Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Doorbreek de vicieuze cirkels van jeugdzorg

In 2015 is de decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten ingezet, die de voorbije jaren veelal gepaard ging met klachten over regeldruk, administratieve lasten, wachtlijsten en oplopende tekorten bij gemeenten. En dan zijn er ook nog de nodige schandalen bij zorgaanbieders. Kortom, er is veel onvrede in de keten van jeugdzorg en er wordt vaak naar elkaar gewezen. Het is in het belang van de cliënt om anders te denken en te handelen.

28 mei 2021

Door Melle Wijma en Frank van Kuijck

In de onderstaande whitepaper beschrijven wij een mogelijke aanpak en denklijn over de vicieuze cirkels waarin jeugdzorg zich begeeft en hoe deze kunnen worden doorbroken om eens echt een stap te zetten naar betere resultaten.

Al decennialang bestaan kritische geluiden over de jeugdzorg en dan met name over de cliëntpositionering en de werking van het stelsel. De verantwoordelijk minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Hugo de Jonge, heeft maatregelen aangekondigd om het stelsel ‘op de schop te nemen’. Maar is daarmee het lek boven? Wij pleiten voor een visie op samenwerking, herstel van vertrouwen en het transparanter inrichten van de keten. We nemen je mee in de perspectieven van de verschillende belanghebbenden, we duiden de vicieuze cirkel van jeugdzorg en laten zien dat het mogelijk is om hieruit te komen.

Conclusies op de perspectieven

De perspectieven op de decentralisaties geven geen positief beeld over de stand van zaken in de jeugdzorg. Partijen zijn ontevreden over elkaars functioneren. Zijn de maatregelen van De Jonge voldoende? Het antwoord daarop is volmondig nee. De maatregelen zien toe op structuuraanpassingen en het voorschrijven van afspraken waaraan zowel gemeenten als zorgaanbieders zich (beter) moeten houden. Gaat de gewenste en noodzakelijke transformatie van het stelsel op basis daarvan ineens wel plaatsvinden? Laten we eerlijk zijn, dit alles kan niet alleen en exclusief vanuit Den Haag geregeld worden. Partijen moeten hier in alle gevallen zelf invulling aan geven zonder te verschuilen achter ‘Haagse spelregels’ of het ontbreken ervan.

De vicieuze cirkels van jeugdzorg

Dat ontwikkelingen zich herhalen is een bekend fenomeen in de jeugdzorg, maar met de huidige frequentie wordt de vicieuze cirkel waarin de jeugdzorg zich bevindt wel erg pijnlijk zichtbaar. De vicieuze cirkel is samen te vatten in de volgende drie kernvragen die aanleiding waren voor de decentralisaties.

  • Wie is verantwoordelijk voor het stelsel, dat nog onvoldoende is ingericht en functioneert?

  • Hoe richten we nu het stelsel in?

  • Wat moet de kwaliteitsborging opleveren?

Uit de cirkel komen

Maar er is goed nieuws. De vicieuze cirkel kan doorbroken worden. Dat start met twee cruciale zaken: 1) het analyseren van de geleverde zorg en 2) het in kaart brengen van de cliënt.

De start ligt bij het in kaart brengen van de huidige zorgverstrekking om vervolgens betere keuzes te maken. De enige mogelijkheid om uit de cirkel te komen is dat gemeenten eerst kijken naar hun eigen doelmatigheid en bedrijfsvoering om vervolgens een beter opdrachtgever te kunnen zijn richting de zorgaanbieders.

Een nieuwe start van jeugdzorg

Een nieuwe start voor de jeugdzorg vereist een goede data-analyse: het analyseren van de geleverde zorg en het in kaart brengen van de cliënt. Pas dan kunnen betere keuzes gemaakt worden. Bij het analyseren van de geleverde zorg draait het om de parameters van kwaliteit, geld, aantallen en tijd. Deze parameters geven bestaande verbanden weer tussen de ingezette expertise, de kosten, het aantal cliënten dat kan worden geholpen en de duur en intensiteit van de trajecten. Deze parameters komen terug in wat wij duiden als de zorgmatrix. Met de zorgmatrix kan het zorgpad van de cliënten worden ontleed.

Uit ons onderzoek blijkt dat de zorgkosten bij het eerste en tweede zorgtraject van een jongere gemiddeld tussen de € 3.000 en € 7.000 liggen. De kosten van het derde tot en met het vierde traject lopen op naar gemiddeld € 70.000 waarbij de uitstroom afneemt. De kans op verbetering ligt niet bij de start, maar bij de opvolgende trajecten.

