Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Coalitieakkoord 'Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst'

Coalitieakkoord tussen VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Het akkoord, met de titel 'Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst', is op 15 december 2021 gepresenteerd. De redactie van Zorg&Sociaalweb heeft voor u de belangrijkste punten op een rij gezet.

Redactie Zorg&Sociaalweb 15 december 2021

Bestaanszekerheid en kansengelijkheid

Arbeidsmarkt en inkomen

  • In totaal investeren we €500 mln per jaar in het hervormen van de arbeidsmarkt, reïntegratie en het aanpakken van armoede en schulden. Ook trekken we €300 mln per jaar uit voor lastenverlichting van het mkb via loondoorbetaling bij ziekte.

  • We verkleinen de verschillen tussen vast en flex. Te veel mensen in Nederland zijn afhankelijk van tijdelijke contracten. Dit zorgt voor onzekerheid. In lijn met het SER MLT-advies worden oproep-, uitzend- en tijdelijke arbeidscontracten beter gereguleerd. Om de interne flexibiliteit en wendbaarheid van bedrijven te vergroten wordt in overleg met de sociale partners een budgettair neutrale deeltijd-WW uitgewerkt, met oog voor uitvoerbaarheid en betaalbaarheid.

  • We hebben de ambitie om de toeslagen af te schaffen, zodat mensen niet meer verdwalen in ingewikkelde regelingen of te maken krijgen met hoge terugvorderingen. We zetten hiervoor deze kabinetsperiode de eerste stappen. We hebben daarnaast de ambitie het belastingstelsel te vereenvoudigen en te hervormen en zetten ook daartoe de eerste stappen.

  • We maken werken lonender en verkleinen de armoedeval. We voeren een minimumuurloon in op basis van de 36-urige werkweek (initiatiefwetsvoorstel Gijs van Dijk (PvdA) en Maatoug (GroenLinks), (Kamerstuk 35335)). We verhogen het minimumloon stapsgewijs met 7,5% en houden de koppeling met de uitkeringen (behoudens de AOW) in stand om het bestaansminimum te verstevigen. We komen ouderen tegemoet via een hogere ouderen korting.

  • Tegelijkertijd hervormen en vereenvoudigen we de huurtoeslag door de maximale huurgrens af te schaffen en over te stappen naar een systeem van normhuren op basis van inkomen. We zorgen dat iedereen deze hervorming kan dragen, met name de laagste inkomens.

  • Hiernaast zorgen we voor lastenverlichting van €3 miljard, met name voor lage- en middeninkomens, werkenden en gezinnen. Daarmee streven we over de kabinetsperiode heen een evenwichtig en gemiddeld positief koopkrachtbeeld voor iedereen na.

  • Helderheid voor zelfstandigen. Echte zelfstandigen worden ondersteund en ondernemerschap wordt gestimuleerd. De verdere ontwikkeling van een webmodule kan bijdragen aan het vooraf verkrijgen van zekerheid voor zzp-ers over de aard van de arbeidsrelatie. Schijnzelfstandigheid wordt tegengegaan door betere publiekrechtelijke handhaving in het geval van het vermoeden van werknemerschap. Er komt een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zelfstandigen, die zo wordt vormgegeven dat oneerlijke concurrentie en te grote inkomensrisico’s voor individuen worden voorkomen. Hiermee houden we rekening met de randvoorwaarden uit het pensioenakkoord. De zelfstandigenaftrek wordt vanaf 2023 met stappen van 650 euro teruggebracht tot 1200 euro in 2030. Zelfstandigen worden gedurende de kabinetsperiode gecompenseerd via de verhoging van de arbeidskorting.

  • Ondanks de grote krapte op de arbeidsmarkt, zijn er nog teveel mensen die er niet tussen komen en onnodig langs de kant staan. De komende jaren willen we daarom, samen met sociale partners, gemeenten en het UWV, meer mensen naar werk begeleiden. Verder gaan we meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk begeleiden en breiden we het aantal beschutte werkplekken uit.

