Aanbieders van zorg voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking zetten op verschillende manieren technologie in bij de nachtzorg. Denk aan uitluistersystemen, camera’s of sensoren. Over het algemeen wordt daar goed gebruik van gemaakt. Het past bij de problematiek en behoeften van cliënten en zorgverleners. Maar het ontbreekt vaak aan vastgelegde werkprocessen en afspraken over het omgaan met informatie. Daardoor kunnen bijvoorbeeld signalen gemist worden en het bemoeilijkt de overdracht tussen de dag- en nachtzorg.
Dat schrijft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) na een verkennend onderzoek bij tien aanbieders in de gehandicaptenzorg die gebruik maken van technologie in de nachtzorg. Zij sprak met cliënten, hun vertegenwoordigers, zorgverleners en managers/directie. Het doel was om zicht te krijgen op het gebruik van technologie en of daarbij wordt voldaan aan de juiste randvoorwaarden. Bij randvoorwaarden gaat het onder andere om het vastleggen van gegevens, up-to-date software en het kunnen omgaan met storingen. Maar ook over inzet van technologie die past bij de wensen en behoeften van een cliënt.
De inspectie noemt naast aandachtspunten ook enkele praktijkvoorbeelden ter inspiratie. Zij blijft in haar toezicht aandacht houden voor dit thema, ook in andere zorgsectoren zoals de verpleeghuiszorg en geestelijke gezondheidszorg.
Publicatie: Inzet technologie in de nacht bij gehandicaptenzorg: leg afspraken goed vast
