Er is al veel geschreven over de financiering van de jeugdhulp, en vooral sinds vorige week de arbitragecommissie jeugdzorg de ministerraad heeft geadviseerd om de komende jaren flink geld toe te leggen op de jeugdzorg, te beginnen met 1,9 miljard in 2022. De uitspraak was afgedwongen door een geschil van de gemeenten, die nu verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de jeugdhulp, met het rijk, dat voor de bijbehorende financiering moet zorgen. Nogal wat gemeenten krijgen de begroting niet rond. Maar de regering trekt niet ‘zomaar’ de portemonnee.
Twee overheden, die elkaar in de haren vliegen over de financiering van de hulp aan kinderen en jongeren. Dat geeft gezinnen, die problemen ervaren, een machteloos gevoel. Een paar dagen later volgt het bericht dat de wachttijd voor jeugdzorg gemiddeld 10 maanden is. Onacceptabel! Het lijkt dan al snel een eenvoudig 1 + 1= 2. Geld erbij, wachttijden oplossen. Linksom of rechtsom, zorg voor de jeugd kost gewoon veel gemeenschapsgeld.
Wie zich meer in de materie verdiept weet dat het zo simpel niet is. De gemeenten hebben sinds 2017 een tekort van 4,4 miljard opgebouwd. Het gat is dus niet zomaar gedicht. 1.9 miljard lijkt een enorm bedrag, maar is eigenlijk een druppel op de gloeiende plaat. Ook is het geen vrij besteedbaar bedrag, maar verdwijnt het mogelijk in de te lege kas van gemeenten. Bovendien lijkt het erop alsof er geen rekening wordt gehouden met de grote verschillen tussen gemeenten onderling. Alle ophef en alle mooie plannen om nu écht iets te veranderen met die 1,9 miljard verdampen waar je bij staat.
Een ander deel van de uitspraak van de arbitragecommissie is veel interessanter. De commissie sprak zich namelijk óók uit over het structureel terugdringen van tekorten. Met een ontwikkelagenda voor 2022-2028 moeten reële plannen worden geformuleerd om de jeugdhulp en jeugdzorg te veranderen. De noodzaak om gemeenschapsgeld doelmatig te besteden is daarvoor een belangrijke reden, de kwaliteit van zorg de andere. Iedereen is het erover eens dat verandering een vereiste is, maar waarom lukt dat niet goed? Waarom is de jeugdhulp zo duur? Daar zijn drie oorzaken, en gedeeltelijk ook oplossingen, voor.
Het platform Follow The Money deed onderzoek naar de geldstromen in de jeugdhulp en kwam tot de conclusie dat er veel te veel geld weglekt in de huidige praktijk.(1) Gemeenten hebben te weinig zicht op de duurdere vormen van jeugdzorg, er is sprake van een monopolie van bepaalde lokale zorginstellingen en het lukt nog altijd niet om jeugd sneller, beter en laagdrempeliger te helpen. In de ontwikkelagenda kunnen afspraken gemaakt worden over inkoop en contractering, het terugdringen van administratieve lasten en (toch weer, en terecht!) het centraliseren van bepaalde vormen van hooggespecialiseerde jeugdzorg. Een ambtelijke werkgroep heeft 23 maatregelen geïdentificeerd. Een drempel opwerpen om gebruik te maken van jeugdzorg door middel van een eigen financiële bijdrage is daar een omstreden voorbeeld van.(2) Want pas op: de meest succesvolle gemeenten sturen niet op geld, maar op kwaliteit en slim samenwerken! Met deze maatregelen worden wat organisatorische rimpels gladgestreken, maar helaas ook weer gecreëerd.
Een andere oorzaak is dat de meeste gemeenten er niet in zijn geslaagd om adequaat vorm te geven aan preventie. Opvallend is dat de arbitragecommissie ook heeft benoemd dat de gewone problemen die bij opgroeien en opvoeden horen niet thuishoren in de jeugdhulp, en dat terwijl veel gemeenten (en juist ook de succesvolle!) ook preventieve ondersteuning financieren uit hetzelfde budget. Het gevaar van de uitspraak is dan ook dat nu ál het geld naar echte hulpverlening gaat, en zo lukt het ‘kantelen’ naar preventie natuurlijk nooit.
