Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Hoe ga je als gemeente om met statushouders?

Een van de grootste problemen van deze tijd is de enorme stroom vluchtelingen wereldwijd. We kennen allemaal nog de beelden van de televisie en uit de kranten. Stromen vluchtelingen vanuit Syrië en Noord-Afrika die hun vaderland ontvluchten en proberen noodgedwongen elders een nieuw bestaan op te bouwen. Hoe ga je daar als gemeente mee om?

2 december 2016

Wanneer de asielzoeker een tijdelijke verblijfsvergunning krijgt, wordt hij of zij een statushouder genoemd. Vanaf dat moment moet er naar definitieve woonruimte gezocht worden. Een van de taken van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) is het koppelen van een statushouder aan een gemeente. Vaak is dit de gemeente waar de asielzoeker in een asielzoekerscentrum (azc) verblijft. De gemeente heeft dan de taak om woonruimte te regelen. Statushouders mogen niet zelf beslissen waar ze gaan wonen. Op basis van een informatieprofiel van het COA zoekt de gemeente geschikte woonruimte.

Nog 14.000 woningen nodig

Elk half jaar wordt vanuit het Rijk op basis van het aantal mensen dat in Nederland naar verwachting een verblijfsvergunning krijgt, de hoogte van de taakstelling vastgesteld. Voor de eerste zes maanden van 2017 moeten er 13.000 statushouders gehuisvest worden. Dat heeft staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) inmiddels bekend gemaakt. Door de lagere asielinstroom is de taakstelling 2017 lager dan in 2016. Dat lijkt mooi, maar daarbij moet je niet vergeten dat op dit moment nog bijna 15.000 statushouders in azc’s wachten op een woning. Ga je uit van een gemiddelde van twee statushouders per woning, dan betekenen deze cijfers dat de gemeenten (lees: de woningcorporaties) 14.000 woningen beschikbaar moeten stellen.

Een woning is niet voldoende

Maar met het beschikbaar stellen van een woning is het werk nog niet gedaan. Uit de statistieken blijkt dat een voormalig vluchteling vaker afhankelijk is van een bijstandsuitkering en ruim een derde vindt ook op de langere termijn geen baan. Dit legt grote druk op de afdeling sociale zaken. Vanuit de overheid wordt het aantal mogelijkheden om de vergunninghouder sneller aan het werk te helpen verder uitgebreid. Ook wil Minister Asscher van Sociale Zaken dat vluchtelingen die nog geen status hebben sneller als vrijwilliger aan de slag kunnen. Vrijwilligerswerk is een goede basis voor het opdoen van relevante werkervaring en het leren van de Nederlandse taal. Mooie initiatieven, maar het is aan de gemeente om dit verder te ontwikkelen. Vragen hierover zijn bijvoorbeeld: mogen vergunninghouders een opleiding volgen met behoud van bijstand? Of: Hoe zit het met de Wet taaleis en de Wet inburgering?

Hoe zit het precies met de bijstand?

Het aantal bijstandsgerechtigden is in 2016 opnieuw gestegen. Een groot deel van deze stijging is te verklaren door de komst van asielzoekers, vooral uit Syrië. Voor deze nieuwe groep gelden de bestaande bijstandsregels. Toch zijn er wat lastige vragen te beantwoorden, zoals “Wanneer heeft een vergunninghouder recht op een voorschot?” Of ”Wat is de relatie tussen bijstand en zelfzorgarrangement?” Lastig blijft ook of er uitzonderingsmogelijkheden zijn voor de kostendelersnorm. Naast de algemene bijstand is er mogelijk ook recht op bijzondere bijstand. Denk bijvoorbeeld aan woninginrichting en leerlingenvervoer.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.