Eind 2017 bundelden vier GGZ-instellingen in verschillende uithoeken van Nederland de krachten in de Volante-coalitie. Het doel? Werk maken van de toepassing van Value-Based Healthcare in de geestelijke gezondheidszorg. Samen wisselen zij informatie uit en meten zij ‘betekenisvolle’ uitkomsten om vervolgens van elkaar te leren en tot betere zorg te komen. Leren van elkaar en ervaringen uitwisselen staan voorop. Het financiële vraagstuk komt later. Hoe pakt Volante dat aan, welke lessen hebben zij geleerd? En hoe kijken zij naar de kritiek op VBHC van buitenaf? Een interview met bestuurder Joep Verbugt en kwartiermaker Cassandra Koning: “De resultaatsgerichte en financiële discussie rondom VBHC is illustratief voor het geïnstitutionaliseerde wantrouwen in de zorg.”
Door: Matthijs van Dam & Judith Nuijens
Wat was de drijfveer om Volante op te richten?
Joep: Wij zochten naar een manier om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Samen gaat dit sneller dan wanneer elke instelling zijn eigen weg kiest. Het helpt dat we niet in elkaars vaarwater zitten. De ggz-instellingen die onderdeel uitmaken van Volante zitten in Noord-Holland, Eindhoven, Overijssel en Groningen. De betrokken organisaties hebben een vergelijkbaar portfolio als het gaat om een accent op complexere problematiek, ook met een forensisch aspect in het zorgpakket. In deze instellingen bestond een intrinsieke wens bij de professionals om van elkaar te leren, en om cliënten daarbij te betrekken.
We zijn geïnspireerd geraakt door wat Santeon(1) deed op het gebied van Value-Based Healthcare in de ziekenhuiswereld. Professionals komen daar bij elkaar om het met elkaar te hebben over de inrichting en uitkomsten van zorg, zonder allerlei bestuurlijke opsmuk.
Wat kon er bij jullie beter qua zorginhoud?
Joep: Door buitenstaanders wordt het zorgproces binnen de ggz soms gezien als een blackbox, waarvan men de zorguitkomst maar moet afwachten. Ondanks dat er best veel over de uitkomsten bekend is, blijft het beeld van een achterblijvende ggz op het gebied van uitkomsten en profilering hardnekkig. Er was niet per definitie iets mis, maar wel een gedachte dat altijd alles beter kan.
Daarbij gaat het ook vooral om het verbeteren van het maatschappelijke beeld van de GGZ. Een voorbeeld: 95% van de mensen die in Nederland sterft doet dat terwijl hij of zij onder behandeling is van een arts. Er wordt echter zelden de vraag gesteld hoe het kan dat die persoon is gestorven. Er was immers een arts bij. Als het gaat om suïcides wordt die vraag wél gesteld: hoe heeft die persoon zelfmoord kunnen plegen terwijl diegene onder behandeling stond? Bij het ene geval stellen we veel vragen, en bij de andere vinden we de gang van zaken totaal vanzelfsprekend. Als je uit het ziekenhuis wordt ontslagen na een zware operatie en naar een verjaardagsfeestje gaat sta je in het middelpunt van de belangstelling. Als je in de ggz opgenomen bent geweest, is het de vraag of je dit uberhaupt vertelt. Wanneer je met elkaar op zoek wilt gaan naar wat wel en niet werkt, is het belangrijk om psychische problematiek bespreekbaar te maken. Men is nu nog handelingsverlegen als het gaat om psychische problematiek.
Wat hebben jullie geleerd van de manier waarop Santeon VBHC heeft geïmplementeerd?
Joep: We zijn destijds bij Santeon langsgeweest en daar hebben we hun adviezen goed in onze oren geknoopt: zet professionals bij elkaar, zet er niet meteen financiële druk op, zorg dat je een klimaat creëert waarin professionals daadwerkelijk tot een open uitwisseling van ideeën komen en leer meer van je fouten dan van je successen. Om met elkaar te leren en verbeteren op basis van data, moet je een sfeer en ruimte creëren waarin professionals zich daartoe ook uitgenodigd voelen.
Ga daarin niet te snel, neem de tijd om met elkaar problematieke diagnoses goed vast te stellen. Het ontwikkelen van duidelijke begrippenkaders is belangrijk. Vervolgens ga je kijken langs welke weg je wat wilt meten, en welke instrumenten en criteria je daaraan koppelt. Hier hebben wij een hele tijd voor nodig gehad. In de ziekenhuiswereld gaat dat misschien iets makkelijker, maar ook zij hebben er lang over gedaan om dat inzichtelijk te krijgen.
Hoe hebben jullie de adviezen van Santeon in de praktijk gebracht?
