Jerzy Soetekouw treedt per 1 maart aan als de nieuwe directeur van Humanitas, een vereniging voor maatschappelijke dienstverlening en samenlevingsopbouw. Soetekouw was eerder wethouder Sociaal domein, Diversiteit en Inclusie in Almere. Tot zijn aanstelling bij Humanitas was hij directeur-bestuurder van de Vrijwilligers- en Mantelzorg Centrale in dezelfde stad. Zorg&Sociaalweb sprak hem over de participatiesamenleving, herwaardering van informele zorg, en goede voorbeelden van domeinoverstijgende samenwerking in de Limburgse mijnstreken.
Jerzy Soetekouw
Waarom heeft u voor deze nieuwe functie gekozen?
Humanitas is een belangrijke organisatie voor Nederlanders met een rijke geschiedenis en een waanzinnige potentie. De van mens-tot-mens-benadering past mij heel erg. Ik geloof dat we – al is het maar voor even – met iedere ontmoeting betekenisvol voor een ander kunnen zijn. Bij Humanitas maken duizenden vrijwilligers dagelijks het verschil in het leven van anderen. De kans om als algemeen directeur bij Humanitas aan de slag te gaan heb ik dan ook met beide handen aangegrepen. Zo hoop ik mijn steentje bij te kunnen dragen aan een liefdevollere samenleving.
Waar komt uw interesse voor het sociaal domein vandaan?
Mijn liefde voor het sociaal domein is denk ik met de paplepel ingegoten. Mijn ouders ontmoetten elkaar op een school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen in de Amsterdamse Bijlmer. Van hen kreeg ik mee hoe belangrijk het is dat iedereen zijn of haar talent kan verzilveren, hoe hardnekkig omstandigheden ook kunnen zijn. Toen ik zelf (persoonlijk, als vrijwilliger en professioneel) geconfronteerd werd met onrechtvaardige drempels die talentverzilvering in de weg staan, werd mijn interesse definitief aangewakkerd. Ik ben ervan overtuigd dat we met een goed werkend sociaal domein dergelijke drempels kunnen wegnemen.
Wat zijn volgens u de grootste uitdagingen in de sector?
Door beleidskeuzes en jarenlange bezuinigingen trekt de verzorgingsstaat zich steeds meer terug. De daaruit voortvloeiende participatiesamenleving heeft een leemte gecreëerd, wat vrijwilligers en mantelzorgers steeds vaker moet opvullen. En dat terwijl de samenleving, gelet op de vele crises, al (te) veel vraagt van deze mensen. We moeten ervoor zorgen dat de zogenaamde participatiesamenleving niet ten koste van de zorg en leefbaarheid van de meest kwetsbare Nederlanders gaat. Dat is dé grote uitdaging.
Dit betekent dat we extra oog moeten hebben voor de personen met een klein netwerk of andere beperkende omstandigheden die kunnen leiden tot precaire zorgsituaties. Daarbij zijn er in het Nederland van morgen meer vrijwilligers nodig. Vergrijzing, onhoudbare zorgkosten en het onzekere pensioenstelsel zullen in de toekomst om steeds scherpere individuele keuzes vragen.
Welke ontwikkelingen moeten we volgens u zeker in de gaten houden?
We moeten toe naar een herwaardering van het informele domein. Dat kan financieel, maar ook door gewicht te hangen aan posities of verworven competenties: van financieel-administratief tot op intermenselijk niveau. Competenties die een vrijwilliger opdoet bij een lokale voedselbank zijn immers zeer relevant voor potentiële werkgevers, maar het gezapige beeld van vrijwilligerswerk verhindert een doorstap. En dit terwijl er genoeg banen met flinke salarissen zijn waarvan ik durf te stellen dat de maatschappelijke impact aanzienlijk lager is dan menig vrijwilligerswerk. Herwaardering van het informele werk vergt dan ook veel moed.
Waar ziet u goede voorbeelden om te volgen binnen het sociaal domein?
Er zijn verschillende pilots op het gebied van betaald vrijwilligerswerk en betaalde mantelzorg. Of dat de toekomst moet worden weet ik niet, maar ik beschouw dit wel als belangrijke mogelijke antwoorden op de herwaardering van informele zorgers. Daarnaast is het belangrijk om zoveel mogelijk samen te werken. Dan heb ik het over samenwerking tussen én binnen verschillende (semi-)overheidsinstanties.
Binnen het sociaal domein pretenderen wij onze kwetsbare inwoners verder op weg te kunnen helpen. Dat kan alleen wanneer we de systemen loslaten en vanuit de leefwereld, vanuit de bedoeling tot een oplossing komen. Het zal de inwoner een worst wezen of zijn of haar oplossing vanuit de GGZ, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Jeugdwet, de Wmo 2015, de Wlz of de Zvw bekostigd is. Hij of zij wil alleen maar geholpen worden.
In het verleden waren er goede voorbeelden van domeinoverstijgende samenwerking in de Limburgse mijnstreken. Daar bleek al snel dat goede integrale samenwerking leidt tot betere zorg voor inwoner, en bovendien ook goedkoper is.
Als u niet in dit domein werkzaam was, wat was u dan gaan doen? Welk beroep zou u dan hebben gekozen?
Misschien was ik dan wel buschauffeur geworden. Lekker onder de mensen, met tastbaar en betekenisvol werk. Of in het bewegingsonderwijs: ik houd van sport en ben ontzettend competitief. Bovendien wil ik mensen graag motiveren een betere versie van zichzelf te worden.
Wie of wat inspireert u en waarom?
Martin Luther King Jr. is mijn grootste inspiratiebron. De wijze waarop hij miljoenen mensen wereldwijd wist te verbinden aan zijn geweldloze, liefdevolle revolutie is ongekend. Mede dankzij hem is de kansengelijkheid voor mensen over de hele wereld een stukje toegenomen.
Welk boek raadt u iedereen aan en waarom?
The Established and the Outsiders: A Sociological Enquiry into Community Problems van Norbert Elias en John L. Scotson. Dit standaardwerk in de sociologie beschrijft uitsluitingsprocessen tussen verschillende groepen mensen. In hun baanbrekende onderzoek tonen Elias en Scotson aan hoe ‘de gevestigde orde’ nieuwkomers discrimineert en uitsluit, bijvoorbeeld door roddels of stigmatisering in de media. Dit gebeurt zelfs als er geen demografisch, sociaaleconomisch, religieus, cultureel of etnisch onderscheid te maken is. Een fascinerende eyeopener en belangrijke kost voor beleidsmakers.
Welke eigenschap bewondert u in anderen?
Spreken is zilver en zwijgen is goud. Ik bewonder dan ook de mensen die heel goed kunnen luisteren. Op die manier kunnen we elkaar veel beter begrijpen. Het is een cruciale eigenschap om tot talentverzilvering te komen. Wat mij betreft begint ware inclusie bij het vermogen je te kunnen verplaatsen in de ander.