De gemeente Emmen gaat het anders doen! Wat is er anders en waarom gaan ze dat doen? Tijd voor een gesprek met Kuneke Schraagen, afdelingsmanager Maatschappelijke Zaken en Zorg van de gemeente Emmen.
‘De gemeente Emmen vindt het belangrijk om een integrale aanpak in het sociaal domein te hanteren. Daarom gaan we stapsgewijs de taken vanuit de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet vanuit het gemeentehuis onderbrengen in de verschillende wijken’, vertelt Schraagen. Er is voor gekozen om aan te sluiten bij de zes welzijnsgebieden die in Emmen al bestonden. Deze zes gebieden zijn een aantal jaar geleden ook leidend geweest in de aanbesteding voor Schoonmaakondersteuning. Schraagen: ‘Samen met burgers en zorgaanbieders in de zes gebieden hebben we per gebied een gebiedsagenda opgesteld. De bestaande wijk- en dorpscoördinatoren zijn bij dit proces betrokken: zij kennen hun wijk als geen ander. In die agenda zijn speerpunten opgenomen die de betrokken partijen belangrijk vinden. Ook de informatie die de gemeente heeft over het sociaal domein is daarbij betrokken. Dat betekent dat geen enkele agenda hetzelfde is. Uit die agenda blijkt heel duidelijk dat elk gebied zijn eigen mix van burgers heeft.’
Het wijkgericht werken is dus niet nieuw voor Emmen. Wat gaat er vanaf 1 januari 2017 veranderen? Schraagen: ‘De toegang tot maatwerkvoorzieningen komt geleidelijk in de wijken te liggen. Dat betekent dat elk gebied een toegangsteam krijgt waar mensen zich met een ondersteunings- of hulpvraag op het gebied van het sociaal domein kunnen melden. De gemeente start met schoonmaakondersteuning en begeleiding omdat deze ondersteuning via een aanbesteding anders ingeregeld wordt. Halverwege 2017 is het de beurt aan de Jeugdwet, daarna de andere Wmo-voorzieningen en als laatste gaan we de Participatiewet in de wijken onderbrengen.’
Emmen is niet de eerste gemeente die wijkgericht werkt maar doet het wel op een andere manier. Schraagen legt uit: ‘We vinden het belangrijk om de aanwezige structuren en het bestaande voorliggende veld te versterken en juist te betrekken bij de nieuwe koers. Daarnaast krijgt elk gebied een eigen zorgaanbieder die verantwoordelijk is voor de hulp en ondersteuning van de burgers in zijn wijk. Dus niet het u-vraagt-wij-draaien-principe maar veel meer innovatief gericht kijken naar de meest effectieve ondersteuning. De hoofdaannemer is wel verplicht om te werken met onderaannemers zodat de kleine en lokale partijen ook een rol blijven spelen in de gebieden. Hierdoor borgen we de continuïteit van de ondersteuning.’ Het toegangsteam is onafhankelijk en wordt ondergebracht bij een nieuw op te richten stichting.
Per gebied kan het team er ook anders uitzien, omdat de expertise moet aansluiten bij de gebiedsagenda’s en de populatie van de wijk. De eisen aan de leden van het toegangsteam zijn hoog en daar is met opzet voor gekozen. Schraagen: ‘De kwaliteit van de dienstverlening moet hoog zijn en de leden moeten met elkaar het voorliggende veld versterken. Momenteel zitten we midden in de werving en selectie van de teamleden. Ook dat is een bewuste keuze: we willen mensen die onafhankelijk hun werk kunnen doen. De hulpverlenerspet moet af. Daarom kiezen we ervoor om in de toegangsteams alleen de toegang tot maatschappelijke ondersteuning te bepalen en geen hulpverlening te bieden. Dat is aan de zorgaanbieders en het voorliggende veld.’ De samenwerking tussen de verschillende partijen in de gebieden is essentieel. Daarvoor is bij de implementatie ook veel aandacht. Er is voldoende ruimte voor scholing en kennismaking.
Per gebied kan het team er ook anders uitzien, omdat de expertise moet aansluiten bij de gebiedsagenda’s en de populatie van de wijk. De eisen aan de leden van het toegangsteam zijn hoog en daar is met opzet voor gekozen. Schraagen: ‘De kwaliteit van de dienstverlening moet hoog zijn en de leden moeten met elkaar het voorliggende veld versterken. Momenteel zitten we midden in de werving en selectie van de teamleden. Ook dat is een bewuste keuze: we willen mensen die onafhankelijk hun werk kunnen doen. De hulpverlenerspet moet af. Daarom kiezen we ervoor om in de toegangsteams alleen de toegang tot maatschappelijke ondersteuning te bepalen en geen hulpverlening te bieden. Dat is aan de zorgaanbieders en het voorliggende veld.’ De samenwerking tussen de verschillende partijen in de gebieden is essentieel. Daarvoor is bij de implementatie ook veel aandacht. Er is voldoende ruimte voor scholing en kennismaking.
De toegangsteams worden laagdrempelig en zullen gevestigd worden in de gebieden op een plek waar de burger ze logischerwijs ook verwacht. Schraagen: ’We zoeken naar fysieke plekken die veel burgers al bezoeken. Zo kunnen we de oplossing zoeken in het voorliggende veld. Die lijnen zijn nu al kort en worden nog korter doordat je in elkaars fysieke nabijheid bent. En zoals in het beleidsplan is opgenomen, is het de bedoeling dat niet iedere vraag bij het toegangsteam terecht komt, maar juist in het voorliggende veld wordt opgelost. Dat is daarmee ook één van de opdrachten van de toegangsteams: kijk wat er speelt in de wijk en wat de burgers nodig hebben om het zelf of met lichte ondersteuning op te lossen.’
De tip vanuit Emmen is: kijk bij het opnieuw inrichten van het sociaal domein vooral naar de situatie zoals die in je gemeente geldt. Sluit daarbij aan en zorg dat er een samenwerking op gang komt. Blijf trouw aan je eigen couleur locale!