenda worden: ‘Kiezers beoordelen fiscale vraagstukken niet op zichzelf, maar in verhouding tot andere actuele politieke thema’s,’ aldus Aspide.
De derde studie verkent verder de relatie tussen fiscaal en sociaal-cultureel beleid, met een focus op immigratie als mogelijk alternatief voor bezuinigingen bij schuldreductie. Hoewel immigratie in het publieke debat vaak wordt gepresenteerd als een sociaal-cultureel thema – met beelden van migranten als economische last – heeft het ook duidelijke fiscale implicaties. Deze studie laat zien dat wanneer respondenten worden geïnformeerd over de positieve financiële bijdrage van migranten, de steun voor immigratie toeneemt en de steun voor bezuinigingen afneemt. ‘Wanneer immigratie en begrotingsbeleid als met elkaar verbonden worden gepresenteerd,’ merkt Aspide op, ‘kunnen de economische voordelen van migratie zwaarder wegen dan culturele bezwaren.’
Persoonlijke drijfveer achter het onderzoek
Aspide’s interesse in het onderwerp is niet louter academisch. ‘Ik groeide op in Italië tijdens een periode van bezuinigingen en zag van dichtbij hoe anti-bezuinigingssentimenten de bredere maatschappelijke dynamiek beïnvloedden,’ vertelt ze. Deze ervaring bracht haar ertoe om de simplistische verklaringen die vaak in de media circuleren in twijfel te trekken. Stereotypen en veronderstellingen over culturele eigenschappen worden regelmatig als verklaring gebruikt voor publieke schuldproblemen. In een tijd waarin de overheidsschuld stijgt en er concurrerende eisen zijn voor publieke investeringen, is inzicht in hoe mensen denken over fiscale afwegingen relevanter dan ooit. ‘Het helpt ons te bepalen welke beleidsmaatregelen haalbaar zijn – en tegen welke politieke prijs.’