Het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking is er duidelijk over: gebouwen moeten toegankelijk zijn voor iedereen. Ook de tweede kamer laat geen misverstand bestaan. Het nam een motie die ondernemers en organisaties verplichtte om gebouwen met een publieke functie toegankelijk te maken. Gemeenten hanteren doorgaans het Bouwbesluit als richtlijn. Volstaat dat?
Er zijn talloze wetten, eisen en normen waar een gebouw aan moet voldoen, uit oogpunt van gezondheid, veiligheid, energiegebruik, milieu en bruikbaarheid. De minimale eisen staan in het Nederlands besluit, een lijvig en ingewikkeld document vol juridische bepalingen. Is het daarmee wel in orde met de toegankelijkheid?
Helaas niet. Het bouwbesluit regelt slechts een aantal basale zaken. Daardoor kan een gebouw op tekening geheel voldoen aan de eisen en in de praktijk toch tal van hindernissen opleveren. Om het gekscherend te zeggen: volgens het bouwbesluit mag je een WC pot aan het plafond hangen, maar of je er iets aan hebt? Het bouwbesluit regelt alleen de toegankelijkheid van gebouwen vanaf bepaalde afmetingen, met een specifieke functie en vaak ook nog maar voor gedeelte van het totale gebouw. Moet je in een ander gedeelte van het pand zijn, dan heb je dus pech.
Dan is de toegankelijkheid niet alleen in strijd met het VN-verdrag, maar ook met artikel één van de grondwet: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”.
Er zijn ook subtielere tekortkomingen. Een gebouw waar je als rolstoeler alleen door personeelsingang in het steegje achterom naar binnen kunt voldoet aan het bouwbesluit. Of de bezoeker dat als toegankelijk ervaart is een ander verhaal.
Zelfs bij grote publieke projecten van gerenommeerde architecten komen dergelijke ‘fouten’ nog maar al te vaak voor. Maar je kunt je ook afvragen of 100% toegankelijkheid ook altijd nodig is en mogelijk. Moet een bergruimte of een meterkast aan de toegankelijkheidseisen voldoen?
Wie toegankelijk wil (ver)bouwen kan ook terugvallen op het Handboek voor Toegankelijkheid. Er zijn keurmerken voor gebouwen. Het zijn vrijblijvende richtlijnen – geen verplichting, maar ze staan wel borg voor basistoegankelijkheid. Daarmee kan alles op papier tot op de centimeter nauwkeurig worden uitgewerkt. Maar zelfs dan staat of valt het eindresultaat bij een duidelijk uitgangspunt, bewuste keuzes en een goede uitvoering.
Dat het bouwbesluit tekortschiet is al jaren bekend. In 2012 werkte Zet mee aan het adviesrapport Toegankelijkheid: een pleidooi voor betere regels op verzoek van het ministerie van binnenlandse zaken.
Het rapport concludeert dat toegankelijkheid beter geregeld kan worden, maar dat het vooral gaat om een andere manier van denken.
De conclusie hierin is dat de basis van toegankelijkheid weliswaar zeker beter geregeld kan worden, maar dat het in belangrijke mate gewoon een andere manier van denken is.
Toegankelijkheid is méér dan het voorschrijven van een lage drempel. Ook regels hebben hun beperking. Het is vooral een kwestie van gezond verstand en de juiste expertise.
Meer informatie over toegankelijkheid en het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking vindt u in het dossier toegankelijkheid van onze partner Zet.
Toegankelijkheid: wat het kost en wat het oplevert