Onderzoekers van het Centrum voor Digitale Inclusie hebben onderzocht hoe financieel kwetsbare mensen in Nederland meer kunnen deelnemen aan de digitale samenleving. Door middel van een proeftuin onder 100 deelnemers is gekeken naar toegang tot de digitale wereld voor groepen die geen of beperkt internet hebben. Het onderzoeksrapport laat de noodzaak zien van toegang tot het internet en digitale middelen om aangesloten te blijven bij de maatschappij. De resultaten bieden concrete aanbevelingen voor overheden, beleidsmakers en organisaties om toegang tot de digitale wereld in Nederland verder te verbeteren.
In Nederland hebben 270.000 (1,5%) mensen thuis geen toegang tot internet om uiteenlopende redenen, ook een eigen laptop is niet vanzelfsprekend. Mensen zonder internettoegang, middelen en/of digitale vaardigheden, dreigen achterstand op te lopen bij zaken als administratie, onderwijs en zorg. Digitaal meedoen is een belangrijke voorwaarde om bereikbaar te zijn, afspraken niet te missen, op tijd rekeningen te betalen of bijvoorbeeld tijdig te reageren op de leeromgeving van je kind.
Uit ons nieuwe rapport ‘‘Van onzichtbare achterblijver naar digitaal meedoen. Inzichten en succesfactoren van de proeftuinen met het Digitaal Meedoen pakket”, blijkt dat dankzij digitaal mee kunnen doen achterstanden kunnen worden ingelopen. Met passende ondersteuning, een gereduceerd internettarief en een apparaat (laptop of tablet) kan de onafhankelijkheid en zelfredzaamheid worden vergroot. (Onder dit bericht staat een link naar de pdf van het rapport).
Het Digitaal Meedoen Pakket laat zien dat het ontbreken van internet en digitale apparaten kan leiden tot sociale ongelijkheid. Uit de gesprekken met de deelnemers blijkt dat schaamte, afhankelijkheid van sociale netwerken en het ontbreken van een duidelijke hulpstructuur grote barrières vormen voor digitale participatie. Deelnemers ervaarden stress en afhankelijkheid van anderen voor basiszaken als administratie, werk zoeken en contact met instanties. Er heerst een constante vrees om de indruk te wekken dat je je zaken niet op orde hebt.
Alice, een van de deelnemers van de proeftuin Digitaal Meedoen Pakket, vertelt: “Ik moest elke dag op zoek naar gratis wifi om mijn administratie bij te houden. Nu ik thuis internet heb, hoef ik niet meer te stressen over betalingen en belangrijke brieven.”
Onze onderzoekers hebben de behoeften van deelnemers aan de proeftuin en de effecten van deelname op het leven van de deelnemers onderzocht binnen het persoonlijke, economische en sociaal-culturele domein. Uit de gesprekken met de deelnemers blijkt dat schaamte, afhankelijkheid van sociale netwerken en het ontbreken van een duidelijke hulpstructuur grote barrières vormen voor digitale participatie. Het Digitaal Meedoen Pakket heeft bijgedragen aan de zelfredzaamheid van deelnemers door hen te voorzien van essentiële digitale middelen en vaardigheden.
Aanvullend hebben we de richtlijnen onderzocht die voortkomen uit het samen aangaan van de digitale inclusie-opgave. Uit co-creatiesessies met de betrokken partijen kwamen drie thema’s naar voren:
‘Het Weeskind’: Samenwerking tussen verschillende stakeholders en gezamenlijk maatschappelijk leiderschap binnen deze stakeholders is cruciaal voor succes.
‘Kafka’: Regels en marktomstandigheden zijn een belangrijk aandachtspunt bij de implementatie van een internetverbinding voor kwetsbare groepen. Zonder duidelijke keuzes en samenwerking blijft een werkbare oplossing uit.
‘Verbinden’: Lokale netwerken moeten beter samenwerken om versnippering te voorkomen.
De proeftuin heeft aangetoond dat een mix van centrale en decentrale oplossingen, met nadruk op warme doorverwijzing, essentieel is. De inzichten en richtlijnen uit dit onderzoek bieden waardevolle handvatten om digitale uitsluiting effectief aan te pakken.
Volgens professor Alexander van Deursen (Universiteit Twente) is een structureel programma nodig: “Digitale inclusie vereist samenwerking tussen overheden, maatschappelijke organisaties en telecombedrijven. Internet en digitale apparaten zouden basisvoorzieningen binnen overheidsbeleid moeten zijn. Door internet voor deze doelgroep bereikbaar te maken en apparaten waar mogelijk te hergebruiken, krijgt iedereen de kans volwaardig mee te doen in de digitale samenleving.”
Uit de gesprekken met deelnemers blijkt dat meedoen in de digitale samenleving niet vanzelfsprekend is door een gebrek aan internettoegang, een apparaat en/of digitale vaardigheden. Om dit te veranderen is een gezamenlijke, missie gedreven aanpak nodig waarin iedereen zijn rol pakt en vanuit gezamenlijk leiderschap problemen worden opgelost.
De betrokkenen hebben de intentie uitgesproken dat ze gezamenlijk blijven werken aan concrete oplossingen en een aanpak die aansluit bij de behoeften van de mensen om wie het gaat. Dit zal gaan om meerdere interventies die gezamenlijk bijdragen aan de missie om iedereen mee te laten doen in de digitale wereld. Denk aan:
Ondersteuning bij de keuze van een passend internetabonnement.
Het gemeentelijk beleid zo inrichten dat toegang tot internet, een apparaat en ondersteuning bij vaardigheden niet als luxe wordt gezien, maar als noodzaak.
Samen met bedrijfsleven en overheid werken aan toegang tot een apparaat waarbij herinzet van afgeschreven apparaten een concrete oplossing kan bieden.
Het ministerie van Economische Zaken gaat in gesprek met de telecombedrijven, toezichthouders, gemeenten en maatschappelijke organisaties over het vraagstuk hoe internet betaalbaarder kan worden voor de armste huishoudens. Dit naar aanleiding van de motie ‘Betaalbaar internet voor iedereen’ van Barbara Kathmann (GroenLinks-PvdA) die in de Tweede Kamer op 4 maart is aangenomen.*
De proeftuin werd uitgevoerd in samenwerking met de gemeenten Amsterdam, Utrecht en Westerkwartier en telecomaanbieders KPN, VodafoneZiggo en Freedom Internet. Onder leiding van de Alliantie Digitaal Samenleven, NLdigital en 48percent.org kregen deelnemers in de gemeenten een vast internetabonnement thuis tegen een verlaagd tarief, een apparaat (laptop, tablet of desktop) en hulp en ondersteuning om hiermee om te gaan. Er hebben meer dan 100 mensen deelgenomen aan de pilot.
Door deze gezamenlijke inspanning biedt het onderzoek waardevolle inzichten om de digitale kloof in Nederland te dichten. De Alliantie Digitaal Samenleven roept gemeenten, bedrijven en maatschappelijke organisaties op om samen te werken aan structurele oplossingen om iedereen digitaal mee te laten doen.