  • We breiden de arbeidsmarktinfrastructuur uit om de overgang van werk-naar-werk en van uitkering-naar-werk te stimuleren. Onderdeel hiervan zijn instrumenten voor om- en bijscholing die de overstap naar tekortberoepen ondersteunen. Opgedane ervaringen met de regionale mobiliteitsteams in de coronacrisis worden hierbij betrokken.

  • Ook bevorderen we permanente scholing via leerrechten. In overleg met sociale partners wordt de beëindiging van de arbeidsovereenkomst via een van-werk-naar-werk-route uit het MLTadvies nader uitgewerkt.

  • We nemen maatregelen om de arbeidsparticipatie en positie van arbeidsongeschikten te verbeteren. Daarnaast onderzoeken we -in overleg met de sociale partners- hoe ‘hardheden’ in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) hervormd kunnen worden met oog voor uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en uitlegbaarheid.

  • Bij ziekte is de inzet primair gericht op herstel en terugkeer van de werknemer. Om de loondoorbetaling bij ziekte te verbeteren, richt de re-integratie zich in het tweede jaar -in lijn met het SER-advies- in principe op het tweede spoor, waarbij de instroom in de WIA zoveel mogelijk wordt beperkt.

  • We verruimen de bijverdiengrenzen in de Participatiewet en samen met gemeenten zorgen we er voor dat mensen die langdurig in de bijstand zitten actief worden benaderd en worden ondersteund en gestimuleerd naar werk. We vragen daarbij ook een eigen actieve rol van uitkeringsgerechtigden. Daarbij hebben we oog voor ieders talenten en beperkingen, werken we vanuit vertrouwen en is er ruimte voor maatwerk. We wijzigen de kostendelersnorm zodat inwonende jongvolwassenen tot 27 jaar niet langer meetellen als kostendeler voor de uitkering van huisgenoten.

  • We maken het aantrekkelijker voor ouders om werk en zorg te combineren doordat we in stappen de vergoeding van de kinderopvang tot 95% verhogen voor werkende ouders. We werken ook aan de gendergelijkheid op de arbeidsmarkt door het uitbreiden van het betaald ouderschapsverlof naar 70% , het bestrijden van zwangerschapsdiscriminatie en door beter te controleren op loonverschillen. We stimuleren de arbeidsparticipatie, meer uren of dagen werk in de week en een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende posities.

  • We voeren het pensioenakkoord uit voor een goed en fatsoenlijk pensioen voor alle generaties.

  • We zetten de brede armoede- en schuldenaanpak met volle kracht door. We nemen maatregelen om het aantal kinderen dat in armoede opgroeit in vier jaar tijd te halveren en hanteren daarbij een eenduidige, realistische, relatieve definitie van armoede. We herijken elke vier jaar het sociaal minimum om vast te stellen of dit toereikend is om van te leven en mee te doen in de samenleving.

  • We zetten in op financiële educatie, preventie en vroeg signalering, zodat we schulden kunnen voorkomen of vroegtijdig kunnen verhelpen. Om te voorkomen dat mensen vastlopen kunnen maatschappelijke organisaties, zoals woningbouw corporaties, signalen omtrent kwetsbaren delen binnen juridisch verankerde waarborgen, zoals doelbinding en proportionaliteit. We geven mensen meer ruimte om een reserve aan te houden.

  • Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om laaggeletterdheid aan te pakken.

  • We verkorten de duur van schuldhulptrajecten en verbeteren de toegang tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen. We lossen probleemschulden sneller op onder meer door meer mogelijkheden te bieden om tot een schuldregeling te komen.

  • We stellen strengere eisen aan beschermingsbewindvoerders en gaan opstapeling van schulden tegen door een maximum te stellen aan verhogingen, rente- en incassokosten. We zorgen voor een betere, verantwoorde overheidsincasso met oog voor de menselijke maat. Doorverkoop van schulden als verdienmodel wordt tegengegaan.

  • Het kabinet neemt het advies van de adviescommissie onvolledige opbouw AOW ouderen van Surinaamse herkomst (commissie-Sylvester) en de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State terzake spoedig ter hand en zal daarover in overleg treden met de Surinaamse gemeenschap en de Tweede Kamer.

