Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Is de nieuwe Wet naar school of duurzaam werk in deze vorm een luxe die gemeenten zich kunnen veroorloven?

Als beleidsadviseur ben ik altijd gericht op het voor elkaar krijgen van beleidsuitdagingen vanuit een drive voor de doelgroep. Diezelfde drive kenmerkt ook het sociale domein. Nu kies ik er eens voor advocaat van de duivel te zijn, zo u wilt, en kijk ik beperkt naar de beleidswaarde, maar verscherpt naar de platte centen.

11 maart 2025

De conceptwet van school naar duurzaam werk. Na een kleine vertraging lijkt hij er per 2026 aan te komen. De wet beoogt vooral integrale samenwerking voor kwetsbare personen met een geringe opleiding. Hiertoe is de doorstroomleeftijdsgrens van 23 opgetrokken naar 27 jaar (aanhechting aan de Participatiewet die deze leeftijd al hanteert), en is er naast de bekende startkwalificatie nu ook duurzaam werk als uitstroommogelijkheid verankerd. Meer integraliteit is in potentie altijd een betere aansluiting op een diversiteit in behoefte en potentieel van de beoogde groep mensen. Niet uitsluitend focussen op een startkwalificatie, maar juist erkennen dat zonder die kwalificatie er ook goede toekomstkansen zijn – dat vind ik belangrijke erkenning van een grote groep mensen die wel degelijk talenten hebben, alleen niet altijd voor een theoretische opleiding. Een betere samenwerking tussen de gemeentelijke Participatiewet, onderwijsbeleid, elementen van jeugdbeleid, de mbo-instellingen en verschillende gemeentelijke regio’s. Dat klinkt als het recht doen aan de doelgroep door vermijding van versnippering. Het klinkt ook als een forse uitdaging op de slagkracht van zwaar belaste partijen die ieder hun eigen niet onaanzienlijke financiële uitdagingen hebben (ook al zonder deze nieuwe wet).

Globaal moet er in dit jaar een regionaal verbindend beleidsplan komen met de daarbij behorende procedures en verantwoordelijkheidsverdeling. Hierin krijgen de mbo-instellingen de focus op en zorg voor het opleidingsdeel en de begeleiding die daarbij hoort. De doorstroompunten krijgen een grotere populatie te verwerken (door de verhoogde leeftijdsgrens). Een populatie die nog niet in beeld is en die een andere werkwijze zal vergen dan tot op heden, aangezien de betrokkenen ook in een andere levensfase zullen zitten. De contact/centrumgemeente heeft de leiding en de rol van de gemeenten binnen die doorstroomregio is nog niet uitgekristalliseerd. Daarbij wordt er tevens een groot aantal gegevens van belang die onderling gedeeld moeten worden, allen AVG interessant. Komt er niet tijdig een werkbare regeling in de regio, dan ontstaat er een onwerkbare patstelling.

Voor deze invoering zijn er wat financiële vragen in beeld. Zo lijkt er op basis van de huidige stukken een extra financiering van 20 procent te komen voor de regio. Twintig procent van de extra middelen, die nu op de begroting staan voor de individuele organisaties, worden toegevoegd aan het regionaal programma. Is dit wel als extra geld te zien? Vallen er gaten door deze reallocatie? Bovendien praten we dan nog steeds over tijdelijke middelen.

Er lijken dus twee vragen te zijn:

  1. Kunnen we de invoering betalen uit de tijdelijke middelen?

  2. Wat worden de structurele beheerslasten voor eenieder en waarmee worden ze gedekt?

Hierbij moet ook bedacht worden dat de meeste regio’s niet de relatieve luxe hebben van één en dezelfde regio voor doorstroom en arbeidsmarkt. Vaak verschilt dit. Hoe ga je om met de mbo’s die ook weer afwijkende regio’s hebben. En gaan de doelgroeppersonen uit de regio wel naar de mbo binnen de regio of komt er grensverkeer naar dichterbij gelegen instellingen uit de buurregio?

Kunnen de contactgemeenten dit proces opstarten? Hebben ze hier voldoende geschikte mensen voor? Hoe blijven de gemeenten binnen de regio op één lijn? Iedere gemeente heeft momenteel zijn eigen werkwijze hierin; gaat dat straks opeens gestroomlijnd worden en wat kost dat extra?

Ondertussen loopt ook landelijk de herrekening van de vsv-gelden (voortijdig school verlaten). Mijn vraag hierbij is: hoe wordt de waardevolle expertise van de nu vaak financieel kwetsbaar geworden werkbedrijven in dit proces gebracht? Een legitieme vraag lijkt me, nu er versterkt wordt gezocht naar een aansluiting met het gemeentelijk Participatiewet-beleid.

Dit is slechts een greep uit de opstartvragen over de betaalbaar- en haalbaarheid in de beoogde tijd. Momenteel is er echter niet eens de relatieve luxe om enig bovenwettelijk, lees niet verplicht en niet bekostigd, beleid overeind te houden voor vele gemeenten, 2026 zij dank. Wat gaat het in de lucht houden na een geslaagde opstart structureel kosten? Ik voorzie een Jeugdweteffect in het klein voor ambitieuze regio’s. Ook voorzie ik ongelijkheid in behandeling afhankelijk van waar je woont.

Het opzetten van een regionale businesscase om inzicht te krijgen in het geld dat er nodig is lijkt onontkoombaar. Heeft het immers zin om intensief te starten met iets wat wellicht al na anderhalf of twee jaar te duur is om vol te houden?

Kortom, een wet met absoluut een goede intentie, maar wellicht voor sommigen zonder extra gelden een onbetaalbare luxe?

S. v.d. Krogt, senior beleidsadviseur

Factum Advies

4 maart 2025

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.