Bij de presentatie van het hoofdlijnenakkoord gaf Geert Wilders aan dat ‘De zon weer gaat schijnen in Nederland’. Er gaat volgens hem veel ten goede veranderen. Enkele dagen na de presentatie werd hij op zijn wenken bediend door de CPB doorrekening. De koopkracht in de plus, minder werkloosheid en minder armoede dan voorzien in het basispad van het CPB. Natuurlijk kon Wilders het niet laten om een kop met “CPB: Meer koopkracht, minder armoede dankzij coalitieplannen” te retweeten met drie keer mooi. En NSC leider Omtzigt vatte voor zijn bijna 0,5 miljoen volgers op X de doorrekening als volgt samen: “Het hoofdlijnenakkoord is een netto ombuiging (bezuiniging). Toch zegt het CPB: door deze plannen stijgt het BBP, daalt de werkloosheid, is er meer koopkracht en is er minder werkloosheid dan als we het huidige beleid doorzetten.”
Door het hoofdlijnenakkoord daalt volgens het CPB het aantal personen in armoede in 2028 met 0,7 procent-punt naar 4,7 procent.
Ook daalt de armoede onder kinderen in 2028 met 0,6 procent-punt naar 5,3 procent. De werkloosheid komt uit op 4,3 procent in 2028, dat is 0,3 procent-punt lager dan in het basispad. Dit komt vooral doordat als gevolg van de verlaging van het eigen risico de werkgelegenheid in de zorg stijgt met 19.000 werknemers. Als een soort manna uit de hemel worden deze zorgbanen gecreëerd.
Nu hebben de opstellers van het hoofdlijnenakkoord handig aan de knoppen zitten draaien van een CPB model. Volgens politiek duider Frank Hendrickx is hierin de hand zichtbaar van NSC-leider Pieter Omtzigt, informateur Elbert Dijkgraaf en VVD-onderhandelaar Eelco Heinen (VK, 25 mei). Deze hand is ook in het hoofdlijnenakkoord zichtbaar. Voor het terugdringen van kinderarmoede wordt 300 miljoen euro besteed aan een hoger kindgebondenbudget en voor het terugdringen van armoede wordt de huurtoeslag verhoogd met 500 miljoen. Ook het verlagen van het eigen risico zorgt voor lagere armoede. Dit komt doordat lagere inkomens via een hogere zorgtoeslag worden gecompenseerd voor een hogere nominale zorgpremie.
Voor de nadelen is daarentegen geen enkele aandacht. Integendeel zelfs, toen bleek uit de doorrekening dat het kinderarmoedecijfer net iets boven het referentiejaar 2024 uitkwam gaf NSC-leider Omtzigt in het debat met de informateurs aan dat dit in het regeerprogramma gecorrigeerd dient te worden. In het CPB model -zo wist hij als geen ander- kan dit bijna alleen gecorrigeerd worden door een nog hoger kindgebondenbudget. Geen woord echter over de nadelen van een verhoging van dit budget bijvoorbeeld voor de arbeidsparticipatie van tweeverdieners, die overigens wel zijn opgesomd in het verkiezingsprogramma van NSC.
De nadelen van hogere toeslagen zijn alom bekend. Zij zijn complex en veel gezinnen zuchten onder een hoge marginale belastingdruk als gevolg van toeslagen. Hierdoor zal een stijging van het bruto inkomen niet of amper resulteren in een hoger beschikbaar inkomen. Het gevolg is dat men vaak parttime werkt. Indien men gebruikmaakt van zowel de huur- als de zorgtoeslag en een kindgebondenbudget zal een stijging van het bruto inkomen zelfs resulteren in een lager beschikbaar inkomen en is men dus gevangen in een ”armoedeval”. Ook andere maatregelen uit dit hoofdlijnenakkoord zoals het opschorten van de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in de bijstand leiden tot een lager arbeidsaanbod. In 2011 is afgesproken deze zogenoemde aanrechtsubsidie af te bouwen om de arbeidsparticipatie onder de minstverdienende partner te bevorderen.
Nu is het in deze doorrekening wel zoeken naar de effecten op het arbeidsaanbod. In tegenstelling tot eerdere doorrekeningen heeft het CPB dit nu niet opgenomen. Ook is een gebruikelijke kanttekening dat op termijn de arbeidsvraag zich aan het arbeidsaanbod aanpast en de extra werkgelegenheid in de zorg de werkgelegenheid in de marktsector verdringt weggevallen.
Het zou daarom wenselijk zijn als het CPB deze effecten alsnog in kaart brengt bijvoorbeeld voor het debat over de regeringsverklaring. Dan kan er ook rekening worden gehouden met het gegeven dat sommige maatregelen zoals een kortere WW ook een positief effect op het arbeidsaanbod kan hebben. Overigens geven eerdere doorrekeningen aan dat dit effect beperkt zal zijn.
Belangrijk is ook eerdere doorrekeningen een afruil tussen korte en lange termijn werkgelegenheid (‘arbeidsaanbod’) en armoede laten zien. Het terugdringen van armoede heeft een prijs in een steeds hogere armoedeval en minder arbeidsaanbod. Het plaatst ook een heel groot vraagteken bij de uitkomst van 19.000 meer banen in de zorg.
We komen nu al 55.000 medewerkers tekort in de zorgsector en reëler is dat dit de komende jaren alleen maar oploopt. Bij het laatste dient ook te worden aangetekend dat de beperking van de migratie meegenomen moet worden. Projecten om vluchtelingen om te scholen tot zorgmedewerkers kunnen in de ijskast. Een cijfer daarop plakken is moeilijk, omdat er veel wensdenken in akkoord staat. Eén ding is zeker. Het hoofdlijnenakkoord zal de zon op de arbeidsmarkt zeker niet laten schijnen!