De Jeugdautoriteit, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Justitie en Veiligheid en partijen in de (jeugd)zorg hebben het convenant ‘Bevorderen continuïteit jeugdzorg’ geactualiseerd en verlengd. Het convenant is in 2021 opgesteld om gezamenlijk de continuïteit van jeugdzorg te bevorderen en te voorkomen dat de jeugdhulp aan jeugdigen en hun ouders tijdelijk of voor langere periode wegvalt. Het afgelopen jaar hebben de samenwerkende partijen de resultaten van het eerdere convenant geëvalueerd en op onderdelen aangepast. Het geactualiseerde convenant loopt door tot 1 januari 2028.
Het convenant heeft goede resultaten opgeleverd op het gebied van vroegsignalering en de gezamenlijke aanpak van continuïteitsproblemen. Op onderdelen zijn de afspraken geactualiseerd aan de huidige werkwijze. Een belangrijke aanpassing in het vernieuwde convenant is bijvoorbeeld de rol van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), die zich nu ook heeft verbonden aan het convenant. Wanneer de wet Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg (naar verwachting in 2025) in werking treedt, neemt de NZa de taken van de Jeugdautoriteit over. De JA en NZa werken al geruime tijd intensief samen, onder meer rond het thema vroegsignalering. De JA zette hiervoor twee jaar geleden het Early Warning System op, zodat discontinuïteit van jeugdzorg al in een vroeg stadium voorkomen kan worden.
Ook de handreiking ‘Inzicht in tarieven’ is geactualiseerd en als bijlage bij het vernieuwde convenant gevoegd. Verder is het draaiboek ‘Continuïteit Jeugdzorg’ geactualiseerd. In het draaiboek staat beschreven welke stappen jeugdzorgaanbieders, jeugdzorgregio’s en gemeenten nemen bij (dreigende) discontinuïteit van zorg. De continuïteit van jeugdzorg staat regelmatig onder druk, bijvoorbeeld door financiële problemen bij aanbieders of een tekort aan personeel. Om te voorkomen dat cruciale jeugdzorg in een regio wegvalt, staat in het draaiboek omschreven wat in zo’n geval de rollen, verantwoordelijkheden en taken zijn van de verschillende betrokken partijen.
Het nieuwe draaiboek is op een aantal punten veranderd ten opzichte van de versie uit 2021. Zo heeft de monitorende taak en de vroegsignalering van de JA een plek in het draaiboek gekregen. Daarmee is het draaiboek niet langer enkel gericht op jeugdzorgaanbieders in continuïteitsproblemen, maar op alle aanbieders van cruciale jeugdzorg en Gecertificeerde Instellingen. Verder is nadrukkelijker opgenomen dat bij dreigende discontinuïteit van jeugdzorg de accounthoudende regio als regievoerder afspraken maakt met de gemeenten die zij vertegenwoordigt. Ook is duidelijker opgenomen dat betrokken jeugdzorgaanbieders transparant dienen te zijn over hun financiële huishouding en problemen in de bedrijfsvoering moeten melden bij de betreffende gemeenten.
Nathalie Kramers, voorzitter van de VNG commissie zorg, jeugd en onderwijs:
“We ervaren in de praktijk dat de continuïteit van jeugdzorg regelmatig onder druk staat door financiële of personele problemen bij aanbieders. Om te voorkomen dat hierdoor cruciale jeugdzorg wegvalt, staat in het draaiboek omschreven welke stappen je dan samen kunt zetten en wat ieders rol daarin is. Ook voor ons als gemeenten geeft dit houvast.“
Annemiek van der Laan, sinds 1 januari 2025 directeur-bestuurder van de Jeugdautoriteit, is blij dat het geactualiseerde convenant, inclusief het nieuwe draaiboek, met alle betrokken partijen is vastgelegd. “Hiermee kunnen de toezichthouders en adviseurs van de Jeugdautoriteit er samen met regio’s en aanbieders voor blijven zorgen dat cruciale jeugdhulp overal in Nederland gewaarborgd blijft.”