Schulden en de bijbehorende stress zijn een groeiend probleem onder jongeren. Alleen: veel jongeren schamen zich voor hun geldproblemen, waardoor ze te laat aan de bel trekken. Daarom schoof de Leidse hoogleraar Wilco van Dijk in debatcentrum De Balie aan bij de minister Schouten van Armoedebeleid en jongeren-debatgroep Atac om te praten over oplossingen.
Slecht slapen, piekeren, jezelf isoleren en depressieve gevoelens: de gevolgen van geldstress reiken veel verder dan alleen je portemonnee. En schulden zijn een groot, maar vaak onzichtbaar probleem onder Nederlandse jongeren. Tien procent van de kinderen in Nederland groeit op in armoede, twintig procent van de jongeren leent weleens bij om het einde van de maand te halen of snel iets nieuws aan te schaffen.
De stap naar een schuld is zo gemaakt: via DUO vraag je in één klik een lening aan en met online betaalmethode Klarna kun je de betaling van een nieuw paar schoenen uitstellen. De weg uit schulden, zo benadrukt Van Dijk (directeur Kenniscentrum Psychologie en Economisch Gedrag) aan tafel, is veel moeilijker. Bijvoorbeeld omdat voor jongeren niet duidelijk is welke hulp ze kunnen krijgen en waar ze recht op hebben. ‘Als je hulp wilt krijgen, moet je heel veel websites doorspitten waar alle informatie niet eens duidelijk op staat, en niet toegankelijk staat opgeschreven.’
Daar ligt volgens Van Dijk de verantwoordelijkheid van de overheid: ‘Als we verwachten dat mensen zelfredzaam zijn, moeten we die omstandigheden ook creëren. We moeten zorgen voor een situatie waarin verstandig financieel gedrag makkelijk wordt gemaakt, en waarin we drempels opwerpen voor onverstandig financieel gedrag.’ Dat beaamt ook minister Armoedebeleid Carola Schouten: ‘We zien dat veel jongeren de regelingen niet aanvragen waar zij recht op hebben, zoals de aanvullende beurs of zorgtoeslag. We moeten ervoor zorgen dat jongeren ook gebruikmaken van wat er al beschikbaar is.’
Maar geldstress is meer dan niet kunnen rondkomen, benadrukt Van Dijk, terugkijkend op de avond in De Balie. ‘Wat ik van de jongeren daar heb geleerd, is dat ze ook geldstress ervaren als ze niet genoeg geld hebben om mee te komen. Het hebben van geld geeft ook status, het is een manier om indruk te maken op je leeftijdsgenoten. Als dat niet lukt, geeft dat ook stress, net als wanneer je de rekeningen niet kunt betalen. Beiden vormen van stress vergen een andere aanpak.’
Wat hoopt Van Dijk dat dit gesprek met de minister teweegbrengt? ‘Ten eerste hoop ik dat de politiek gaat nadenken over hoe financiële educatie structureel in het onderwijs kan worden ingebouwd, zowel op de basisschool als daarna. Daarnaast hoop ik dat de politiek gaat nadenken over hoe we jongeren die toch in de schulden belanden, beter kunnen helpen. Bijvoorbeeld door gemeenten aan te moedigen om schulden van jongeren over te nemen, zodat ze niet meer met allerlei schuldeisers te maken hebben, maar alles met een partij kunnen regelen. De gemeente kan zo ook helpen hun financiële situatie weer op de rails te krijgen.’
Hij heeft goede hoop: niet alleen gaf minister Schouten aan achter deze ideeën te staan, ook werd Van Dijk de dag na de debatavond benaderd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om mee te denken met nieuwe plannen om financiële educatie op een structurele manier in het onderwijs te krijgen. ‘Dat geeft moed voor de toekomst.’