De Gecertificeerde Instellingen (hierna GI’s) hebben zich in het reflectietraject gericht op de financiële problematiek in gezinnen met kinderbeschermingsmaatregelen. Jeugdbeschermers van verschillende GI’s gingen met elkaar in gesprek over financiële problematiek in zowel door de toeslagenaffaire gedupeerde als niet-gedupeerde gezinnen. De inzichten uit deze gesprekken zijn naast onderzoeken van het Ondersteuningsteam, de Inspectie en het NJI gelegd en besproken met de Raad voor de Kinderbescherming, ervaringsdeskundige ouders en een advocaat jeugdstrafrecht. Vervolgens zijn de resultaten voorgelegd aan vertegenwoordigers van alle GI’s en aangevuld met gegevens uit de kindlijst, opgesteld op basis van de tijdelijke wet Uitwisseling Persoonsgegevens.
Uit het reflectietraject kwamen drie belangrijke thema’s naar voren: taakopvatting, houding & gedrag, en analyseren & wegen. Op het gebied van taakopvatting bleek dat er verschillende visies zijn op de rol van jeugdbescherming bij financiële problematiek van ouders. Schaamte en angst van ouders om te praten over financiële problemen en het onoverzichtelijke en soms ontbrekende hulpaanbod compliceren de situatie. Bij houding & gedrag is aandacht voor de samenwerkingsrelatie, de impact van financiële problematiek en het bewustzijn van de machtspositie van jeugdbeschermers van belang. Bij analyseren & wegen werd geconstateerd dat de financiële situatie niet altijd voldoende wordt meegewogen in de algehele veiligheidsbeoordeling.
De aanbevelingen richten zich op het erkennen van de invloed van financiële problemen op veiligheid en welzijn van gezinsleden en het vroegtijdig betrekken van andere partijen. Er moet meer duidelijkheid komen over de rol en taak van jeugdbeschermers bij financiële problematiek, met een belangrijke rol voor samenwerking met partners. Specifieke aanbevelingen per thema zijn onder andere: actief bevragen en registreren van financiële problematiek, zorgen voor handvatten om financiële problemen bespreekbaar te maken, en motiveren en ondersteunen van ouders bij het vinden van passende hulp; door breder te kijken naar het gezinssysteem kan dat leiden tot inzet van ander zorgaanbod. Daarnaast wordt geadviseerd om meer tijd en ruimte te creëren voor het opbouwen van duurzame samenwerkingsrelaties en bewust om te gaan met spanning over machtsongelijkheid. Tot slot wordt aanbevolen om altijd over de financiële situatie te registreren en de impact van financiële problematiek te erkennen. De GI’s gaan gezamenlijk aan de slag met een eenduidige visie op een handelingskader, scholing en casuïstiekbespreking, en het integreren van financiële problematiek in het verklarend analyseren.
Naast inzichten over ons eigen handelen, benadrukt het reflectietraject dat we voor de beste hulp aan kinderen en gezinnen – binnen het huidige stelsel – sterk afhankelijk zijn van samenwerking met anderen en een integrale blik op de problematiek in een gezin. In het huidige stelsel kan de jeugdbescherming immers zelf enkel jeugdhulp inzetten. We zetten ons daarom in om de samenwerking met partners verder te verbeteren en doen een beroep op hen om ook bij te dragen aan doelmatiger samenwerken, met name ook waar het gaat om financiële problematiek in een gezin het hoofd te bieden. Ook met de partners in de landelijke aanpak herstel toeslagen willen we gezamenlijk en in samenhang met de eigen reflecties en het onderzoek van de commissie Hamer de opbrengsten samenbrengen en bespreken.
In het eerste kwartaal van 2025 hebben we een eenduidige visie op een handelingskader bij financiële problematiek afgesproken, waarbij we als alle GI’s gezamenlijk een taak hebben om bij te dragen aan het vergroten van de financiële weerbaarheid van ouders.
De visie gaat ervan uit dat jeugdbeschermers ondersteuning krijgen bij het expliciet maken van hun rol in het signaleren en bespreken van financiële problemen. Dit omvat:
Het landelijk opleidingsoverleg GI onderzoekt vóór 1 april 2025 wat er nodig is om de kennis van de jeugdbeschermers over de impact van financiële problematiek bij gezinnen te vergroten.
Waar nodig worden bestaande trainingsmaterialen, zoals factsheets, aangevuld met betrekking tot de financiële problematiek en wordt onderzocht hoe we ervaringsdeskundigen kunnen inzetten voor kennisoverdracht.
Landelijke kwaliteitsfunctionarissen stimuleren gesprekken met jeugdbeschermers over hun verantwoordelijkheid in het organiseren van passende hulp voor gezinnen.
Het gesprek met jeugdbeschermers wordt gestimuleerd over de verantwoordelijkheid die jeugdbeschermers hebben in de relatie met gezinnen als het gaat over financiële problematiek; Door het expliciet maken dat doorvragen op financiële problematiek en organiseren van (of verwijzen naar) de juiste hulp in het takenpakket van de jeugdbeschermer hoort.
In 2025 voeren we gesprekken met de associatie wijkteams en VNG over het signaleren van financiële problematiek en het bekijken van de mogelijkheden om passende hulp/ondersteuning meer te uniformeren.
We gaan in het tweede kwartaal van 2025 in gesprek met de Raad voor de Kinderbescherming over hoe de financiële problematiek standaard in hun rapportages een plek kan krijgen.
In de eerste helft van 2025 bespreken we het reflectieverslag met de partnerwerkgroepen van het Toekomstscenario, om voeding te geven aan de verbinding tussen sociaal domein en de nog op te richten Regionale Veiligheidsteams en het een plek te geven binnen het handelingskader RVT.
De werkgroep Verklarend analyseren gaat in het eerste kwartaal van 2025 na hoe de jeugdbeschermers handvatten te geven hoe de financiële problematiek mee te wegen binnen gezinspatronen.
Het landelijk overleg met de gedragswetenschappers evalueert of veiligheids- en risicotaxatie-instrumenten voldoende aandacht hebben voor financiële problematiek en voegt deze aspecten waar nodig toe.
De GI’s maken gebruik van praktijkervaringen en data om de zorgvragen rond financiële problematiek te agenderen in contractgesprekken met gemeenten.