Naast de 23 maatregelen is het dan ook heel belangrijk om kennis te nemen van de 10 aanbevelingen van de Denktank Jeugdsprong(3), met een heel andere toonzetting. Dichtbij, betrokken, liefdevol. Een kernpunt is om beter zicht te krijgen op de cruciale momenten dat een ondersteuningsbehoefte verandert in een hulpvraag, en er in elk geval voor zorgen dat het hulpsysteem daar niet mede schuldig aan is! Want wat zijn de systeemfactoren waardoor een situatie verslechtert? Niet op tijd gehoord worden, tegen een muur aan lopen, van kastje naar muur gestuurd worden, vastlopen op bureaucratie, bij de verkeerde persoon zitten en talloze keren hetzelfde verhaal moeten doen. Al die ‘lagen’ kosten ook nog eens enorm veel geld door onderlinge procedures en communicatie. Dat is een groot lek in de jeugdhulp. Niet voor niets vragen gezinnen om meer regie. Vergeet niet dat juist jongeren eerst zèlf al lange tijd hun twijfels en onzekerheden vóór zich houden en zelfs actief verbergen. Dan komt er nog een periode waarin gezinnen het zelf proberen op te lossen. Tel dus gerust twee of drie jaar op bij die tien maanden wachttijd en paar maanden aan intake.
Juist in die kritische periode moet er véél meer gebeuren om de escalatie naar hulpvragen te voorkómen. Zie ook dit gloednieuwe magazine van de Werkplaatsen Jeugd.(4) En doe dat in de leefomgeving van jongeren zelf: in de school, op de sportclub én online. Het eerste waar jongeren weerklank zoeken is natuurlijk het internet. Daar moeten professionals al veel beter aanwezig en beschikbaar zijn voor gratis en laagdrempelige actieve online (zelf-)hulp! Iets waar wij in de Werkplaats Sociaal Domein kennis en kunde over uitwisselen in diverse lerende netwerken.(5)
We mogen tenslotte niet blind zijn voor de derde oorzaak van de dure jeugdhulp. Onzekerheden, moodswings, twijfels en mislukkingen horen bij het opgroeien, vooral in de tienerjaren. Het lijkt wel alsof we als samenleving steeds minder goed in staat zijn om daar samen steun aan te geven. Tijd voor elkaar hebben, er voor elkaar zijn, níet perfect hoeven zijn, niet altijd te hoeven presteren, je unieke zelf mogen zijn, mogen stuntelen, het omarmen van diversiteit: we zéggen wel dat alles ok is, maar vraag eens aan jongeren of ze echt die combinatie van ruimte en steun voelen? Tolerantie (als die er al is) is niet voldoende. Een campagne is niet voldoende. Kinderen hebben koestering nodig. Als groep én elk kind apart. Welke boodschappen geven wij hen mee in een samenleving, waarin we hen steeds eerder in hun leven toetsen, waarin psychosociaal welbevinden onbesproken blijft tót er een probleem is en waarin we uitzonderingen in gedrag en ontwikkeling problematiseren, in plaats van omarmen?
De druk op de jeugdhulp is niets vergeleken met de druk op kinderen. We kunnen de jeugdhulp verbeteren als we direct doen wat echt nodig is én van jongs af aan oog hebben voor de diversiteit van de jeugd.
(1) www.ftm.nl/artikelen/beloning-budgettair-drama-jeugdzorg
(2) www.avans.nl/onderzoek/expertisecentra/caring-society-3.0/lectoraten/jeugd-gezin--samenleving/nieuws/2020/12/jeugdhulp-breda-gemeente-kies-voor-echte-kracht
(3) www.fnv.nl/nieuwsbericht/sectornieuws/zorg-welzijn/2021/05/zet-hulpverleners-ouders-en-jeugd-aan-het-roer-in
(4) werkplaatsenjeugd.nl/digitale-magazine-samen-bouwen-aan-betere-jeugdhulp-gelanceerd/
(5) www.werkplaatsensociaaldomein.nl/werkplaats/noord-brabant-avans