Aandachtspunten zijn hierbij dat:

  • De gemeentelijke toegang zich niet richt op jongeren uit gezinnen met diverse problemen

  • De toegang daadwerkelijk moet regie voeren op jongeren vanaf het derde zorgtraject

  • We moeten inzetten op de vijftien tot twintig zorgorganisaties die 80% van de gemeentelijke middelen gebruiken

Perspectief van de nieuwe jeugdzorg

De basis van een nieuwe start voor de jeugdzorg ligt in het continu analyseren van de zorg en van daaruit veranderingen doorvoeren. Vervolgens kunnen keuzes worden gemaakt over strategisch partnerschap met de zorgaanbieders. Het gaat uiteindelijk niet om het anders inrichten van organisaties en bestuurslagen, maar om het beter maken van de dienstverlening. De kans om iets te maken van de ‘nieuwe werkelijkheid’ rondom de jeugdzorg ligt in de bedrijfsvoering en niet in de inkoopmodellen. De bedrijfsvoering moet het zorglandschap faciliteren. De bedrijfsvoering moet de verbinding leggen tussen zorgaanbieder en gemeente.

Zodra het over bedrijfsvoering in de zorg gaat is vaak het tegengeluid dat de systeemwereld niet leidend moet zijn. Hier zijn wij het mee eens. Het gaat om de inhoud en de cliënt, maar helaas zien we in de praktijk dat de vaak verouderde systeemwereld juist wel leidend is en afbreuk doet. Laat de systeemwereld niet leidend zijn, maar intelligent ondersteunend.

Samenwerken aan een betere jeugdzorg

De bedrijfsvoering is de brug van de inhoud naar een goede samenwerking tussen de gemeenten en zorgaanbieders. En in deze samenwerking moeten fundamentele wijzigingen worden aangebracht.

Het huidige verantwoordingsstelsel voor het hele sociaal domein moet op de schop. Het is noodzakelijk een integraal en duidelijk afsprakenstelsel te maken voor sturing van de afspraken tussen zorgaanbieders en gemeenten.

Op basis van de bestaande knelpunten, ervaringen en opgaven wordt een ADREM antwoord voorgesteld. Snelheid is geboden. De ADREM methodiek zet in op een helder kader met daarin de afspraken, wijze van toezicht en beoordeling. Dit op zowel de dienstverlening, bedrijfsvoering als organisatieontwikkeling. De methode vraagt aandacht voor de thema’s:

Ambitie – Doelmatigheid – Rechtmatigheid – Economie – Maatschappij

De basis van het model is de samenwerking tussen partijen met ruimte voor maatwerk. Vanaf het opstellen van de indicatoren tot de verantwoording en verdere professionalisering van het stelsel is er een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

De stappen zijn de volgende:

  • Vooraf spreken gemeenten en aanbieders de verwachtingen goed met elkaar af en sturen daar samen op.

  • Op basis van risico-indicatoren en beheersmaatregelen wordt bepaald of een aanbieder laag, midden of hoog scoort.

  • Afhankelijk van de score worden afspraken bijgesteld.

Het mes snijdt hierbij aan twee kanten: als beoordelingsinstrumentarium en als beloningsinstrument door de zorgaanbieder te belonen bij aantoonbaar goed en beter presteren.

Inhoudelijk en op hoofdlijnen ziet ADREM er als volgt uit:

Als winstpunten van deze samenwerking zien wij de volgende resultaten:

  • Samenwerken aan een beter stelsel voor de cliënt en leveren van duurzame kwaliteit.

  • Heft in handen nemen en terugwinnen vertrouwen in het sociaal domein en het stelsel.

  • Een betere dienstverlening door een optimale bedrijfsvoering.

  • Slimmer inrichten van het stelsel met doelmatige en doeltreffender keuzes.

  • Afslanken van de controle- en toezichtsketen en dito kosten

De vicieuze cirkel van jeugdzorg wordt enkel doorbroken door het met elkaar beter te doen.

Melle Wijma is directeur van TransitiePartners. Frank van Kuijck is associate partner bij TransitiePartners. Lees ook de andere artikelen van TransitiePartners.

Lees de complete visie en uitwerking in de whitepaper Doorbreek de vicieuze cirkels van de jeugdzorg.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.