Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

De Wvggz is geen reddingsboei in moeilijke situaties

Flabbergasted. (1) Dat was het gevoel dat ik kreeg toen ik het bericht las dat verplichte anticonceptie nu wettelijk mogelijk is. De nieuwe Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) maakt het mogelijk om anticonceptie op te leggen aan vrouwen met psychiatrische problemen. Een onverwachte en geweldige doorbraak, vindt oud-kinderrechter Cees de Groot.

1 augustus 2022

In het kader van de ruimte die geboden wordt door de Wvggz, zijn er ondertussen vier recente gevallen bekend waar anticonceptie aan vrouwen is opgelegd. Het gaat om vrouwen die door een psychiatrisch ziektebeeld niet of onvoldoende voor hun kinderen kunnen zorgen. Overigens doet anticonceptie daar niets aan; het voorkomt enkel dat je (nieuwe) kinderen krijgt. Dit op zich roept al vragen op over de proportionaliteit van deze maatregel. Anticonceptie kan enkel tijdelijk voorkomen dat een nieuwe conceptie zou ontstaan.

Ik ben natuurlijk niet naïef. Er bestaan schrijnende toestanden waarbij familieleden en de maatschappij machteloos lijken en zoeken naar oplossingen voor kinderen die, door omstandigheden, geen veilige thuis hebben of verwaarloosd worden. Maar het gebruik van de Wvggz om hierin op te treden is een flagrante schending van de mensenrechten, in het bijzonder de universele rechten van personen met een handicap: het VN-gehandicaptenverdrag.

Het VN-gehandicaptenverdrag stelt kort door de bocht dat juridische maatregelen, zoals verplichte anticonceptie in dit geval, niet mag worden opgelegd omdat iemand een handicap heeft. Maatregelen kunnen wel worden opgelegd, omdat bijvoorbeeld het kind in gevaar is (het beschermen van kinderen is overigens ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid, eveneens vastgesteld in een VN-conventie).

Maar maatregelen kunnen enkel worden opgelegd op basis van criteria die voor alle burgers gelden. Met andere woorden: wanneer de familie of de maatschappij machteloos is en geen reguliere juridische maatregelen in Nederland heeft om kinderen te beschermen, mag de Wvggz geen reddingsboei zijn om de drempel te verlagen en zo ‘mogelijkheden’ te scheppen bij een groep (psychisch) gehandicapte mensen. ‘Mogelijkheden’ waar een ‘reguliere burger’ – lees: iemand zonder psychische handicap – zich geen zorgen over hoeft te maken.

Ik heb in het verleden reeds bij herhaling gepleit dat de Wvggz nooit door het parlement had mogen komen. Dat je van onze parlementariërs mag verwachten dat ze het mensenrechtenkader als spiegel of kader moeten gebruiken. Misschien is het een idee om het VN-mensenrechtenkader op te nemen in artikel 60 (Ambtsaanvaarding parlementsleden). Sommigen zullen zeggen dat dit er al staat: parlementariërs leggen bij de aanvaarding van hun ambt in de vergadering een “eed, dan wel verklaring en belofte, van zuivering af en zweren of beloven zij trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van hun ambt.” (2) Het VN-mensenrechtenkader heeft betrekking op de Nederlandse wetten en wordt immers beschouwd als deel van de Nederlandse rechtsorde.

Dat parlementariërs dat met de stemming van de Wvggz niet gedaan hebben, zie ik als een falen. Te vaak denken we in Nederland dat een probleem opgelost wordt door een ‘reparatie- of uitzonderingswet’. Zo gaan we ook met privacy om. Privacy is heilig, tenzij we medische gegevens willen uitwisselen of de belastingdienst bankgegevens wil inzien. Of wanneer we camera’s bij het binnenrijden van het dorp plaatsen als (preventieve) maatregel om misschien in de toekomst ooit een misdrijf te kunnen oplossen. Waarom heb je grondwetten (en mensenrechten) als er voor alles een uitzondering gemaakt kan worden? Omdat het iemand ‘nu eens even niet goed uitkomt’? De Wvggz had er simpelweg nooit mogen komen.

Ruimte voor vreugdekreten is er dus niet. Eerder verontwaardiging en intrinsieke verwondering dat het ons als burgers en als maatschappij kan overkomen dat we blij worden wanneer mensen het slachtoffer worden van een mensenrechtenschending. Door de opgelegde anticonceptie zijn de rechten van deze vrouwen geschonden. Laat we het in onze oren knopen dat in de toekomst we vrijheidsberoving, de integriteit van het lichaam, de keuzes die mensen in hun leven maken, nooit mogen beperken omdat iemand een handicap heeft, maar enkel om het gevaar dat daadwerkelijk ontstaat.

De beperkende maatregelen die de maatschappij burgers oplegt, worden bepaald door het gevaar dat ze creëren. En deze gelden voor iedereen: of ze nu een handicap hebben of niet. De Wvggz is geen reddingsboei in situaties met mensen met een psychische handicap, waar we anders niet zouden kunnen handelen (en veiligheid creëren). Als Wvggz hiervoor gebruikt wordt, en de casus van deze vier vrouwen illustreert dat, schenden we mensenrechten. En dat is echt wel een reden om flabbergasted te zijn (zie ook de column van Rosanne Hertzberger). (3)

  1. Geef toe, ‘flabbergasted’ klinkt anders dan verbouwereerd. Je hebt zo van die woorden die geen echte vertaling hebben en die in je hoofd blijven resoneren.

  2. https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vkugbqvea4za/artikel_60_ambtsaanvaarding

  3. https://www.nrc.nl/nieuws/2022/07/09/stilletjes-is-het-verbod-om-zwanger-te-worden-ingevoerd-a4135978

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.