Tijdens de start van een nieuwe Dementievriendelijke Gemeente zitten we met een kerngroep van vrijwilligers en betrokkenen om de tafel. Terwijl iedereen zich voorstelt word ik geraakt door de persoonlijke verhalen over waarom deze mensen zich willen inzetten voor een dementievriendelijke samenleving. Allemaal zijn ze op zoek naar wat dementievriendelijk betekent en kan bijdragen aan de maatschappij. Iets waar scholing een belangrijke rol in kan spelen. Bovendien is “naar meer kennis” een van de doelstellingen van onze lokale dementievriendelijke netwerken.(1) Bij de combinatie dementie en onderwijs denken we echter al snel aan de gespecialiseerde zorgopleidingen in het MBO en HBO. Maar er zijn meer kansen om vanuit onderwijs bij te dragen aan een dementievriendelijke samenleving!
Dementie in het onderwijs
Zo heeft de gemeente Oisterwijk een project waarbij kinderen van groep 7 en groep 8 van alle basisscholen regelmatig op visite gaan bij mensen met dementie. De kinderen krijgen in de klas eerst een gastles. Hierin wordt uitgelegd wat het brein is, hoe het werkt en wat het doet en wat er gebeurt als je een vorm van dementie krijgt. Daarna gaan groepjes kinderen op bezoek bij bewoners van verpleeghuizen met dementie. De kinderen mogen meedoen bij de dagelijkse activiteiten, tafel dekken, koffie en thee serveren, de krant lezen of een stukje wandelen met de rolstoel. Op deze manier kunnen de kinderen zien wat het is om oud te worden en te voelen hoe fijn het kan zijn om iets voor iemand anders te doen. En de bewoners? Die zorgen ervoor dat alles wordt geregeld voor de kinderen, dat zij het fijn hebben. De bewoners bloeien vaak helemaal op. Ook het personeel wordt door deze wervelwindbezoeken opgewekt en heeft een werkdag met veel plezier. Het mes snijdt aan veel kanten.
Achter de voordeur
Als dementievriendelijke samenleving kunnen we dus op veel verschillende manieren daadwerkelijk verschil maken in het dagelijks leven van mensen met (beginnende) dementie en hun mantelzorgers. Wat tijdens het uitwisselen van praktijkverhalen met de kerngroep duidelijk wordt, is dat het vooral belangrijk is om bij mensen met dementie thuis te komen, achter de gesloten voordeuren. Dat roept bij mij vragen op, want wie komen er eigenlijk nog bij mensen achter de voordeur? Hoe kunnen zij dementie herkennen en bijdragen aan een dementievriendelijke aanpak? En wat vraagt dat van ons, de burger?
Dementievriendelijk zijn als onderdeel van burgerschap
Iemand met dementie is vaak bang, onzeker of onrustig. Onderwijs om dit te herkennen kan dan ook niet vroeg genoeg beginnen. Er zijn talrijke voorbeelden van kinderdagverblijven die samen met ouderen muziek maken. Zo leren kinderen met het zingen van liedjes al snel dat ook iemand die oud is of dementie heeft, wel degelijk nog gewoon mens is en kan stralen.
Dementievriendelijk onderwijs gaat voor mij dan ook vooral over die onderdelen binnen het onderwijs die ieder kind, iedere leerling en iedere student laten zien dat menselijk contact en aandacht voor de ander hoort bij onze huidige samenleving. Een apart lessenpakket is hiervoor heel bruikbaar, maar denk ook aan integratie van dit onderwerp in het reguliere curriculum. Ook kan dementie eens een rol spelen in de voorbeelden die een docent gebruikt, of kan iemand met (beginnende) dementie uitgenodigd worden in de klas om te vertellen over zijn of haar leven.
Oproep voor dementievriendelijk onderwijs
Om taboedoorbreking te stimuleren en te zorgen dat mensen met een geheugenprobleem kunnen blijven meedoen in onze samenleving, is het dus juist zaak om de brug te slaan tussen onderwijs, de gemeente en de dementievriendelijke gemeenschap. Zo ben ik erg benieuwd naar de eerste gemeente die samen met bijvoorbeeld basisscholen, vmbo en HAVO-VWO activiteiten in de wijk organiseert rondom een dementievriendelijke gemeenschap. Niet als extra lessenpakket, maar gewoon als onderdeel van burgerschap in onze samenleving!
(1) Doelstellingen
Lees meer over dit onderwerp in het dossier dementievriendelijk.