Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Jeugdwet 2.0: gaan we voor structuur of resultaat?

Vorig jaar kondigde Hugo de Jonge het al groot aan: er komt een herziening komen van de Jeugdwet. Inmiddels is het conceptvoorstel gepubliceerd. In het voorstel wordt een deel van de regie verlegd van gemeente naar (jeugdzorg) regio. Daarbij biedt de nieuwe wet nog veel ruimte om later met een Algemene Maatregel van Bestuur aanvullende bepalingen op te nemen. Iedereen gaat in op het structuurvoorstel dat er ligt. Maar is het werkelijke probleem in de jeugdzorg een ‘structuurprobleem’? En is het wetsvoorstel de oplossing voor de problemen die het jeugddomein ervaart? Dat zijn mijns inziens de twee échte vragen.

28 September 2020

De FNV liet al weten dat zij vindt dat het voorstel niet ver genoeg gaat. De FNV wil namelijk een landelijke financiering, rechtstreeks vanuit het Rijk. De VNG en eerder ook de G40 vinden dat het voorstel juist te ver gaat. Door alle veranderingen in de wet vast te leggen, worden gemeenten beperkt in hun mogelijkheden.1

Zowel zorgaanbieders als gemeenten geven aan dat de financiële middelen momenteel niet toereikend zijn. Afgelopen jaar hebben we grote aanbieders failliet zien gaan en bij anderen staat het water aan de lippen. Bij gemeenten zorgt de jeugdzorg collectief voor druk op de begroting en noodzakelijke bezuinigingen. De administratieve lasten worden als (te) hoog ervaren en op onderdelen binnen de jeugdzorg zien we schaarste ontstaan. Biedt deze nieuwe wet de handvatten om deze problemen op te lossen? Draagt een stelselwijziging, met nog veel ruimte voor nadere bepalingen vanuit de overheid, hiertoe bij?

Mijns inziens niet. De decentralisaties in 2015 is een stelselwijziging die zijn weerga niet kent. Een veranderingsproces kost tijd. Je moet eerst met wieltjes fietsen voordat je los kan fietsen. Het is onmogelijk te verwachten dat een dergelijk transformatieproces direct start. Gemeenten (en zorgaanbieders) hebben tijd nodig gehad om de expertise op te bouwen en zich het domein eigen te maken. De afgelopen 5 jaar hebben gemeenten daarmee de basis gelegd om de wezenlijke transformatie nu vorm te kunnen gaan geven.

Deze transformatie vraagt een wezenlijke verandering. Het vraagt namelijk visie, lef en échte keuzes. Het betaalbaar en kwalitatief waardig kunnen onderhouden van de jeugdzorg vraagt een cultuurverandering en innovatie.

De Jeugdwet zou een ‘vangnetwet’ moeten zijn, zoals ook de Participatiewet dat is. Dit betekent een cultuurverandering bij burgers, gemeenten én zorgaanbieders. Alleen als een burger niet in staat is om de zorg zelf te organiseren en/of te betalen ondersteunt een gemeente en/of aanbieder hierbij de Jeugdwet, het liefst zo kort mogelijk. Daarbij zou je een Rijksoverheid verwachten, die de gemeenten daarbij ondersteunt met handreikingen en piketpalen die gemeenten daartoe beter in staat stelt.

Behandelingen ten aanzien van dyslexie, paarden knuffelen als vorm van begeleiding, financiering van ontmoetingshuizen voor omgangsregelingen tussen gescheiden ouders en huiswerkbegeleiding: zomaar een aantal vormen van jeugdzorg die in veel gemeenten betaald worden en, door het ontbreken van heldere keuzes, onderdeel zijn van de stijgende kosten in de jeugdzorg.

Deze column verder lezen? Dat kan gratis in het onlangs verschenen online magazine Regionaal samenwerken in de jeugdzorg.

Lees meer over Stipter.

________________________________________________________

1 Stedennetwerk G40, 'Verbetervoorstellen Jeugdzorg' (29 januari 2020)

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.