Gemeenten verzamelen bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de Jeugdwet meer persoonsgegevens dan noodzakelijk voor de zorgvraag. Dit constateert de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in twee onderzoeksrapporten over de gegevensverwerking bij de toeleiding naar hulp door de gemeente Zaanstad en de gemeente Nijmegen.(1)
Zorgverlening sociaal domein: 'een integrale aanpak'
Sinds 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van zorgtaken uit de drie wetten van het sociaal domein. Daardoor zou 'integraal' zorg geleverd kunnen worden; de zorgvraag van de burger breed bekeken om de toeleiding naar de juiste zorg mogelijk te maken. Al voorafgaand aan de decentralisatie wees de AP op de risico's van deze integrale aanpak met betrekking tot de privacy van betrokkenen. Die zorgen blijken nu terecht.
'Zelfredzaamheidmatrix'
De gemeenten Nijmegen en Zaanstad hanteren voor de toeleiding naar zorg de 'zelfredzaamheidmatrix'. Dit is een beoordelingsformulier dat een medewerker van het wijkteam tijdens het keukentafelgesprek gebruikt om de zelfredzaamheid van de zorgvrager in verschillende 'leefdomeinen' aan de hand van scores te toetsen. Bij het invullen van die zelfredzaamheidmatrix vertrouwden de gemeenten op voldoende kennis bij de betrokken zorgprofessional over de verplichtingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Volgens de AP gaat daarbij echter een aantal dingen mis.
Noodzakelijkheid
Verwerking van persoonsgegevens met behulp van de zelfredzaamheidmatrix, voldoet naar het oordeel van de AP niet aan het noodzakelijkheidsvereiste van de Wbp. Een algemeen beoordelingsformulier met scores brengt het gevaar met zich mee dat meer gegevens worden vastgelegd dan noodzakelijk voor de hulpvraag. Zo werd bij een aanvraag voor een scootmobiel ook een aantekening in het dossier gemaakt over de geestelijke gezondheidstoestand omdat dit mogelijk bij een hulpvraag in de toekomst van pas zou kunnen komen. Dit is naar het oordeel van de AP in strijd met de Wbp. Hoewel een zorgverlener het noodzakelijk kan vinden het functioneren op alle leefgebieden door te spreken om een algemeen beeld van de situatie te krijgen, betekent dit niet dat het vastleggen van al die informatie noodzakelijk is voor de toeleiding naar de noodzakelijke zorg.
Zorgplicht, proportionaliteit, subsidiariteit
Voorts voldoen de gemeenten als verantwoordelijken voor de gegevensverwerking niet aan hun 'zorgplicht' op grond van artikel 15 Wbp. Gemeenten moeten zich er meer van bewust zijn dat zij de taak van toeleiding van zorg opdragen aan professionals die voldoende toegerust zijn om de afweging te maken welke gegevens noodzakelijk zijn. De werkinstructies die de gemeenten gaven waren onvoldoende concreet om daaruit op te kunnen maken wanneer voldaan wordt aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Hoewel uit goede bedoelingen om multiproblematiek tijdig te constateren en de juiste zorg te bieden, is in de werkwijze van de gemeenten onvoldoende oog geweest voor de privacy van de zorgvrager. Uit de rapporten blijkt dat de gemeenten de nodige aanpassingen zullen doen in het werkproces om de geconstateerde problemen op te lossen. Wellicht dat de rapporten daarnaast ook een les voor andere gemeenten kunnen zijn. Zij zullen zich meer bewust moeten zijn dat de concrete hulpvraag leidend is, niet de beschikbaarheid van persoonsgegevens.
(1) 'Gemeenten verzamelen te veel persoonsgegevens bij uitvoering Wmo en Jeugdwet' Autoriteit Persoonsgegevens, 15-02-2018.