Minister De Jonge (VWS) reageert op het pakketadvies van het Zorginstituut over de positionering van behandeling in de Wet langdurige zorg.
Geachte voorzitter,
In deze brief ga ik, mede namens de Minister van Medische Zorg en Sport en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in op ons gezamenlijke standpunt op het pakketadvies van het Zorginstituut over de positionering van behandeling in de Wet langdurige zorg (Wlz). Tevens bied ik u met deze brief de uitvoeringstoetsen van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over het pakketadvies aan.
Ik licht eerst toe dat ik het pakketadvies van het Zorginstituut niet zal opvolgen. Ik neem u mee in de overwegingen die mij tot dit besluit hebben gebracht en beschrijf kort dat ik voor de zomer nieuwe stappen in gang wil zetten. In verband met het wetsvoorstel, waarin is geregeld dat cliënten met een psychische stoornis toegang tot de Wlz kunnen krijgen, verduidelijk ik in het laatste deel van deze brief hoe de aanspraak op behandeling er voor deze nieuwe cliënten uit zal zien.
Voorgeschiedenis
Op 18 oktober 2017 (1) heeft mijn ambtsvoorganger het pakketadvies(2) van het Zorginstituut over de positionering van behandeling in de Wlz aan uw Kamer gezonden. Het advies gaat over het opheffen van de verschillen in verzekerde behandeling bij institutionele zorg in de gehandicaptenzorg en de sector verpleging en verzorging(3). Op 22 maart 2018(4) heb ik vervolgens het aanvullende advies van het Zorginstituut over de positionering van behandeling voor cliënten met een psychische stoornis toegezonden. Er zijn destijds stappen in gang gezet om een besluit te kunnen nemen over dit pakketadvies. Onderzoeksbureau Significant heeft onderzoeken uitgevoerd om de uitvoeringsconsequenties van het pakketadvies in kaart te brengen. Het onderzoek voor de gehandicaptenzorg en de sector verpleging en verzorging zond ik u vorige zomer(5). Het aanvullende onderzoek van Significant voor de GGZ stuur ik als bijlage bij deze brief. Met het
uitbrengen van uitvoeringstoetsen door de NZa zijn de laatste stappen ter voorbereiding van besluitvorming over het pakketadvies afgerond.
Definitie behandeling in de Wlz
Ik vind het belangrijk om eerst goed te beschrijven wat ik onder het begrip ‘behandeling’ in de Wlz versta. De term ‘behandeling’ is een paraplubegrip voor verschillende vormen van verzekerde zorg aan Wlz-cliënten. In de uitvoeringspraktijk wordt binnen de term behandeling een tweedeling gemaakt tussen ‘Wlzspecifieke behandeling’ en ‘algemeen medische zorg’. Deze tweedeling is ook terug te vinden in de bepalingen in de Wlz(6).
Wlz-specifieke behandeling
Wlz-specifieke behandeling omvat voor alle cliënten met een Wlz-indicatie en voor alle leveringsvormen een recht op specifieke behandeling vanuit de Wlz die noodzakelijk is in verband met de aandoening, beperking, stoornis of handicap. Het betreft hier geneeskundige zorg van specifiek medische, specifiek gedragswetenschappelijke en specifiek paramedische aard.
Algemeen medische zorg
Algemeen medische zorg omvat voor Wlz-cliënten die zorg ontvangen via de leveringsvorm ‘verblijf met behandeling’ ook diverse zorgvormen die voor alle andere Wlz-cliënten (en mensen zonder Wlz-indicatie) onder de Zorgverzekeringswet vallen. Voor Wlz-cliënten met de leveringsvorm ‘verblijf met behandeling’ betekent dit dat zij onder andere huisartsgeneeskundige zorg(7), farmaceutische zorg, hulpmiddelen en tandheelkundige zorg uit de Wlz ontvangen. Het Zorginstituut hanteert voor deze zorg in het pakketadvies de term ‘aanvullende zorgvormen’. Deze zorgvormen zijn in de memorie van toelichting van de Wlz aangeduid met de verzamelterm ‘algemeen medische zorg’. In deze brief hanteer ik deze term.
Verschillen in verzekerde behandeling in de Wlz
In de Wlz geldt als uitgangspunt dat verzekerden recht hebben op een eenduidig pakket aan verzekerde Wlz-zorg. Wat behandeling voor Wlz-cliënten betreft is dit nog niet overal gerealiseerd. Op dit moment bepaalt de plaats waar de Wlzverzekerde de zorg ontvangt de inhoud van het verzekerde pakket.
(1) Kamerstukken II 2017/2018, 34 104, nr. 198.
(2) Pakketadvies Zorginstituut: ‘Goede zorg voor de meest kwetsbare cliënten: advies over behandeling en aanvullende zorgvormen in de Wlz’, 27 september 2017
(3) Het Zorginstituut verstaat onder ‘institutionele zorg’ zorg met verblijf en het volledig pakket thuis (geleverd in een geclusterde setting).
(4) Kamerstukken II 2017/2018, 34 104, nr. 208
(5) Kamerstukken II 2017/2018, 34 104, nr. 236
(6) In de Wlz is de verzekerde ‘behandeling’ opgenomen in artikel 3.1.1. lid 1 onder c (‘Wlzspecifieke behandeling’) en onder d (‘algemeen medische zorg’).
(7) Artikel 3.1.1. lid 1 onder d noemt dit ‘geneeskundige zorg van algemeen medische aard’.
Lees de volledige kamerbrief hier.
Bekijk hier de 'Uitvoeringstoets: Integrale zorg voor Wlz-cliënten'
Bekijk hier de 'Uitvoeringstoets Behandeling: Toegang tot de Wet langdurige zorg voor mensen met een psychische stoornis'
Bekijk hier het 'Onderzoek Wlz-behandeling in de GGZ'