Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Balanceren tussen zorgplicht voor kwetsbare burgers en kostenbewustzijn

Tot 1 januari 2015 kon de norm of toeslag op grond van de toeslagenverordening worden aangepast als de woonkosten gedeeld konden worden. Dat was een individuele afweging, waarbij werd meegewogen of de woningdeler in staat was om de kosten te delen. Of de kosten daadwerkelijk gedeeld werden was geen overweging, dat is een zaak van de beide woningdelers. Met de komst van de Participatiewet is de kostendelersnorm ingevoerd. Daar lijkt het criterium ‘kunnen delen van de woonkosten’ geen enkele rol meer te spelen.

11 mei 2015

Kosten kunnen delen
Het is een logisch principe: als meerdere mensen een woning delen, dan gaan de kosten van levensonderhoud omlaag. De verwarming en het licht hoeven maar één keer aan, de huur hoeft maar één keer betaald te worden. Alle medebewoners dragen bij aan de kosten, zodat de kosten per persoon omlaag gaan. Omdat de kosten van levensonderhoud lager zijn, wordt de bijstandsuitkering ook lager als de woning door meerdere mensen wordt gedeeld.
Onder de Wet werk en bijstand (WWB) speelde dit ook al. De norm of toeslag kon verlaagd worden als de woning werd gedeeld. Eén van de vragen die beantwoord moest worden in dat kader was of iemand de mogelijkheid had om bij te dragen aan de woonlasten. Had een medebewoner geen enkele mogelijkheid om de woonlasten te delen, dan werd de norm of toeslag niet aangepast. Denk aan de vreemdeling die niet met een Nederlander gelijk gesteld wordt, of een partner die tijdelijk gedetineerd is. In die gevallen was namelijk helemaal geen sprake van lagere woonlasten nu ze niet gedeeld konden worden.

Enkel hoofden tellen
Onder de kostendelersnorm werkt dat anders. Daar speelt uitsluitend de vraag hoeveel mensen in de woning verblijven en of ze onder de kostendelersnorm vallen. Er is een uitzondering gemaakt voor commerciële relaties, studenten en jongeren tot 21 jaar. Zij worden niet als kostendeler meegerekend bij het vaststellen van het aantal mensen dat de woning deelt.
Hoe meer kostendelers in dezelfde woning verblijven, hoe lager de uitkering. Of deze mensen in staat zijn om de woonkosten te delen, speelt hier geen enkele rol.

Echtpaar waarvan één partner geen recht heeft op bijstand
Het uitgangspunt van een lagere uitkering als de kosten gedeeld kunnen worden was al onder de WWB mede van toepassing op een echtpaar waarvan één partner geen recht had op bijstand. Was één van beide partners (kortdurend) gedetineerd of had één van de partners geen verblijfsrecht, dan kreeg de rechthebbende partner een uitkering naar de norm alleenstaande of alleenstaande ouder, waarbij ook de afweging van kostendeling werd gemaakt.
Hoe pakt dit uit onder de kostendelersnorm? Laten we even inzoomen op een echtpaar met kinderen waarvan één van de partners niet met een Nederlander gelijk gesteld kan worden. Alleen de partner die wel Nederlander is of daarmee gelijkgesteld kan worden heeft recht op bijstand. Omdat dit echtpaar onder de kostendelersnorm valt waarbij uitgegaan wordt van twee personen die de woonlasten kunnen delen, krijgt de rechthebbende partner 50% van de gehuwdennorm (dat is op dit moment € 686,31). Voor de kosten van de kinderen wordt vanuit de bijstand niets (meer) verstrekt, en er is geen aanspraak op de verhoging van het kindgebonden budget nu het niet gaat om een alleenstaande ouder maar om een echtpaar. Het is twijfelachtig of dit echtpaar van dit bedrag kan rondkomen.

Mogelijkheden
Er zijn een paar opties om te voorkomen dat bovengenoemd echtpaar echt door de armoedegrens zakt. In de Participatiewet staat nog een artikel op grond waarvan de in deze situatie de rechthebbende partner aanspraak heeft op de norm naar een alleenstaande of alleenstaande ouder. Dat is 70% van de gehuwdennorm ( 960,83), een behoorlijk groot verschil dus. Deze bepaling is weliswaar strijdig met de kostendelersnorm, maar wel gunstiger voor de betrokkenen. Een andere optie is om de norm individueel vast te stellen, afgestemd op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van betrokkene. Een mogelijkheid die zelden gebruikt wordt en in die voorkomende gevallen meestal om de bijstand lager vast te stellen. Mogelijk blaast de nieuwe wetgeving dit individualiseringsartikel een nieuw leven in, nu de gemeente moet balanceren op het koord van de decentralisaties. Met aan de ene kant een streng regime en kostenbewustzijn en aan de andere kant de zorgplicht voor kwetsbare burgers.

Mr. Evelien Meester is werkzaam voor Stimulansz.


Eerdere blogs van mr. Evelien Meester

  • Onderzoek naar vermogen in het buitenland: discriminatie of niet?

  • Hennepkwekerij: waar ligt de grens tussen kweken voor eigen gebruik en professioneel kweken?

  • Vereenvoudiging beslagvrije voet

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.