Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Help! Mijn kind snijdt zichzelf

Zelfverwonding bij jongeren is een veel voorkomend probleem. Het Trimbosinstituut schat dat ongeveer 15% van de jongeren zichzelf weleens beschadigd (1). Bij ouders is de schrik vaak groot en bij hulpverleners is er soms onbekendheid en verontwaardiging. Zo kwam ik verschillende meisjes tegen die vertelden dat artsen op de eerste hulp weigerden bij het hechten een verdoving te geven ‘omdat je dat toch zelf hebt gedaan’. In instellingen werden soms jongeren gestraft omdat ze zichzelf hadden gesneden. Ook ouders straffen soms jongeren en sommige hulpverleners raden ouders ook aan om het gedrag te negeren. Dit is allemaal niet helpend. Voor mensen die meer informatie zoeken is er een goede website: https://sameninmijnschoenen.nl/. In dit stukje gaan we in op wat en niet helpt.

22 september 2023

Oorzaken

Het is belangrijk om te begrijpen dat zelfbeschadiging geen ‘hersenziekte’ is die we kunnen genezen want zelfbeschadiging is net als bijvoorbeeld stoppen met eten een copingmechanisme voor geestelijke pijn. Die pijn komt bijna altijd van twee bronnen. Als eerste gaat het bijna altijd om gevoelige jongeren. We noemen dat ‘differentiële gevoeligheid’: het ene kind is veel gevoeliger voor stress en negatieve ervaringen dan anderen. Dat komt onder andere door karaktereigenschappen, maar ook als gevolg van stress bij ouders rondom de geboorte. Vervolgens zie we in het verleden vaak (vroeg)kinderlijk trauma en negatieve jeugdervaringen, daar zijn gevoelige jongeren kwetsbaar voor. Dat kan zijn trauma met een grote ‘T’ zoals verwaarlozing, mishandeling en misbruik, maar ook trauma met een kleine ‘t’; herhaalde microtrauma’s zoals bijvoorbeeld gepest worden op school, discriminatie of het gevoel ‘anders’ te zijn (eenzaamheid). Sommige jongeren hebben ook moeite met het competitieve karakter van onze samenleving (zie aanvullende informatie (2). Trauma frustreert de psychologische basisbehoeften van verbondenheid, competentie en autonomie (zelfbeschikkingstheorie van Ryan & Deci (3). De gevolgen van trauma zijn veranderingen in de hersenen die een leven lang gevolgen kunnen hebben, zo laat heel recent onderzoek zien (Holz ea 2023 (4). Jongeren trekken zich vaak terug en worden depressief maar laten soms ook woedeaanvallen zien. Bijkomende verschijnselen zijn vaak angst, slapeloosheid, een laag zelfbeeld, boosheid en agressie, jaloezie en eenzaamheid. Angst en slapeloosheid verergeren dit en sociale isolatie veroorzaakt pijn en stress die de pijncentra van de hersenen bereikt. We noemen dat negatieve emotionaliteit. Zelfbeschadiging veroorzaakt de productie van onder meer lichaamseigen morfine (endorfines) iets wat onmiddellijk verlichting geeft. Zelfbeschadiging is daarom een effectief copingmechanisme voor geestelijke pijn, maar ook verslavend (endorfines) en het effect neemt af hoe vaker je het doet en hoe dieper je snijdt. Straffen heeft daarom een averechts effect want dat voegt nog meer relationele pijn toe en bevestigt jongeren in hun lage zelfbeeld. Een jongere die zichzelf snijdt heeft vooral onze compassie en een luisterend oor nodig. Niet straffen dus.

Oplossingen: het medisch model?

Het medisch model gaat ervan uit dat zelfbeschadiging een hersenziekte is die door middel van therapie te genezen is. Als tien jaar is dit beeld aan het kantelen; mensen zijn ingewikkelder (5) en door onderzoek is het inzicht ontstaan dat therapieën en andere interventies een beperkte werkzaamheid hebben, zo blijkt uit een uitvoerige analyse van Weisz e.a. (2017) (6). De boodschap is meer dat hulpverleners kunnen helpen om jongeren met bovengenoemde problemen te leren leven. Dat is geen kleine opgave en vereist afscheid van het idee van ‘de dokter die de ziekte geneest’. Daartegenover staat een meer psychologisch en pedagogisch model dat vooral gericht is op het bevorderen van zelfregulatie. Het idee daarbij is dat door zelfregulatie de pijn vermindert en op termijn zelfbeschadiging afneemt want niemand vind het fijn om zichzelf te snijden en vaak schamen jongeren zich voor de littekens. Hoe bevorderen we zelfregulatie?

Zelfregulatie als doel

Zelfregulatie wordt bevorderd door het bevorderen van de eerder genoemde psychologische basisbehoeften verbondenheid, competentie en autonomie. Als eerste is het dus voor ouders belangrijk om die verbondenheid te bevorderen. Dat is niet gemakkelijk want we hebben allemaal onze eigen morele oordelen, ook over schoonheid en het beschadigen ervan. Afkeurende of geschrokken blikken helpen niet, wel een setje eilandpleisters. Luisteren zonder te oordelen een belangrijke eerste stap (zie hiervoor onderstaand artikel (7). Competentiebevordering kan door veel dingen zoals bijvoorbeeld onderwijs. Onderwijs heeft meer doelen dan alleen Wiskunde, Nederlands en Engels leren, maar ook sociaal emotionele zelfregulatie en persoonsontwikkeling volgens Biesta (2015). Dat geschiedt niet alleen door de les, maar ook door onderling contact met leeftijdsgenoten. Die reguleren elkaar in gedrag (co-regulatie). Een jongere verbieden om naar school te gaan in verband met ‘belastbaarheid’ is in de regel daarom niet werkzaam. Onderwijs heeft ook een belangrijke verbinding met zingeving. Vaak voelen jongeren zichzelf niet. Roy Dings heeft daarvoor drie vragen ontwikkeld ‘wat is voor jou van waarde, wat geeft je energie en wat past bij jou’ (8)? Die vragen zijn de moeite waard om samen door te akkeren en voor de een is het paardrijden en voor de ander creatief bezig zijn of een hulphond. Deze zoektocht is uiterst belangrijk, zeker in onzekere tijden als de adolescentie. Een beetje hulp kan daarbij goed werk doen en is zeker niet op te vatten als een beloning voor het snijden maar juist het aanleren van zelfregulatie! Autonomie verkrijgen jongeren vooral door keuzes te mogen maken en is een belangrijke voorwaarde voor persoonsontwikkeling.

