Als we de mentale gezondheid van jongeren willen bevorderen, schieten we tekort wanneer we focussen op het individueel aanpakken van ziekten en risicofactoren. Echte winst is te behalen buiten de gezondheidszorg: door de heersende maatschappelijke mores en wat wij daardoor vanzelfsprekend vinden, continu ter discussie te stellen.
Het bekendste voorbeeld van gezondheidswinst die buiten de gezondheidszorg is behaald, is de uitvinding van het riool in de strijd tegen infectieziekten. De afgelopen decennia is steeds meer bekend geworden over de effecten van social determinants of health (1). (2.) Naast biologische factoren gaat het om omgevingsfactoren als bestaanszekerheid, huisvesting, sociale steun en luchtverontreiniging. Mensen met een lage sociaaleconomische status (SES) en een laag opleidingsniveau leven gemiddeld achttien jaar korter in goede gezondheid. (3) Kinderen die in de directe omgeving van Tata Steel wonen, lopen een groter risico op astma, ongeacht hun biologische aanleg. (4) Om de volksgezondheid daadwerkelijk te bevorderen en duurzame oplossingen te realiseren, is een sector-overstijgende inspanning nodig: health in all policies (5) noemt de World Health Organization (WHO) dit.
Dat inzicht zien we onvoldoende terug in de aanpak van de mentale gezondheid van jongeren. Daar lijkt eerder sprake van medicalisering. Therapeutische termen als ‘trauma’ of ‘narcist’ zijn doorgedrongen in ons dagelijks taalgebruik, (6) (7). Steeds meer jongeren geven aan dat zij mentale problemen hebben. (8). En hoewel je depri voelen niet hetzelfde is als depressief zijn, worden deze signalen regelmatig verward met een diagnose.
Veertig procent van de jongeren tussen 18 en 24 jaar ervaart mentale problemen; meer dan in de rest van de volwassen Nederlandse bevolking (9) het geval is. Eenzaamheid of sociale isolatie leidt vooral bij jongeren tot hogere uitgaven in de mentale gezondheidszorg. (10) Prestatiedruk, hoge verwachtingen van zichzelf, sociale isolatie en klimaatproblemen zijn voor jongeren belangrijke stressoren en potentiële bronnen voor mentale gezondheidsproblemen, (8) (11) Interventies gericht op het preventief versterken van de individuele veerkracht en weerbaarheid van jongeren in onderwijs en zorg hebben niet bijgedragen aan een afname van de ervaren mentale problemen. Om het verschil te kunnen maken, hebben we meer inzicht nodig in de samenhang tussen de social determinants of health en de maatschappelijke mechanismen die eraan ten grondslag liggen. (12) Wat we zien of horen, wat we bewijs vinden, waar we ons verantwoordelijk voor voelen en waar we geld aan uitgeven wordt bepaald door de heersende cultuur (13) : de dominante aannames, kennisclaims en idealen die bepalen wat we gepast, normaal of waar vinden en welke betekenis we aan informatie geven. Dat zijn vaak impliciete vanzelfsprekendheden die in de tijd en met de context veranderen (14). Ze dragen bij aan hardnekkige patronen waardoor bepaalde jongeren erbij horen, gezien en gewaardeerd worden, terwijl anderen juist sociaal geïsoleerd raken.
Buitengesloten worden is niet bevorderlijk voor de mentale gezondheid. Vrienden en andere vertrouwenspersonen zijn belangrijk, vooral in tijden dat het minder goed met je gaat. (14) De heersende mores leiden tot drie patronen die de in- en uitsluiting van jongeren versterken:
Normaal is wat de meeste mensen doen. Doe je dat niet, dan ben je niet normaal. Door de mentale problemen van jongeren te framen als ziekten, versterken we de indruk dat somberheid, eenzaamheid, angst of sociaal ongemak niet normaal zijn. Dat lezen we in krantenkoppen als: ‘Bijna half miljoen jongeren ‘psychisch ongezond; situatie verslechterd door coronamaatregelen’ (15) , of ‘Onderzoekers slaan alarm: Help pubers met mentale problemen, vooral meiden’. (16) Voor deze onderzoeken beantwoorden jongeren vragen over hun gemoedstoestand. Op basis daarvan is niet vast te stellen of hun mentale problemen echte ziekten zijn, normale reacties op een abnormale situatie of inherent aan hun levensfase. Het beeld dat veel jongeren niet normaal, ziek of kwetsbaar zijn, helpt in ieder geval niet. Hun mentale gezondheid wordt altijd beïnvloed door de wisselwerking tussen biologische, sociale en omgevingsfactoren. De ene jongere krijgt onder bepaalde omstandigheden eerder mentale gezondheidsproblemen dan de andere. En jongeren die in de ene situatie kwetsbaar zijn, kunnen in een andere situatie juist veerkrachtig, creatief en vernieuwend zijn. (17) Door jongeren bij voorbaat als kwetsbaar te bestempelen kan een patroon ontstaan waarmee we jongeren stigmatiseren en uitsluiten, hun agency ontnemen en hun kwaliteit en creativiteit niet meer zien omdat we als samenleving niets meer van hen te verwachten.
