“Game-therapie kan jongeren met complex trauma helpen om hun emoties beter te leren reguleren”, stelt onderzoeker en psycholoog Angela Schuurmans. “De verbetering in emotie-regulatie vaardigheden en de positieve ervaring die wordt opgedaan met therapie, dragen bij aan effectieve vervolgbehandeling gericht op de onderliggende trauma’s.” Op 28 oktober vorig jaar promoveerde zij aan de Radboud Universiteit op haar proefschrift ‘Breathe and Let Be’. Aan ons de eer om een aantal vragen te stellen over dit mooie onderzoek.
“Ons vertrekpunt was de groep getraumatiseerde jongeren die in jeugdzorginstellingen woont”, trapt Schuurmans af. “Zij kampen vaak met een opeenstapeling van trauma’s, wat leidt tot complex trauma. Bij hen is het niet altijd mogelijk om te starten met traumatherapie, dit kan namelijk erg spannend zijn voor jongeren. Bij traumabehandeling ga je terug naar de nare dingen die zijn gebeurd, daar hebben jongeren niet altijd zin in. Ook zijn er bij deze jongeren vaak eerdere behandelingen geweest die niet hebben geholpen. Daardoor hebben ze weinig vertrouwen in hulpverlening.
Daarnaast kan het zijn dat ze nog niet de skills hebben om hun emoties te reguleren, om op adequate wijze om te gaan met de boosheid, het verdriet en andere gevoelens die opkomen bij zo’n behandeling. Jongeren hebben daar meer moeite mee dan volwassen, ook omdat de hersenen pas volledig ontwikkeld zijn op je 25e.”
Centrale vraag van Schuurmans’ onderzoek was: hoe kun je deze doelgroep wél behandelen? Om hier antwoord op te krijgen, wilde ze graag eerst weten wat het meemaken van langdurig trauma met de lichamelijke stressreacties doet. Dit deed de promovenda door een aantal biologische parameters van getraumatiseerde jongeren te vergelijken met de waarden bij een controlegroep. “Het idee erachter is dat je bij stress ziet dat het lichaam ook anders gaat werken: er wordt meer cortisol aangemaakt, je hartslag gaat omhoog”, legt ze uit.
“Na een stressreactie herstelt je lichaam normaal gesproken, maar deze jongeren zijn dermate lang blootgesteld aan stress, dat er fysieke veranderingen zijn ontstaan. Deze veranderingen zijn bij hen blijvend: nadat de stress voorbij is, gaan hartslag en cortisol niet meer terug naar hun ‘normale’ niveau, maar blijven hoog of juist laag. Bij een volgende stresssituatie reageren ze anders: of het lichaam over-reageert óf er vindt juist geen stressreactie plaats. Langdurig trauma kan dus leiden tot zowel over- als onder-reageren op stress. ”
Om deze lichamelijke stressreacties vast te stellen lieten de promovenda en haar onderzoeksteam een stresstaak uitvoeren door de deelnemers. Ze moesten een spreekbeurt houden en een liedje zingen voor een videocamera, waarvan ze dachten dat deze opnam. Dit veroorzaakt stress. Vervolgens werden hartslag gemeten en speeksel afgenomen om het cortisol-gehalte vast te stellen. De uitkomst? Schuurmans: “We zagen significante verschillen tussen de groepen. Zo hadden de getraumatiseerde jongeren tijdens de rustperiode voorafgaand aan de stresstaak een hogere activatie van stress in de hartslag en een hogere cortisolwaarde. Tijdens de stresstaak lieten deze jongeren een sterkere activatie van de hartslag en juist een minder sterke cortisolreactie zien, in vergelijking met de niet-getraumatiseerde controlegroep.”
Daarna kregen de getraumatiseerde jongeren zes weken lang game-therapie. Via een app deden ze met behulp van een iPad ontspanningsoefeningen in een virtuele omgeving: bijvoorbeeld op het strand, in de woestijn of het regenwoud. Via een hoofdband werd ondertussen de hersenactiviteit gemeten voor neuro-feedback. Ben je ontspannen of juist heel erg gespannen? Op basis van die gegevens ging de wind bijvoorbeeld harder waaien in het spel. Dus hoe rustiger je bent, hoe zachter de wind. Zo krijg je feedback en leer je hoe je jezelf rustiger maakt. Leuk aan het spel vonden de jongeren dat ze punten én awards konden verdienen.
“De game-therapie wierp haar vruchten af”, vat Schuurmans krachtig samen. “Na de interventie lieten de jongeren al verbeteringen zien op verschillende vlakken. Zowel de jongeren zelf als mentoren rapporteerden een vermindering van posttraumatische symptomen. Daarnaast vonden we ook fysiologische verschillen. De jongeren hadden na de therapie tijdens de rustmeting een lagere activatie van het stress-systeem in hartslag. Hun cortisolrespons werd tijdens de stresstaak juist sterker, waardoor het lijkt alsof ze hier minder onder-reageerden op stress. Al met al gingen deze waarden meer lijken op die van de groep niet-getraumatiseerde jongeren. ”
Dit onderzoek klinkt hoopvol en een mooie volgende stap is om game-therapie beter te implementeren in de behandelpraktijk. “Game-therapie is relatief nieuw. Wetenschappelijk zijn er nu bewijzen gevonden dat games werken, maar het blijkt lastig om de game-therapie daadwerkelijk in te zetten. Behandelaren kennen het lang niet altijd. Het is dus zaak om deze vorm van therapie bekender en toegankelijker te maken. Het zou mooi zijn als er al tijdens de opleidingen aandacht besteed wordt aan deze vorm van behandeling.”
Benieuwd naar alle resultaten? Lees het proefschrift ‘Breathe and let be: Improving posttraumatic stress and neurobiological dysregulation with game-based meditation therapy among traumatized adolescents in residential care’.