Het gewone leven

Herstel van het gewone leven is hierbij onontbeerlijk. Want de meeste jongeren willen graag ‘gewoon’ zijn. Het beperken van jongeren in hun vrijheid of langdurig opnemen in instellingen is vaak olie op het vuur gooien. Het zijn juist de contacten met leeftijdsgenootjes en andere belangrijke mensen die gedrag in die leeftijd bepalen en daarom heeft ambulante behandeling de voorkeur. Er is binnen het medisch model een zekere blindheid voor de omgeving waarin jongeren leven. Reupert et al. (2022) zeggen dan ook terecht: ‘it takes a village to raise a child’ (9).

Dat wil uiteraard niet zeggen dat alles mag en alles kan. Maar daar kan je samen de dialoog over aangaan. De sociale domeintheorie van Smetana (2006) biedt een praktische handreiking: in het morele domein van goed en kwaad mag je best regels stellen als ouder; bijvoorbeeld geen agressie naar anderen. Maar als de jongere toch agressief wordt is geweldloos verzet beter dan terugvechten. Hou er rekening mee dat jongeren boos doen naar hun ouders als een zelf vervullende voorspelling: ‘zie je wel dat ik niet deug, mijn moeder/vader is boos op mij’. In het veiligheidsdomein zijn er regels en afspraken. Een afspraak kan zijn niet in je gezicht snijden (gevaarlijk) of niet met verkeerde mannen meegaan want vaak straffen ze zichzelf daarmee. Bij vriendinnen/vrienden blijven blijkt de beste preventie voor een verkrachting in het gewone leven. Te laat komen met vriendinnen of vrienden is dus minder erg dan in je eentje s’nachts buiten rondzwerven. Maar in het conventionele domein (‘hoe heurt het’) kunnen we beter afspraken maken want in iedere situatie zijn andere afspraken het beste, want flexibel. Afspraken en deze bespreken werken beter met flexibiliteit dan regels en straf. In het persoonlijke domein (met wie je vrienden bent, wat je aantrekt, je hobby’s) laat je zoveel als mogelijk over aan je kind want dat bevordert autonomie en persoonsvorming en dat is een belangrijke stap om zelfregulatie te bevorderen, de pijn te verminderen en te stoppen met snijden.

Tot slot helpt het voor je kind om in gesprek te gaan met een ander, bij voorbeeld een therapeut (trauma-focused cognitieve gedragstherapie, TFCBT). Het gesprek met anderen helpt, want alleen is het erg moeilijk om uit die cirkel van negatieve gedachten en gevoelens te komen. En dat kost tijd en energie voor ouders om soms op hun handen te gaan zitten in plaats van uit wanhoop een verkeerde oplossing, zoals dwang, te forceren. Want herstel van zelfregulatie en dwang staan met elkaar op gespannen voet. Er bestaan geen snelle oplossingen maar wel liefde en compassie en dat luisterende oor.

  1. www.socialevraagstukken.nl/afname-geestelijke-gezondheid-jongeren-vereist-ander-perspectief/

  2. https://nl.wikipedia.org/wiki/Zelfbeschikkingstheorie/

  3. Holz, N., Zabihi, M., Kia, S.M., Monninger, M.,Aggensteiner, P-M., Siehl, S., Floris, D., Bokde, A., Desrivières, S., Flor, H., Grigis, A. , Garavan, H. , Gowland, P. , Heinz, A., Brühl, R., Paillère-Martinot, J.L., Marie-Laure Papadopoulos O.D. & Paus, T., Marquand, A. (2023). A stable and replicable neural signature of lifespan adversity in the adult brain. Nature Neuroscience. 26. 1-10. 10.1038/s41593-023-01410-8.

  4. www.zorgethiek.nu/boekrecensie-mensen-zijn-ingewikkeld-floortje-scheepens

  5. Weisz, J.R., Kuppens, S., Ng, M.Y., Eckshtain, D., Ugueto, A.M., Vaughn-Coaxum, R., & Fordwood, S.R. (2017). What five decades of research tells us about the effects of youth psychological therapy: A multilevel meta-analysis and implications for science and practice. American Psychologist, 72, 79–117.

  6. https://www.hsleiden.nl/binaries/content/assets/hsl/lectoraten/residentiele-jeugdzorg/nieuws/artikel-luisteren-zonder-oordelen-1.pdf

  7. https://kenniscentrum-kjp.nl/professionals/proefschriften/not-being-oneself/

  8. Reupert, A., Straussner, S. L., Bente, W., Darryl, M. (2022). It Takes a Village to Raise a Child: Understanding and Expanding the Concept of the “Village”. Frontiers in Public Health, 10, DOI=10.3389/fpubh.2022.756066

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.