In het kader van de toenemende vergrijzing en de opvangproblematiek voor ouderen brengt de behoefte aan ondersteuning onder deze kwetsbare groep diverse, vaak complexe vraagstukken met zich mee. Dit heeft onder andere te maken met een steeds verder uitdagende zorgvraag die de verschillende financieringsdomeinen (Wmo, Zvw en Wlz) overstijgt. Hierdoor ontstaan regelmatig problemen. Zo kunnen crisissituaties ontstaan die leiden tot een ziekenhuisopname of een verhuizing naar het verpleeghuis, terwijl dit was te voorkomen met beter passende en goedkopere interventies in de thuissituatie. Voor deze groep kan domeinoverstijgend samenwerken uitkomst bieden.
Daarnaast hebben niet alle ouderen met een indicatie voor verpleging en verzorging vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) zorg nodig in het verpleeghuis en zijn de wachtlijsten voor degenen die deze wél nodig hebben, lang. Het Zorginstituut Nederland pleit daarom voor een onderscheid tussen gevallen van onvermijdelijke verpleeghuiszorg en gevallen waarbij ouderen (nog) thuis kunnen blijven wonen met een beschutte woonvorm of zorg thuis. Hiervoor zijn extra ondersteuningsmogelijkheden en aangepaste regelgeving voor thuiswonende ouderen, cruciaal.
Domeinoverstijgend samenwerken vraagt om bestuurders met visie, het aanpakken van de gezamenlijke opgave, het investeren in de onderlinge samenwerking en het leren kennen en begrijpen van elkaars werelden. De uitdaging is dit te blijven doen gedurende langere tijd. Daarnaast is het belangrijk om deze visie en opgave consistent door te vertalen naar de uitvoeringspraktijk waarin de transformatie daadwerkelijk vorm moet krijgen. Ook zoeken betrokken organisaties naar mogelijkheden samenhangende voorzieningen tussen thuis en tweedelijns zorg (GRZ, ELV) effectief te organiseren. Hierbij draait het om integrale zorg aan ouderen thuis.