Ik heb ooit een boete gekregen voor het ‘met vier wielen op de stoep parkeren in de wijk Feyenoord in Rotterdam’. Nu zat ik die betreffende dag keurig op mijn werk in Utrecht terwijl de auto thuis voor de deur stond, maar dat is voor nu niet interessant. Wat wel interessant is, dat ik die boete van € 90,- zomaar toegestuurd kreeg. Niemand heeft mij gevraagd of ik expres op de stoep ben gaan staan met de auto en niemand heeft gevraagd of ik de boete eigenlijk wel kon betalen. En dat is een interessant fenomeen. Waarom?
Reed u opzettelijk door rood?
Op grond van de Wegenverkeerswet moet u stoppen voor rood licht, voor de Participatiewet moet u alle informatie die van belang kan zijn voor het recht op en de hoogte van de bijstand melden. Toch is er een groot verschil tussen een verkeersovertreding en een overtreding van de verplichtingen uit de bijstand. In november 2014 al heeft de Centrale Raad in een belangrijke uitspraak (ECLI:NL:CRVB:2014:3754) gesteld dat bij elke overtreding van de inlichtingenplicht de mate van verwijtbaarheid moet worden beoordeeld. Daarbij zijn vier categorieën benoemd: (1) opzet, (2) grove schuld, (3) normale gemiddelde verwijtbaarheid en (4) verminderde verwijtbaarheid. De gemeente moet aantonen in welke categorie de overtreding valt, omdat daar de hoogte van de boete aan gekoppeld is. Als ik door rood licht rijd of foutparkeer, dan vraagt niemand zich af of ik dat opzettelijk deed of dat het eigenlijk verminderd verwijtbaar was. Ik krijg gewoon de acceptgiro in de bus.
Geen geld? Dan een lagere boete
Daar komt met ingang van 11 januari 2016 nog een aspect bij. De gemeente moet van de Centrale Raad (ECLI:NL:CRVB:2016:12) rekening houden met de draagkracht. Dat wil zeggen dat de hoogte van de boete zo moet worden vastgesteld dat iemand deze binnen een redelijke termijn kan betalen, zodat hij niet zeer lang op het absolute minimum moet leven. Deze termijn is als sprake is van (1) opzet 24 maanden, bij (2) grove schuld 18 maanden en bij (3) normale gemiddelde verwijtbaarheid 12 maanden en bij (4) verminderde verwijtbaarheid 6 maanden. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat het volledige bedrag van het inkomen boven de beslagvrije voet volledig beschikbaar is of wordt gebruikt voor het betalen van de boete. Er wordt geen rekening gehouden met eventuele andere verplichtingen. Ook eventueel vermogen moet worden gebruikt voor het betalen van de boete. Of een betrokkene nog andere schulden heeft, is dus niet van belang voor de hoogte van de boete.
Wat is beter: door rood rijden of frauderen?
Het is een bijzonder proces om te volgen. De regering heeft ingezet op zware sancties voor het schenden van de inlichtingenplicht. Bij niet nakomen moest een boete opgelegd worden van 100% van het bedrag dat betrokkene teveel had ontvangen (dit is het benadelingsbedrag) met een maximum van € 50.000,-. Na een eerste nuancering waarbij afhankelijk van de mate van verwijtbaarheid percentages van 100%, 75%, 50% en 25% van het benadelingsbedrag als boetebedrag gelden, met een maximum van ruim € 8.000,- (behalve bij opzet, dan is het maximumbedrag dat door de gemeente opgelegd kan worden € 50.000,-), volgt een tweede nuancering. Het maximale boetebedrag gaat nu nog verder omlaag door het aspect draagkracht. In 2013 kon je financieel gezien beter door rood rijden dan de inlichtingenplicht schenden, maar dat lijkt te kantelen. De Centrale Raad maakt keer op keer gehakt van de geldende wetgeving.
Wat maakt door rood rijden anders?
Dus wat maakt door rood rijden anders? Iedereen (nu ja, bijna iedereen) kan door rood rijden. Dat staat los van sociale klasse, inkomen, achtergrond en nationaliteit. Nu kan ook iedereen in de bijstand terechtkomen, maar toch hebben mensen een ander gevoel bij deze groep dan bij de groep verkeersovertreders. Dat geldt in ieder geval ook voor de Centrale Raad, die de wetgever op dit terrein stevig terugfluit en op alle fronten rekening houdt met de omstandigheden van de persoon. Een behoorlijk verschil dus met de groep door-rood-rijders die simpelweg een acceptgiro op de deurmat vinden.
En wat betekent dit voor gemeenten?
Heel veel! Gemeenten moeten hun beleid weer aanpassen, nieuwe werkinstructies geven en mogelijk een deel van de boetes herzien. In ieder geval de boetes waarvoor de bezwaartermijn nog niet is verstreken. Maar dit betekent ook een stuk rechtsongelijkheid voor de mensen die al eerder een boete opgelegd hebben gekregen. Zonder deze uitspraak van de Centrale Raad was de boete namelijk veel hoger. En zij kunnen niet juridisch afdwingen dat hun eerder opgelegde boete wordt verlaagd. Het maakt dus veel uit of je de inlichtingenplicht heb geschonden begin 2014, begin 2015 of begin 2016. En dat kan best zeer doen voor de burger.
Eerdere blogs van mr. Evelien Meester van Stimulansz
Maatwerk als willekeur is failliet sociaal domein
Vluchtelingen en tijdelijk verblijf
De toekomst van armoedebeleid: geen lamp maar licht!
Het sociaal domein en de kever van Kafka
Verdringing op de arbeidsmarkt
Bijstandsgerechtigden niet geschikt als gastheer vluchteling?
Democratie 2.0
Handhaving en zachte heelmeesters
Is een onvoorwaardelijk basisinkomen juridisch mogelijk?
Wat hebben sociale diensten met voetballers en zangers?
Werken naast de bijstand: drama of zegen?
De gemeente als oplossing en oorzaak van armoede
Balanceren tussen zorgplicht voor kwetsbare burgers en kostenbewustzijn - deel 2
Balanceren tussen zorgplicht voor kwetsbare burgers en kostenbewustzijn
Onderzoek naar vermogen in het buitenland: discriminatie of niet?
Hennepkwekerij: waar ligt de grens tussen kweken voor eigen gebruik en professioneel kweken?
Vereenvoudiging beslagvrije voet