De gezondheidszorg lijkt steeds meer een asset te worden, een product of dienst waar je in kunt investeren, en vervolgens veel geld mee kunt verdienen. “Net als in ons omringende landen hebben we te maken met commerciële ondernemers en private investeerders. Zij beloven de gezondheidszorg efficiënter te maken door deze beter te organiseren en daarmee urgente problemen zoals het tekort aan artsen en verpleegkundigen op te lossen, aldus prof.dr. Iris Wallenburg. Op vrijdag 6 december aanvaardt zij haar leerstoel Sociologie van Zorg en gaat zij in op deze ‘vercommercialisering’. Hoe wordt de zorg steeds meer een asset? En wat betekent dit voor hoe we in de samenleving zorg organiseren?
Wallenburg: “De leerstoel Sociologie van Zorg richt zich op de huidige en snelle veranderingen in het zorglandschap en de maatschappelijke gevolgen hiervan. Patiënten met een (langdurige) zorgbehoefte verblijven steeds vaker en langer thuis, waar zij zijn aangewezen op de hulp van traditionele zorgverleners (zoals de huisarts, maatschappelijk werk en de wijkverpleegkundige), mantelzorgers en, steeds vaker, technologie. Door de toenemende schaarste aan zorgverleners en de opkomst van technologie zien we dat steeds meer commerciële zorgaanbieders en private investeerders hun intrede doen in de gezondheidszorg. Dit betreft zowel kleinschalige zorgondernemers als door private equity gefinancierde zorgaanbieders, waarbij laatstgenoemden niet zelden internationaal opereren. Een andere en hiermee verbonden trend is de groeiende rol van sociale media in het aanbieden en faciliteren van zorg, iets wat door bestaande wet- en regelgeving wordt gefaciliteerd en zich tegelijkertijd grotendeels afspeelt buiten het zicht van zorgverzekeraars, toezichthouders en de media.”
In haar oratie gaat Wallenburg in op de consequenties van deze verschuivingen in het zorglandschap en laat zij zien dat traditionele zorgvormen steeds verder verknoopt raken met commerciële zorgverlening en de consequenties hiervan voor traditionele waarden in de zorg zoals solidariteit, gelijke toegankelijkheid en kwaliteit van zorg: “De vercommercialisering (ook wel assetization genoemd) van zorg gaat verder dan de overname van enkele zorginstellingen of de vraag wie er wel en geen winst mogen maken in de zorg. Dit zijn de vragen die op dit moment worden gesteld in het politieke debat en waar vooral cijfermatige antwoorden op komen, namelijk de mate van aanwezigheid van private equity of andere commerciële bedrijven, en hoe zij scoren op kwaliteitsindicatoren. Dit suggereert een zekere mate van controle en sturing – en dus grip op wat er gebeurt. Dit maakbare beeld van zorg is niet alleen te eenvoudig maar ook onterecht.”
“Vanuit de sociologie van zorg en het zorgen is er namelijk wat anders aan de hand dat dieper ingrijpt op ons zorgstelsel; er is een verschuiving gaande in hoe zorg wordt georganiseerd, wie daarover gaan, en hoe en waar mensen in de zorg werken. En ook in waarden en normen over kwaliteit van zorg en hoe deze wordt georganiseerd en verleend. Bovendien staat de vercommercialisering van zorg niet op zichzelf maar is onderdeel van een veel bredere trend en politiek klimaat waarin politiek-economische waarden en belangen prefereren boven sociaal-politieke waarden, en waarin steeds minder belangstelling lijkt te zijn voor bredere maatschappelijke consequenties op de langere termijn. Deze vercommercialisering van zorg vraagt ónze zorg. Het is maatschappelijk gezien zaak de geboden narratieven beter te begrijpen.”
Voorafgaand aan de oratie vindt een symposium plaats met prominente sprekers vanuit beleid, zorgprakijk en wetenschap, waaronder prof.dr. Kim Putters, voorzitter van de SER en universiteitshoogleraar ‘Brede Welvaart’ aan de Universiteit van Tilburg. Iedereen is van harte welkom het symposium en de inaugurele rede bij te wonen. Het hele programma vindt u op onze website.
Iris Wallenburg is hoogleraar Sociologie van de Zorg aan Erasmus School of Health Policy & Management van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Opgeleid als verpleegkundige en gezondheidsbeleidswetenschapper, promoveerde zij aan de Vrije Universiteit van Amsterdam op een onderzoek naar de medische vervolgopleiding en de veranderende relatie tussen professionals, zorgorganisaties en beleid. Binnen ESHPM geeft zij leiding aan een onderzoeksthema dat gericht is op de arbeidsmarkt in de zorg en in het bijzonder de veranderende politieke economie van de organisatie en uitvoering van zorg. Zij is betrokken bij verschillende initiatieven en projecten binnen de Convergentie, de samenwerking tussen de TU Delft en het Erasmus Medisch Centrum, waarin de rol van technologie en de sociale impact hiervan een centraal onderwerp is. Iris is daarnaast academic lead bij het Erasmus Initiative on the Social Impact of Artificial Intelligence (AiPact), waarin zij onderzoekt hoe AI traditionele praktijken van het verlenen, ontvangen en besturen van gezondheidszorg transformeert.