Sinds een tijdje heeft mijn zorgverzekeraar een app waarmee ik een vergoeding kan verdienen als ik voldoende beweeg. Het is een trend die ik interessant vind. Privé, omdat ik een beloning voor gezond gedrag niet links laat liggen; maar vooral ook professioneel, omdat we vanuit Avans Hogeschool onderzoek doen naar de manier waarop technologie ingezet kan worden door professionals in het sociaal- en zorgdomein. Vragen die we tijdens ons praktijkonderzoek stellen zijn kritisch-constructief: het is redelijk om te veronderstellen dat technologie de toolbox van professionele hulp uitbreidt en daar zijn ook al vele voorbeelden van; maar komt die ontwikkeling ook echt ten gunste van mensen voor wie ze het meest nodig of nuttig zijn?
Het is vakantie en ik heb meer dan genoeg tijd om mijn reflecties eens op papier te zetten. Ik heb over dit soort apps specifiek geen grondig onderzoek gedaan en zal dan ook zeker geen namen noemen van verzekeringen of app-ontwikkelaars, maar een aantal dingen viel me bij het gebruik en bij gesprekken met andere gebruikers al op - en die geven te denken.
Deze specifieke gezondheidsapp meet mijn stappen - en als ik een armbandje of smartwatch zou dragen eventueel ook mijn hartslag. Bij voldoende stappen/verhoogde hartslag ontvang ik punten. Daarmee kan ik voor cadeaubonnen sparen. Het is een beloningssysteem dat werkt. Maar hoe en voor wie?
Ik hoorde verhalen van drie mensen die om verschillende redenen hun doelen niet haalden en afhaakten. Degene met een pollenallergie gaf aan het behalen van 7.500-10.000 stappen per dag veel te zwaar te vinden; zoveel buiten zijn leidde tot kortademigheid, en voor een loopband thuis was geen plek. Degene met artrose zei dat ze met krachttraining, of andere activiteiten om tot een verhoogde hartslag te komen, vaak veel te ver over haar grenzen gaat; met meer pijn tot gevolg. De derde had een vergroeide teen waardoor hij moeilijk liep en hij fietste liever, maar dat werd alleen niet als activiteit geregistreerd.
De verzekeraar zal zeggen: waar een wil is, is een weg. Degene met de pollenallergie kan naar de sportschool om krachttraining te doen, degene met artrose kan gaan wandelen en de teenpatiënt moet dan maar wat harder gaan fietsen. Maar dat is toch bezijden de realiteit. Mensen hebben hun heel persoonlijke gezondheidsprofiel, waar veel stappen lopen of een verhoogde hartslag mogelijk helemaal niet bij past. Degene met een allergie is niet zo zeer gericht op fysieke, maar sociale gezondheid: zich niet te laten belemmeren en er tóch op uitgaan. Voor de vrouw met artrose doet yin-yoga wonderen. Dat is gezond gedrag, maar het wordt niet beloond. De man met de teenoperatie zal een tijdje moeten revalideren, dus ook (hard) fietsen zit er even niet in. De app is te simplistisch voor menselijke complexiteit. Het is een gezondheidsapp voor gezonde mensen.
Zelf vond ik de gretigheid van de zorgverzekeraar om mij van binnen en buiten te leren kennen heel onaangenaam. Het invullen van een zeer uitgebreide digitale vragenlijst over mijn gezondheid levert me weliswaar ook enorm veel punten voor cadeaubonnen op, maar ik heb dan wel mijn hele ziel en zaligheid bij de verzekeraar ingeleverd. Die weet alles van mij en mijn ziektegeschiedenis, terwijl ik maar twee opties terugkrijg: veel lopen of krachttraining. Voor wie is het gebruik van de app dan het gunstigst? Hoe worden mijn gegevens nu of op de langere termijn gebruikt? Met welke algoritmes word ik straks met commerciële boodschappen benaderd, of erger: benadeeld in mijn premie als ik hun targets niet haal?
Een simpel beloningssysteem is leuk voor hen die makkelijk digitaal gemotiveerd kunnen worden om bepaalde doelen kunnen behalen. Maar er is een behoorlijke digitale geletterdheid voor nodig en de beperkte doelen zijn bovendien niet voor iedereen de beste gezondheidskeuze. Het is belangrijk dat ontwikkelaars van gezondheids- of leefstijltechnologie oog hebben voor de complexiteit van menselijke gezondheid en gedrag. En dat zorgverzekeringen hun verantwoordelijkheid nemen, juist ten gunste van mensen met gezondheidsproblemen. Er is nog veel werk te doen.