Integratie en inburgering

  • Om de integratie en inburgering van nieuwkomers te bevorderen, gaan we door met de nieuwe inburgeringswet. Ook de herinvoering van de inburgeringsplicht voor Turkse nieuwkomers wordt doorgezet. Het is van groot belang dat nieuwkomers (arbeidsmigranten, statushouders) zo snel mogelijk integreren in onze samenleving. Wederkerigheid is hierbij het vertrekpunt en daaruit volgt een wederzijdse opdracht. Van de nieuwkomer vergt dit burgerschap, leren van de taal en het vinden van werk. Kansrijke asielzoekers krijgen vanaf dag één les in de Nederlandse taal en we maken het makkelijker (vrijwilligers)werk te verrichten.

  • Nieuwkomers worden gestimuleerd het beste uit zichzelf te halen. Ook met het leren van de taal. Het bereiken van een zo groot mogelijke taalbeheersing blijft het doel, bij voorkeur taalniveau B1, waarbij we afspraken maken met gemeentes om achterstanden in taal zo goed en snel mogelijk aan te pakken. Voor degenen die taalniveau B1 niet goed kunnen bereiken, blijft het streven erop gericht bij naturalisatie het taalniveau zoveel mogelijk naar B1 te verhogen. Het kabinet gaat hiertoe de mogelijkheden tot maatwerk verkennen, in lijn met het maatwerk bij de taaleis inburgering.

  • Voor mensen met een meervoudige nationaliteit die alleen de Nederlandse nationaliteit als enkelvoudige nationaliteit wensen maar hun andere nationaliteit(en) niet kunnen afstaan, ondersteunen we een privaatrechtelijk Nederlands register ongewenste nationaliteit.

  • Maatschappelijke initiatieven om inburgering te bevorderen worden ondersteund. Via vrijwilligersnetwerken en jongeren die hun maatschappelijke diensttijd vervullen, koppelen we nieuwkomers aan een ‘maatje’ om hen kennis te laten maken met de Nederlandse samenleving.

  • Van nieuwkomers verwachten we dat zij onze democratie, rechtsstaat en grondrechten onderschrijven en de fundamentele waarden respecteren We treden streng op tegen eerwraak en vrijheidsbeperking van meisjes, vrouwen en andere kwetsbaren en degenen die hieraan schuldig zijn. Hierbij worden de mogelijkheden verruimd om strafrechtelijk op te treden tegen medeplichtigen. We beschermen slachtoffers van huwelijksdwang, achterlating of genitale verminking, bijv. door een rechter een preventief beschermingsbevel te laten uitvaardigen en het verbieden van het aanprijzen, aanzetten of uitvoeren van maagdenvliesherstel. Ook komt er een meldplicht voor medewerkers in de zorg en het onderwijs bij eergerelateerd geweld, huwelijksdwang of vrouwelijke genitale verminking.

  • Ongewenste buitenlandse beïnvloeding en financiering worden aangepakt. We nemen maatregelen om ongewenste beïnvloeding zoveel mogelijk tegen te gaan, o.a. door de werkzaamheden van de verder te versterken Taskforce problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse financiering (Kamerstuk 35228, nr. 39) en de behandeling van het wetsvoorstel transparantie maatschappelijke organisaties (Kamerstukken 35646) voort te zetten.

Gezondheidszorg

Preventie, sport en bewegen

  • We willen meer aandacht voor preventie en een gezonde levensstijl van jongs af aan. Kinderen die ongezond opgroeien staan veelal op een achterstand. Vermijdbare gezondheidsverschillen pakken we daarom aan. We zetten de doelen van het Preventieakkoord door, met als doel een gezonde generatie in 2040 met een focus op de jeugd door sport, voeding en bewegen. Dit vraagt een brede aanpak, met stimulering van gezonde keuzes en ontmoedigen van ongezonde keuzes, zonder mensen in hun vrijheid te beperken.

