De woningmarkt en de zorg vormen allebei hoofdpijndossiers. Deze twee domeinen komen bij huisvesting van ouderen bij elkaar. Huisvesting van ouderen hoort dus een speerpunt te zijn van het overheidsbeleid. Maar de praktijk wijst uit dat hier nog veel ruimte voor verbetering is.
Door Claire van Staaij, Anja van Balen, Casper Wolf, David Bolscher en Philip Bokeloh
Nieuwbouw sluit nauwelijks aan bij de behoeften van deze steeds groter wordende groep, terwijl bijna de helft van alle nieuwbouwwoningen geschikt moet zijn voor ouderen. Daar komt bij dat weinig ouderen verhuizen, zelfs wanneer hun woning ongeschikt is.
Ouderen krijgen een steeds groter aandeel in de bevolking. De babyboomgeneratie gaat met pensioen en de levensverwachting blijft stijgen. Tot 2040 stijgt de Nederlandse bevolking naar verwachting met 1,6 miljoen naar 19,2 miljoen. Het aantal 65- tot 80-jarigen stijgt in die periode met 0,6 miljoen nu naar 3,2 miljoen. Het aantal 80-plussers met 0,7 miljoen naar 1,6 miljoen. Per saldo stijgt het aandeel 65-plussers in de bevolking dus hard.
Door de vergrijzing nemen de zorguitgaven toe. Ook de technologische vooruitgang draagt hieraan bij, want die schept mogelijkheden om steeds meer aandoeningen te behandelen. De zorguitgaven kunnen als de zorg en het beleid niet veranderen volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) oplopen van 5.100 euro per persoon in 2015 naar 9.600 euro in 2040, en zelfs 16.000 euro in 2060. Daarmee groeit het gevaar dat de solidariteit om de zorgkosten collectief te dragen afneemt. De kans is groot dat mensen meer eigen verantwoordelijkheid op dit vlak krijgen.
Een veilige, gezonde woonomgeving kan bijdragen aan beperking van de zorguitgaven, zowel collectief als individueel. De huidige nieuwbouw sluit echter niet goed aan bij de behoeften van ouderen. Momenteel worden vooral grotere woningen gebouwd voor gezinnen, terwijl veel ouderen een voorkeur hebben voor kleinere maar gerieflijke woningen. Bij nieuwbouw moet veel meer rekening worden gehouden met de samenstelling van de toekomstige bevolking.
Een ander punt is dat ouderen zelden verhuizen, terwijl dat vaak wel verstandig zou zijn. Niet alle huizen zijn namelijk geschikt om in te blijven wonen als de gezondheid afneemt en lichamelijke beperkingen de actieradius verkleinen. Bij een beperkte mobiliteit kunnen zowel de woning als de directe leefomgeving een obstakel worden.
Tegelijkertijd is er een grote groep ouderen die zou willen verhuizen naar een levensloopbestendige woning, maar dit niet doet omdat er geen passend en betaalbaar aanbod is. Waarom blijft het aanbod van seniorenwoningen achter? Hoe komt het dat de doorstroming van ouderen stokt? Aan wat voor soort woningen hebben ouderen eigenlijk behoefte?