Woonplaatsbeginsel… een term die de laatste jaren trending was. Of nog is? Want wat is het nou eigenlijk, hoe zit het precies? En is de verandering die is doorgevoerd per 1 januari 2022 positief of zijn er toch zaken waar tegenaan gelopen wordt? Het woonplaatsbeginsel bepaalt kort gezegd welke gemeente (financieel) verantwoordelijk is voor de inzet van jeugdhulp. Als een jeugdige thuis woont is de gemeente verantwoordelijk waar hij/zij ingeschreven staat. Dat kunnen we nog goed volgen allemaal, maar niet alle jeugdigen in Nederland kunnen thuis wonen. Er zijn veel jeugdigen die binnen pleegzorg verblijven. Tot 1 januari 2022 was de gemeente waar ouders staan ingeschreven verantwoordelijk. Vanaf 1 januari 2022 is de gemeente verantwoordelijk waar de jeugdige ingeschreven stond toen hij/zij uit huis geplaatst werd. Op zich helder zou je denken, maar de praktijk is weerbarstiger…
Voor een gemeente is het niet altijd duidelijk dat een jeugdige die aangemeld wordt, een pleegkind is. Het BRP-adres is het adres waar de jeugdige verblijft, maar het betekent niet automatisch dat de jeugdige dan bij de biologische ouders woont. En ook niet altijd wordt benoemd dat het een pleegkind betreft.
In de huidige gemeente waar ik werk is dit aan de hand. Er wordt jeugdhulp gefinancierd door de gemeente, maar zij blijken niet verantwoordelijk. Bij aanmelding heeft het meisje de achternaam van de pleegouders gekregen, zij woont daar al sinds zij een baby was. Dit maakt dat er bij de jeugdconsulent geen belletje is gaan rinkelen. In een gesprek kwam het ook niet aan de orde, tot nu…
De verantwoordelijke gemeente was snel achterhaald, maar nu moet de huidige financiering door hen overgenomen en terugbetaald worden. Geen makkelijk klusje om dit voor elkaar te krijgen. Nu liggen deze twee gemeentes topografisch dicht bij elkaar, dat is voor dit pleeggezin heel fijn, want de zorg van het jeugdteam moet overgedragen worden naar het andere jeugdteam.
Niet alle pleeggezinnen hebben dit geluk, want het kan ook voorkomen dat een jeugdige 200 km verderop uit huis is geplaatst. Een pleeggezin zal die afstand moeten overbruggen om bij het verantwoordelijke jeugdteam te komen om hulp te krijgen.
In 2023 is er onder pleegouders een onderzoek gedaan door de NVP (Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen) naar hun ervaringen met het nieuwe woonplaatsbeginsel.
Pleegouders die een betrokken jeugdbeschermer hadden, hadden geen (negatieve) ervaring, omdat de inzet van de hulp voor hen werd geregeld.
De pleegouders die de inzet van hulp zelf moesten organiseren, omdat er sprake is van pleegoudervoogdij, ervaarden verschillende knelpunten. Naast de fysieke afstand liepen zij ertegenaan dat de verantwoordelijke gemeente contracten had met jeugdhulp-organisaties die niet werkzaam waren in de gemeente waar de jeugdige verblijft. Gevolgen waren dat aanvragen voor de jeugdhulp langer duurden en dat pleeggezinnen in sommige gevallen gedwongen waren met een pgb te werken, wat meer van het pleeggezin vraagt.
Veel gezinnen zullen geen weet hebben van de wijzigingen in het woonplaatsbeginsel, maar helaas zijn er ook gezinnen met minder positieve ervaringen. Daarnaast blijft het voor sommige gemeentes ook zoeken naar wanneer zij verantwoordelijk zijn en voor wat.
Ik denk dat van te voren de impact van de wijziging is onderschat. Niet alleen de impact op de pleeggezinnen, maar ook op de gemeentes. Het doel van het nieuwe woonplaatsbeginsel; lagere uitvoeringslasten en minder onduidelijkheid, waardoor de jeugdige sneller wordt geholpen, is naar mijn mening niet volledig haalbaar gebleken in de uitzonderingsituaties.
Dus is het een goede zet geweest om het woonplaatsbeginsel te veranderen?
De meningen zullen blijven verschillen.