  • We stimuleren sport en bewegen in het kader van het bevorderen van de gezondheid. Bij de sportvereniging begint een gezond leven. Daarom helpen we sportverenigingen om straks klaar te staan Nederlanders weer aan het sporten te krijgen.

  • Wij verbreden het Preventieakkoord met mentale weerbaarheid.

  • We verhogen de belasting op suikerhoudende dranken en we verhogen de accijnzen op tabak. We maken bindende afspraken met de industrie over gezondere voedingsmiddelen. We bezien hoe we op termijn een suikerbelasting kunnen invoeren en de BTW op groente en fruit naar 0% kunnen verlagen.

  • We investeren extra in onderzoek naar en de aanpak van Alzheimer, obesitas en kanker, zowel ten behoeve van volwassenen als van kinderen.

  • Om beter zicht te krijgen op de (maatschappelijke) impact van verslavingen stellen we een Nationaal Rapporteur Verslavingen in die periodiek rapporteert over de omvang en ontwikkeling van verslavingsproblematiek.

Gezondheidsstelsel (‘cure’ en ‘care’)

  • Passende zorg is de norm. Dat betekent dat zorg bewezen effectief is en we overbehandeling voorkomen. Het betekent ook dat zorg gericht is op gezondheid, functioneren en kwaliteit van leven; dat zorg samen met patiënt en professional tot stand komt en dat zorg op de juiste plek geleverd wordt. Zorg die vaak voorkomt en niet complex is, is voor iedereen dichtbij beschikbaar, terwijl complexe zorg die weinig voorkomt gespecialiseerd is. We stellen toezichthouders en uitvoerders in staat hier adequaat op te sturen. We verbeteren en verbreden de toets op het basispakket op basis van een kader voor passende zorg. Er wordt ook gekeken naar bewezen (kosten)effectiviteit in de Wet langdurige zorg (Wlz), Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015. Passende zorg betekent dat de tweede lijn dezelfde zorg niet voor een hoger tarief kan declareren maar ook dat de rol van huisartsen versterkt wordt en zij voldoende tijd en capaciteit hebben.

  • De planbare en acute zorg moet toekomstbestendig gemaakt worden. Aan de hand van de juiste zorg op de juiste plek vragen wij de Nationale Zorgautoriteit (NZa) regiobeelden op te stellen, die kunnen leiden tot een herschikking van het zorglandschap waarbij een integraal aanbod en passende zorg over domeinen heen voor iedereen in Nederland ongeacht woonplaats de normen zijn.

  • We vergroten de grip op stijgende zorgkosten van dure genees- en hulpmiddelen en willen dat deze tegen een eerlijke prijs op de markt komen. We zetten in op transparantie in prijsopbouw en -onderhandeling mede door Europese samenwerking.

  • In combinatie met de inzet op passende zorg en een praktijk ondersteuner huisarts (POH) kan de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) zich meer richten op complexe problematiek en wordt de instroom beperkt. Om de druk op crisiszorg te voorkomen verwachten wij dat alle professionals in de GGZ bereikbaarheidsdiensten tijdens de avonden, nachten en weekenden draaien.

  • Ouderen moeten gezond ouder kunnen worden in hun eigen of passende omgeving. Dat betekent onder andere inzetten op meer seniorenwoningen en andere woonvormen, levensloopbestendige woningen, mantelzorg, digitale zorg, domotica en valpreventie. Daarbij mag van mensen zelf ook iets verwacht worden. Wij stimuleren gemeenten om mogelijk kwetsbare ouderen vroeg in beeld te hebben en langer thuis wonen mede te faciliteren.

  • Voor een toekomstbestendige ouderenzorg wordt wonen en zorg stapsgewijs gescheiden zodat langer thuis wonen nog meer gestimuleerd wordt. Hierbij is expliciete aandacht voor innovatieve woonvormen en voor de mogelijkheid voor iedereen, ongeacht inkomen, om betaalbaar langer thuis te blijven wonen met zorg.

