Het kabinet is van plan voor pgb-zorgverleners met een arbeidsovereenkomst van maximaal 3 dagen per week de Regeling dienstverlening aan huis (Wet Rdah) af te schaffen. De maatregel is het gevolg van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (2023) en heeft gevolgen voor zowel budgethouders als gemeenten.
Het wetsvoorstel treedt op 1 januari 2026 in werking bij goedkeuring door de Staten-Generaal.
Voor Wmo- en Jeugdwet-budgethouders die een zorgverlener in dienst hebben op basis van een arbeidsovereenkomst van maximaal 3 dagen per week, betekent dit dat zij vanaf 2026 volledig werkgever worden, met verplichtingen zoals het afdragen van werkgeverslasten, langere loondoorbetaling bij ziekte en ontslagbescherming. De SVB regelt de salarisadministratie. Tegelijkertijd blijven gemeenten verantwoordelijk voor het accorderen van zorgovereenkomsten, het toetsen van pgb-vaardigheid en het vaststellen van toereikende tarieven.
Hoewel de wettelijke taken van gemeenten ongewijzigd blijven, vraagt de wetswijziging wel om extra voorbereiding. Gemeenten moeten aangepaste zorgovereenkomsten door de wetswijziging opnieuw beoordelen, werkprocessen aanpassen en medewerkers (zoals consulenten en klantcontactcentrum) instrueren over de nieuwe situatie.
De VNG herinnert gemeenten eraan dat zij wettelijk verplicht zijn om toereikende tarieven te hanteren. De VNG roept gemeenten op om beleid te ontwikkelen voor mogelijke (tijdelijke) compensatie voor budgethouders die als gevolg van de wetswijziging niet meer uitkomen met hun budget. Daarvoor stelt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport jaarlijks 1,8 miljoen euro beschikbaar.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft een eerste groep budgethouders die het betreft inmiddels per brief en folder geïnformeerd. Via Mijn PGB zijn deze documenten te downloaden voor gemeenten. Gemeenten ontvingen instructies via een nieuwsbrief van de SVB. Daarin staat ook hoe gemeenten kunnen achterhalen hoeveel arbeidsovereenkomsten binnen hun gemeente onder deze wijziging vallen. Deze informatie is nuttig voor de beleidsvoorbereiding.
De gevolgen van de wetswijziging Rdah zijn merkbaar, zowel in uitvoeringslast als in kosten. De VNG blijft hierover in gesprek met VWS en de SVB, onder andere over passende compensatie van budgethouders, tijdige informatievoorziening en gezamenlijke communicatie richting gemeenten. De VNG komt in het najaar met een handreiking die gemeenten ondersteunt bij beleid voor de (tijdelijke) compensatieregeling. Ook houdt de VNG bij het herijken van de modelverordening Wmo rekening met de wijziging.
Tot die tijd moedigt de VNG gemeenten aan om al zelf na te denken over mogelijk beleid omtrent compensatie.