Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Voor een nieuwkomer met een (tijdelijke) verblijfsvergunning betekent inburgering het bereiken van een punt, waarbij deze volwaardig kan meedoen in het sociale spectrum van het land van aankomst. In Nederland speelt de ontwikkeling van bepaalde capaciteiten zoals het leren van de taal, een belangrijke rol in het inburgeringsproces, gezien dit de integratie van nieuwkomers stimuleert en hen tot zelfredzame burgers maakt. Daarnaast is het begrip van Nederlandse gewoonten, normen en waarden, ofwel het begrip van hoe de samenleving in elkaar zit, heel bepalend voor de integratie van een nieuwkomer op zowel sociaal, cultureel, politiek als economisch vlak.

Het inburgeringsproces is ingekaderd en vastgelegd middels de zogenaamde Wet Inburgering. Nederland hanteerde voor de inburgering en integratie van vreemdelingen sinds 2013 de Wet Inburgering (Wi2013). Uit verschillende evaluaties is echter gebleken dat deze wet onvoldoende werkte. Het stelsel vroeg teveel van de eigen verantwoordelijkheid van nieuwkomers. Inburgeraars beheersten de Nederlandse taal vaak niet binnen de door de wet gestelde termijn van drie jaar. Daarom is de nieuwe Wet inburgering gekomen. Deze wet moet nieuwkomers beter helpen bij het inburgeren.

Voldoen aan de wettelijke inburgeringseisei is een voorwaarde voor een sterker verblijfsrecht (verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd en naturalisatie).

De nieuwe wet inburgering

De nieuwe Wet inburgering is op 1 januari 2022 inwerking getreden. Het doel van de wet is dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk meedoen aan de Nederlandse samenleving, waarvoor het nodig is dat zij het hoogst mogelijk haalbare taalniveau bereiken en naar vermogen kunnen participeren. Hier wordt rekening mee gehouden vanaf de start van het inburgeringstraject.

De overheid wil dit op verschillende manieren bereiken, namelijk:

  • De gemeente gaat inburgeringsplichtige nieuwkomers begeleiden bij hun inburgering.
  • Iedereen krijgt een  inburgering op maat. Dit gebeurt aan de hand van een brede intake en het maken van een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) door de gemeente.
  • Gemeenten gaan ook gezinsmigranten en overige migranten begeleiden.
  • Inburgeringsplichtigen leren de Nederlandse taal op een niveau waarmee ze zich goed kunnen redden in Nederland. Op deze manier hebben zij betere kansen op de Nederlandse arbeidsmarkt.
  • Een combinatie van leren van de taal en meedoen aan de Nederlandse samenleving is een belangrijk onderdeel van het nieuwe inburgeringsstelsel.

Samen met de gemeente waar iemand gaat wonen, wordt een persoonlijk Plan Integratie en Participatie (PIP) opgesteld. Daarin wordt bepaald wat de nieuwkomer moet doen om in te burgeren.

Inburgering via 3 nieuwe leerroutes

Er zijn 3 nieuwe leerroutes om in te burgeren:

  • De B1 route; een route voor taal en (vrijwilligers)werk. Inburgeringsplichtigen spreken en schrijven binnen maximaal 3 jaar de Nederlandse taal op niveau B1. Tegelijk kunnen zij meedoen door (vrijwilligers)werk.
  • De onderwijsroute; een route vooral voor jongeren. Zij leren de Nederlandse taal op niveau B1 of hoger. Ook worden zij dan voorbereid op het volgen van een mbo-, hbo- of universitaire opleiding.
  • De zelfredzaamheidsroute; een route voor inburgeringsplichtigen waarvoor route 1 en 2 te moeilijk is. Zij leren de Nederlandse taal op een lager niveau (A1-niveau). Deze mensen worden voorbereid (op een eenvoudige manier) om mee te doen in de Nederlandse samenleving.

Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM) maakt onderdeel uit van alle leerroutes.

Op 11 april 2024 is een voorstel gedaan tot wijziging van de Wet inburgering 2021. Dit onder andere in verband met het faciliteren van een de mogelijkheid tot een voorlopige uitkering aan gemeenten die gerelateerd is aan de kosten van voorzieningen die bijdragen aan het voldoen aan de inburgeringsplicht.