  • Mensen met een beperking hebben een ongekend potentieel voor de samenleving en hebben daarbij soms praktische ondersteuning nodig. We blijven investeren in de gehandicaptenzorg en gaan door met de goede initiatieven uit het programma Onbeperkt Meedoen. Het persoonsgebonden budget (PGB) blijft een geschikt middel voor eigen regie, waarbij passende zorg centraal moet staan.

  • Goede, tijdige en passende jeugdzorg, met een belangrijke rol voor de eigen omgeving, voorkomt zwaardere zorg. We bakenen duidelijk af wat we onder jeugdzorg verstaan en gemeenten worden in staat gesteld om dit te leveren. Gespecialiseerde jeugdzorg (waaronder jeugd-GGZ) wordt centraler ingekocht. De jeugdbeschermingsketen wordt verbeterd waarbij de rechtsbescherming van het kind en het gezin centraal staan.

  • Iedereen blijft eigenaar van de eigen gezondheidsgegevens. Gegevens- en datauitwisseling tussen patiënt/cliënt en aanbieder en aanbieders onderling wordt, conform privacywetgeving, verbeterd waarbij uniformiteit noodzakelijk is. Een goed functionerende persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) voor patiënten is het einddoel.

  • Het eigen risico maken we slimmer en betaalbaarder. Mensen hoeven niet in een keer hun gehele eigen risico te betalen maar een betaling per behandeling tot een maximum van 385 euro. Daarnaast willen we de stapeling van eigen bijdragen monitoren en tegengaan. bijvoorbeeld door maximering van de eigen betalingen bij het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).

  • Het abonnementstarief heeft geleid tot een beperking van stapeling van zorgkosten en is transparant en eenvoudig in de uitvoering. Door stijgend gebruik van de huishoudelijke hulp staat de beschikbaarheid van voorzieningen onder de Wmo onder druk. Daarom werken we naar een eerlijkere eigen bijdrage voor de huishoudelijke hulp met landelijke normen en met oog voor betaalbaarheid van lage- en middeninkomens. Hierdoor blijven hulp en ondersteuning beschikbaar.

  • Een contract vormt de basis voor aanbieders en verzekeraars om afspraken te maken over passende zorg, betaalbaarheid en doelmatigheid. Daarom verbeteren we het contracteerproces. Als in de GGZ en wijkverpleging ongecontracteerde zorg onvoldoende afneemt, wordt de aanpak verstevigd. Gedacht wordt aan verplichte kwaliteitsregistratie en onafhankelijke indicatiestelling. Als dit onvoldoende effectief is, wordt gekeken naar een geringe eigen bijdrage of een verlaging van de vergoeding van ongecontracteerde zorg. Dit alles met behoud van keuzevrijheid voor de patiënt.

  • We werken aan een goed inzicht in de kwaliteit van de geleverde zorg en het aanpakken van niet-integere zorgbestuurders en zorgondernemers. Tegen fraude en oneigenlijk gebruik, onder andere van vastgoed, treden wij op, zeker als de basis van de zorg niet op orde is. Daarnaast stellen we (nadere) voorwaarden aan winstuitkering om excessieve winstuitkering door zorgaanbieders tegen te gaan, dan wel te voorkomen. Onder strenge randvoorwaarden kan het mogelijk zijn dat er risicodragend kapitaal aangetrokken wordt voor investeringen in de kwaliteit van zorg.

  • Voor transformatie naar passende zorg, de bestuurbaarheid van ziekenhuizen en afremmen van perverse prikkels hebben ook medisch-specialistische bedrijven een verantwoordelijkheid. Indien bij deze medisch-specialistische bedrijven onvoldoende verbetering optreedt binnen twee jaar zal er regelgeving komen zodat alle medisch specialisten in loondienst gaan. Daartoe wordt regelgeving voorbereid.

  • Een eigen thuis is van wezenlijk belang voor iemands bestaanszekerheid. We zetten in op het voorkomen van dakloosheid, vernieuwing van de maatschappelijke opvang en het realiseren van woonplekken met passende ondersteuning voor (dreigend) dakloze mensen.

Lees het hele coalitieakkoord 'Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst'.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.