In deze Kamerbrief geeft staatssecretaris Van Ark (SZW) informatie over diverse onderzoeken en evaluaties op het terrein van armoede- en schuldenbeleid. Daarnaast behandelt ze de motie van de Kamerleden Raemakers (D66) en Peters (CDA).(1) In de brief komen een vijftal punten aan bod.
1. Tussentijdse evaluatie subsidieregeling Armoede en Schulden
Deze evaluatie betreft de subsidieregeling Armoede en Schulden die in 2014 is gestart, en tot nu toe is verlengd met de tijdvakken 2018 en 2019. Uit de tussenrapportage blijkt dat de subsidie door betrokkenen als zeer waardevol wordt gezien, maar dat men moeite heeft met de regel dat projecten op tijdstip van binnenkomst beoordeeld worden tot het subsidieplafond is bereikt. De staatssecretaris vindt het belangrijk om te onderzoeken of de subsidieregeling vanuit het Rijk meerwaarde heeft en leidt tot minder armoede en schulden. Hier zal extra aandacht aan worden besteed in de definitieve evaluatie in 2020.
2. Tussentijdse evaluatie subsidie Europees Fonds voor Meest Behoeftigen (EFMB)
Nederland ontvangt Europese subsidie voor het project 'Ouderen in de Wijk', een project waarbij maatschappelijke participatie van kwetsbare ouderen wordt ondersteund. Uit onderzoek blijkt dat dit project zijn doelen heeft behaald, en de verwachting is dat in 2020 tenminste 5.000 ouderen geholpen zullen zijn. Het project heeft diverse aanbevelingen meegekregen om de voortgang, doeltreffendheid, doelmatigheid en effect van het project te verhogen.
3. Onderzoek naar wet- en regelgeving en uitvoeringsbeleid op het gebied van het invorderen van schulden door rijksoverheidsorganisaties &
4. Onderzoek naar de effecten van bijzondere incassobevoegdheden en overheidspreferenties
Deze twee onderzoeken zijn uitgevoerd naar de invordering van schulden. Het kabinet zoekt daarbij naar een balans tussen de belangen van de schuldenaar en schuldeiser. Het uitgangspunt daarbij is dat mensen zelf verantwoordelijk worden gehouden voor het nakomen van hun financiële verplichtingen. Belangrijk is dat het mogelijk blijft om de meest basale levensbehoeften te voorzien: het kabinet neemt diverse maatregelen om het bestaansminimum van mensen met schulden beter te beschermen. Centraal is daarbij het concept 'maatschappelijk verantwoorde incasso'.
Ondersteunend zijn de uitgevoerde onderzoeken naar wet- en regelgeving en uitvoeringsbeleid (door Atos Consulting) en naar bijzondere incassobevoegdheden (Berenschot). Deze bevatten onder andere een overzicht van toepasselijke wet- en regelgeving en de voor- en nadelen van bijzondere incassobevoegdheden.
De Kamer wordt in het najaar ingelicht over de verdere concretisering van de Rijksincassovisie, waarbij deze onderzoeken worden meegenomen.
5. Planning motie Raemakers/Peters inzake de individuele studietoeslag
Met deze motie wordt de regering opgeroepen om gemeenten te ondersteunen bij het vergroten van de bekendheid van de regeling van de individuele studietoeslag. Ook dient de besteding van de vrijgemaakte budgetten voor 1 september te worden geëvalueerd. De staatssecretaris geeft aan dat er momenteel twee onderzoeken lopen, een bij het CBS en een bij de Inspectie SZW. Omdat hiervoor bepaalde gemeentelijke gegevens uit 2017 nodig zijn is het niet haalbaar om hierover voor 1 september te rapporteren, maar Van Ark verwacht dat dit nog wel in 2018 zal gebeuren.
Lees hier de Kamerbrief.
(1) Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-18, 34 775 XV nr. 58.