Joep: We zijn begonnen met onze professionals te vragen over welke thema’s zij graag met elkaar in gesprek wilden. Vooral angst en depressie kwamen naar voren als een van de belangrijke onderwerpen. Dat is ook een van de belangrijkste onderdelen van de problematiek waar de ggz mee te maken heeft. Maar er was ook behoefte aan een dialoog over autisme en acute psychiatrie. Met deze groepen zijn wij uiteindelijk van start gegaan. We merkten wel dat je niet voor alle diagnosegroepen exact dezelfde aanpak kan hanteren. De projectgroep angst en depressie hanteert een andere aanpak voor het in kaart brengen van betekenisvolle uitkomsten dan de projectgroep Acute psychiatrie of autisme.
Cassandra: We zien VBHC niet als een religie die je koste wat het kost moet volgen. Door het meer als handvat te gebruiken, hebben we een voortschrijdend inzicht verkregen in het begrip ‘kwaliteit’. Het resultaat van Volante is niet gelijk aan cijfers van betekenisvolle uitkomsten. Het resultaat is dat we samen aan het leren en verbeteren zijn en zo vorm geven aan het begrip ‘nieuwe kwaliteit’. Het proces dat we als Volante instellingen met elkaar doorlopen, komt tot stand in de interactie tussen professionals en cliënten en is eigenlijk op zichzelf al het resultaat; door elkaar op te zoeken, mee te lopen, van elkaar te leren, ervaringen uit te wisselen etc verbeteren we met elkaar de zorg. Niet de uitkomst van data zijn hierbij van belang, maar de manier van werken.
Professionals weten elkaar te vinden en kijken bij elkaar in de keuken. Data gebruiken we wel, maar ook de context is heel belangrijk. Er zit een verschil tussen de situatie in Noord-Holland-Noord en Eindhoven. Kun je de uitkomsten dan vergelijken, en zo ja, wat zeggen die data dan? In het hele proces zijn zowel behandelaren als ervaringsdeskundigen betrokken. Op basis van de data worden dan interessante gesprekken gevoerd in de projectgroepen. Voor een behandelaar kan ‘kwaliteit’ immers iets anders betekenen dan voor een cliënt. Als iemand depressief is, zou de behandelaar wellicht denken dat de behandeling een succes is als de depressie zo goed als verdwenen is. Terwijl dit voor de client mogelijk niet haalbaar voelt en het al heel waardevol is als hij/zij de kinderen zelf weer naar school kan brengen.
Joep: Wat we zien is dat professionals ook op het gebied van allerlei andere vraagstukken elkaar opzoeken. Zo hebben we recent het thema leefstijl opgepakt omdat leefstijl een belangrijke rol speelt in de geestelijke gezondheid. De mate van ondersteuning en facilitering die vanuit het thema leefstijl gegeven wordt, heeft een grote meerwaarde.
Joep: Een voorbeeld: ondanks dat het nu op een lager pitje staat door corona, zijn we recent begonnen met laagdrempelige leefstijlprogramma's voor cliënten, bijvoorbeeld rondom eten, meer bewegen en niet roken. Welke leefstijlveranderingen hebben een positieve invloed op gezondheid en welzijn?
De levensverwachting van de cliënten die aan deze programma’s meedoen ligt ongeveer 20 jaar lager dan gemiddeld. Wat we dan hopen is dat cliënten merken dat die programma’s leiden tot een betere levensstijl.
Cassandra: Binnen de vier ggz-instellingen van Volante veschillen de invullingen van het leefstijlprogramma van elkaar. Zo heeft Lentis het Centrum Integrale Psychiatrie (CIP) waarbij de focus niet alleen ligt op de klachten, maar ook gewerkt wordt aan het vergroten van de (draag)kracht. De andere Volante instellingen zijn ook bezig met leefstijl, maar daar zijn dit over het algemeen nog wat meer losse initiatieven . De leefstijlprogramma’s van de verschillende instellingen willen we dit jaar wel samenbrengen. Zo kunnen we van elkaar leren en kijken wat dit doet met de kwaliteit van zorg voor de client maar ook wat dit doet voor de medewerker.
We zijn pragmatisch en met een duidelijke focus gestart: een aantal thema’s die in projectmatige vorm worden uitgewerkt in plaats van een ‘meerjarig’ masterplan. Wanneer een thema eenmaal goed loopt, kan er gekeken worden of het tijd is voor uitbreiding met een nieuw thema. Dit jaar starten we met leefstijl, maar ook persoonlijkheidsstoornissen of complexe doelgroepen staan nog in de planning. De vraag ‘wat draagt dit bij aan kwaliteitsverbetering?’ staat altijd centraal en is een toetssteen voor nieuwe initiatieven binnen Volante.
Lees dit artikel verder in het gratis online magazine Value-Based Healthcare in het sociaal domein
Meer weten over dit onderwerp? Bekijk ook het dossier Value-Based Healthcare sociaal domein
(1) Santeon is een samenwerkingsverband van zeven academische ziekenhuizen verspreid over Nederland. Met het Santeon Samen Beter Programma wonnen zij in 2020 de VBHC-prijs, die jaarlijks wordt uitgereikt door het Value Based Healthcare Center Europe aan initiatieven die waardevolle zorg leveren.