De gemeente Rotterdam ontving in 2018 zorgwekkende cijfers over het alcoholgebruik onder studenten. Het was duidelijk dat er iets moest gebeuren. De gemeente ging voortvarend aan de slag. En met succes. De Rotterdamse aanpak groeide uit tot een praktische handreiking, die andere steden nu ook gebruiken. Gino Cornelius van Antes en Geert Bruinen van de Gemeente Rotterdam vertellen in dit blog wat het succes van deze aanpak is.
Problematisch alcoholgebruik is één van de drie hoofdthema’s van het Nationaal Preventieakkoord. Daarbij is er nadrukkelijk aandacht voor studenten. De ambitie: in 2040 moet problematisch alcoholgebruik onder studenten met 50% zijn verminderd. Ook moeten alle steden met hogescholen of universiteiten een plan hebben voor alcoholpreventie.
Laura voerde in 2019 vanuit het Trimbos-instituut een verkennend onderzoek uit om in kaart te brengen hoe de gemeente dit het beste zou kunnen aanpakken. “Daar kwam uit dat we met een betere samenwerking met andere partijen en een helder alcoholbeleid nog veel zouden kunnen bereiken. De onderzoeksresultaten waren voor de gemeente een goede basis om aan de slag te gaan.” vertelt Laura.
De gemeente Rotterdam nodigde onderwijsinstellingen en de verslavingszorg uit. Geert vertelt: “We zijn overal langsgegaan om mensen uit te nodigen. Niet per mail dus, maar elkaar gewoon in de ogen kijken. Door het persoonlijke contact was het vertrouwen groot en hadden we een goede basis voor de samenwerking.”
Het initiatief van de gemeente werd goed ontvangen. Want de verslavingszorg zag al langer dat het alcoholgebruik onder studenten zorgelijk was. Niet alleen binnen studentenverenigingen, maar ook daarbuiten: verschillende groepen studenten liepen een verhoogd risico op problematisch alcoholgebruik.
Maar Rotterdam ging nog een stap verder. Ze wilden dat álle betrokken partijen zouden meedenken. Daarom nodigden ze ook de studenten zelf uit. Juist om niet óver hen, maar mét hen te praten.
“Door de studenten als gesprekspartner te betrekken, konden professionals óók van hen leren. De studenten konden bijvoorbeeld inschatten wat wel en wat niet werkt.” vertelt Laura enthousiast. “De oplossing kwam niet van één partij, de samenwerking was een belangrijke succesfactor.”
Gino vult aan: “We zetten met Antes al langer in op preventie, maar dankzij de gemeente konden wij nu ook studenten bereiken. Hogescholen, studentenverenigingen, studentensportopleidingen, iedereen was welkom. En iedereen schoof aan als gelijkwaardig gesprekspartner.”
Geert vertelt dat een gelijkwaardig gesprek in het begin een uitdaging was: “We merkten dat we soms toch in de rol van expert of instantie schoten. Dat werkt niet. Daarom hebben we er bewust voor gekozen om niet te gaan zenden. In plaats daarvan hebben we iedereen gevraagd om op te halen wat er speelt in de eigen organisatie en te bekijken wat er nodig is.”
Die verschillende perspectieven zorgden voor krachtige en breed gedragen aanpak. En deze aanpak is inmiddels doorontwikkeld tot een handreiking voor andere gemeenten. “De handreiking is geen vaste blauwdruk. Wat werkt in Rotterdam, werkt misschien niet in Groningen.” vertelt Gino. “Maar de handreiking helpt wel bij het verbinden van verschillende partijen en het zet de samenwerking in gang. De concrete uitwerking kan er per stad anders uitzien.”
De handreiking is niet onopgemerkt gebleven. Andere steden zijn ook aan de slag gegaan. Zo is Nijmegen al 1,5 jaar bezig en zijn in Amsterdam en Utrecht de eerste bijeenkomsten georganiseerd. Verder is de handreiking uitgebreid met het thema drugs. Geert, Gino en Laura hebben nog een paar tips voor gemeenten die ook aan de slag willen.
Start met een gesprek. “Ga gewoon eens koffie drinken,” zegt Laura. “Dingen hoeven niet altijd meteen een officiële bijeenkomst te zijn.”
Wees positief. “Studenten horen vaak wat ze níet mogen,” zegt Geert. “Laat ze zien wat er wél kan. Dan krijg je ze echt mee.”
Houd het laagdrempelig. Gino: “Iedereen moet zich welkom voelen om aan te haken – ook als dat later is.”
Verbind beleid, uitvoering en wetenschap. Geert: “Dat is misschien wel het krachtigste van deze aanpak geweest.”
Durf het samen te doen. Fouten maken mag. “We hebben elkaar op een leuke manier de waarheid gezegd. Je leert samen.”
De aanpak is gebaseerd op een onderzoek dat Laura Nijkamp uitvoerde namens het Trimbos-instituut.