In 2019 zien we voor het eerst in jaren een daling in zowel het aantal cliënten als in de kosten van niet-contracteerde zorg voor wijkverpleging. Dat blijkt uit onderzoek van Vektis.
Tabel 1. Aantal cliënten en % in (niet-)gecontracteerde zorg wijkverpleging*
Tabel 2. Kosten en % in (niet-)gecontracteerde zorg wijkverpleging*
*Het is mogelijk dat een aantal zorgverzekeraars nog (kleine) wijzigingen in contractinformatie doorgeven. Deze wijzigingen zullen worden meegenomen in de verdiepende vervolgrapportage begin 2021.
De vergoeding van niet-gecontracteerde zorg is doorgaans lager dan de vergoeding van gecontracteerde zorg. Toch liggen de kosten per cliënt per jaar in de niet-gecontracteerde zorg een factor 1,7 hoger dan in de gecontracteerde zorg voor wijkverpleging voor de jaren 2017-2019. Dit betekent dat er in de niet-gecontracteerde zorg meer dan tweemaal zoveel uren zorg per cliënt per maand verleend is voor de betreffende jaren. Dit verschil is kleiner geworden in de tijd.
Vektis heeft de kerncijfers voor de wijkverpleging opgesteld in opdracht van de partijen van het Hoofdlijnenakkoord wijkverpleging en vervolgens gedeeld met de Tweede Kamer. Begin 2021 leveren wij aan hen ook een verdiepende vervolgrapportage over de jaren 2016-2019 op.
Ook in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) nam tot en met 2018 de niet-gecontracteerde zorg ieder jaar toe. Voor de ggz zijn echter nog geen cijfers voor 2019 beschikbaar, doordat de wijze van bekostiging anders is en de gegevens over 2019 medio 2021 compleet zijn.
Tabel 3: aantal patiënten en % in (niet-)gecontracteerde ggz
Tabel 4. Kosten en % in (niet-)gecontracteerde ggz
*In 2018 zijn de declaraties van 2 kleine zorgverzekeraars wel meegenomen in tegenstelling tot 2016 en 2017, dit heeft effect op het volume.
Aan de hand van deze cijfers over het aandeel niet-gecontracteerde zorg heeft Minister de Jonge besloten om het wetsvoorstel ‘bevorderen zorgcontractering’ niet in te dienen. Bij goedkeuring van dit voorstel kan de overheid voor bepaalde (deel)sectoren de hoogte van de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg in (nadere) regelgeving vastleggen. Hierdoor zou dit dus niet langer worden overgelaten aan verzekeraars en de daarover ontstane jurisprudentie.
De minister wil eerst aankijken of de andere inspanningen die zijn ingezet voldoende bijdragen aan het verminderen van niet-gecontracteerde zorg. Daarnaast is een wetswijziging voor de ggz nog te prematuur, aangezien de cijfers voor de ggz over 2019 in 2021 gepubliceerd kunnen worden.
Het maken van (meerjarige) afspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders – de gecontracteerde zorg – is een belangrijk onderdeel van het proces om te komen tot goede en betaalbare zorg. Vektis monitort daarom in opdracht van de partijen van het Hoofdlijnenakkoord wijkverpleging en ggz de ontwikkeling van het aandeel niet-gecontracteerde zorg.