Laat voor- en tegenstanders rondom maatschappelijke kwesties met elkaar in gesprek gaan. Wat blijkt? De ‘wereld van verschil’ is in de praktijk lang zo groot niet. Maar het beeld van twee uitersten die tegenover elkaar staan, is hardnekkig. En dit versterkt juist de polarisatie doordat mensen in het ‘midden’ zich door media en politiek onder druk gezet voelen om een kant te kiezen.
Dit blijkt uit het nieuw onderzoek Verdeeldheid en verbinding van het Sociaal Cultuur Planbureau (SCP). In dit rapport wordt de civil society rondom vluchtelingen in beeld gebracht; de initiatieven en organisaties die mensen vrijwillig vormen. Het domein van professionele organisaties en burgerinitiatieven blijkt pluriformer en kritischer dan, in het debat over de participatiesamenleving en daarbij braver wordende actieve burgers, wordt aangenomen.
Extreme beelden overheersen
Het onderzoek laat zien hoe landelijke organisaties de afgelopen decennia het beleid rondom vluchtelingen beïnvloeden. Daarnaast worden de voor- en tegenstanders in de Utrechtse wijk Overvecht, waar de gemoederen rondom de komst van een asielzoekerscentrum in 2016 hoog opliepen, in beeld gebracht. Het was de tijd dat het aantal asielaanvragen in Nederland snel steeg en een groeiend aantal mensen zich zorgen maakte over de instroom. ‘Opvallend vond ik dat de mensen in Utrecht die zich inzetten voor vluchtelingen en de tegenstanders in Overvecht elkaar niet kenden, ze kwamen elkaar nauwelijks tegen’, zegt SCP-onderzoeker Wouter Mensink. ‘Met als gevolg dat alleen de extreme beelden van de voor- en tegenstanders overheersen.’ Een respondent stelt in het rapport dat als die de krant niet zou lezen, ‘dan zou ik echt denken dat de wereld alleen maar uit heel lieve betrokken mensen bestaat’.
Het onderzoek laat zien dat de mensen in Overvecht die zich tegen het asielzoekerscentrum keerden, niet per definitie ook tegen vluchtelingen zijn. ‘Ze maakten zich vooral zorgen over de wijk.’ Voor sommige wijkbewoners, die zich al langer druk maakten over de problemen van Overvecht, was de aangekondigde komst van de asielopvang de bekende druppel. Waarom moet de opvang nou net hier komen?, was destijds een veelgehoorde vraag.
In gesprek
Overvecht laat volgens Mensink zien hoe belangrijk het is dat de voor-en tegenstanders rondom maatschappelijke kwesties met elkaar in gesprek gaan en naar elkaars opvattingen luisteren. De ‘wereld van verschil’ blijkt dan lang niet zo groot. ‘Zeker door die grote aandacht in de media voor de uitersten, voor gewelddadige protesten zoals destijds in Geldermalsen, komt de middengroep te weinig aan bod’, aldus Mensink.
Nuance
De aandacht voor het genuanceerde midden groeit al langer. Het Continu Onderzoek Burgerperspectieven van het SCP liet al eerder zien dat er een grote middengroep is die worstelt met hun opvattingen over vluchtelingen en veel minder zwart-wit denkt dan vaak wordt aangenomen. Ook uit het KIS-rapport Bezorgdheid en Veerkracht, blijkt dat Nederlanders veel genuanceerder over de multiculturele samenleving denken dan dat het gepolariseerde debat laat zien.
KIS-onderzoeker Ron van Wonderen ziet de overeenkomsten met de bevindingen van het SCP. ‘Het SCP heeft de casus in Overvecht goed ontrafeld en beargumenteert dat je voor- én tegenstanders als onderdeel van de civil society moet zien. Tegenstanders worden er toch vaak buitengeplaatst en het gevolg daarvan kan juist polarisatie zijn. Terwijl uit het onderzoek blijkt dat de Overvechters, die tegen de komst van de opvang waren, eigenlijk het beste voor hadden met de wijk.’
De vraag dringt zich op of de polarisatie eigenlijk alleen op papier bestaat. Dat is niet het geval, stellen beide onderzoekers. Van Wonderen: ‘De polarisatie is reëel omdat dit gepolariseerde debat wel degelijk gevoerd wordt in de media, in de politiek. Er zijn ook daadwerkelijk extreme groepen, gewelddadige incidenten. En er is ook polarisatie omdat het middenveld het gevoel heeft een kant te moeten kiezen. Dat kwam ook in het KIS-onderzoek sterk naar voren.’
Volgens Mensink is er inderdaad sprake van een zelfversterkend mechanisme. ‘Als je voortdurend leest over voor- en tegenstanders dan ga je zelf ook in dat soort termen denken. Dat viel me ook in de interviews op. Mensen die ik sprak hadden het dan over ‘gescheiden werelden’, over een schisma in de samenleving, om zichzelf later weer te corrigeren. Het is helemaal niet goed in dit soort termen te spreken, zeiden ze dan.’
Nieuwe podia
Volgens de onderzoeker moeten maatschappelijke organisaties en overheden op zoek naar nieuwe podia om voor- en tegenstanders bijeen te brengen. ‘Dat is wel een van de lessen van Overvecht. In Utrecht is er een aardig burgerinitiatief, het Stadspodium, waarbij voor- en tegenstanders in een boksring worden geplaatst. Maar voor de initiatiefnemers was het vaak ook lastig om de ‘gematigde stem’ te laten horen. Het is de vraag of je dus met debatavonden iedereen bereikt. Er moeten echt nieuwe podia gevormd worden.’
Mensink wijst op een initiatief van de Duitse krant Zeit. ‘Deze krant is met het project Deutschland spricht gestart, waarin zeshonderd mensen met verschillende meningen aan elkaar werden gekoppeld voor een ontmoeting, voor een bak koffie. Dat is heel aardig en zoiets zou je ook in Nederland kunnen doen.’
Win-win
Volgens KIS-onderzoeker Van Wonderen is ook de benadering van de lokale overheid van groot belang. ‘De kracht om voor- en tegenstanders te verbinden zit hem er in dat iedereen er beter van wordt. Hebben we er allemaal wat aan? Dat moet de insteek zijn. In Overvecht is bij de komst van het azc tegelijkertijd ook in de wijk geïnvesteerd [Plan Einstein, Movisie ging eerder op bezoek bij deze opvanglocatie én woonproject, red]. Cursussen voor asielzoekers werden bijvoorbeeld opengesteld voor deelname door jongeren uit de buurt. Dat is een win-winsituatie: buurtbewoners en asielzoekers maken kennis met elkaar en bij buurtbewoners wordt tevens het gevoel weggenomen dat alles maar in Overvecht wordt gedumpt.’ Voor Van Wonderen is Plan Einstein in Overvecht een goed voorbeeld voor andere gemeenten. ‘In Utrecht zijn ze er toch in geslaagd om het midden te bereiken.’