Een verzekerde met een psychische stoornis wiens recht op verblijf en de daarbij behorende medisch noodzakelijke geneeskundige zorg op grond van zijn zorgverzekering beëindigd is omdat de krachtens zijn zorgverzekering geldende maximumduur voor die zorg is bereikt, heeft aansluitend recht op voortzetting van deze zorg gedurende een onafgebroken periode van maximaal drie jaar.
Na afloop van de periode, bedoeld in het eerste lid, kan de zorg telkens voor een onafgebroken periode van maximaal drie jaar verder worden voortgezet.
Een onderbreking van ten hoogste negentig dagen wordt niet als onderbreking beschouwd.
Een verzekerde heeft slechts recht op zorg als bedoeld in het eerste en tweede lid voor zover hij daar naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op is aangewezen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Regeling langdurige zorg
artikel: 3.1
Wet kinderopvang
artikel: 1.6
Wet langdurige zorg
artikel: 11.1.3, 3.3.4, 12.4.8
(01-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
vervallen |
10-07-2019 |
|||||||
nieuwe-regeling |
03-12-2014 |
09-12-2014 |
Opmerkingen
1) Artikel IVa van Stb. 2019/428 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.