De impliciete verwachting is dat slagen en excelleren maakbaar zijn en leiden tot persoonlijk geluk en maatschappelijk succes: ‘Als je maar wilt, dan kan het’. De prestatiesamenleving gaat ervan uit dat jongeren alles kunnen worden, als ze maar de goede keuzes maken en kansen benutten. (18) Dat kan hen onzeker, angstig of somber maken als iets niet lukt. Terwijl je pas iets kunt leren door te oefenen en te experimenteren. Soms met succes, maar soms ook niet.
Imperfectie en iets niet kunnen, vinden we moeilijk te verdragen. (19) Het ‘niet-normale’ wordt als storend of afwijkend ervaren en gemedicaliseerd, gelabeld en geproblematiseerd.. De oplossing is bijles, coaching of hulpverlening. Het aantal kinderen en jongeren dat gebruik maakt van jeugdzorg is de afgelopen twee decennia gestegen van 1 op de 27 naar 1 op de 8. De impliciete verwachting is dat jongeren ‘gerepareerd’ kunnen worden zodat ze weer normaal zijn en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. We nemen weinig tijd om het gedrag van jongeren te begrijpen in de context van hun ontwikkeling en leefomstandigheden. Laat staan dat we hun gedrag en diversiteit accepteren. Doordat we houvast zoeken in labels en diagnoses krijgen sommige jongeren eerder een label dan de extra aandacht die ze misschien tijdelijk nodig hebben (19) (20). Zo’n label geeft toegang tot ondersteuning en legitimeert het niet kunnen excelleren. Zo kunnen de maatschappelijke mores onveranderd blijven ten koste van participatie en inclusie.
De impliciete overtuiging dat niet normaal zijn een individuele aangelegenheid is die door hulpverlening gefikst kan worden, is om verschillende redenen problematisch:
• Door het negeren van de invloed van de social determinants of health in de omgeving waarin jongeren opgroeien, komt in de praktijk weinig terecht van de gepredikte diversiteit en gelijke kansen. Alleen jongeren die als normaal getypeerd worden doen mee en gaan alleen maar meer excelleren dan leeftijdsgenoten die vanuit het zorgdenken een label hebben gekregen. De besten doen het beter, de rest minder goed18. Deze toenemende ongelijkheid en de mentale gevolgen daarvan worden zo het individuele probleem van de jongeren die niet meedoen.
• In de manier waarop we aandacht besteden aan social determinants of health zijn we geneigd om jongeren die niet excelleren of die stagneren in hun ontwikkeling bijvoorbeeld als gevolg van bestaansonzekerheid, als niet normaal te typeren. Dat leidt weer tot uitsluiting.
• Door jongeren als kwetsbaar of niet normaal te bestempelen, ondermijnen we hun zelfbeeld. Hun reactie kan zijn dat zij niets meer van de overheid verwachten of niets meer zeggen omdat hun stem er toch niet toe doet. Jongeren kunnen zichzelf ook gaan zien als ‘lost case’. (21)
Het signaal van jongeren dat zij in deze samenleving niet goed gedijen, schatten we niet op waarde als we onderscheid maken tussen normale en niet-normale jongeren, als we excelleren als hoogste, maakbare goed zien en geloven dat hulpverlening obstakels kan fiksen. Dan lopen we het risico dat we inspanningen om social determinants of health te beïnvloeden om zeep helpen en kansenrijkheid en inclusie belemmeren.
Dat luchtverontreiniging fysiek ziek maakt wordt algemeen erkend, maar dat onze maatschappelijke mores jongeren mentaal ziek kan maken nog onvoldoende. Bewustwording is noodzakelijk om deze patronen te kunnen doorbreken. Dat vraagt om een
reflectieve en zelfkritische houding waarin we onze eigen aannames en kennis continu ter discussie durven te stellen. (22) Pas dan kunnen we, samen lerend, over de grenzen van sectoren heen, nieuwe kennis maken. (23) En dan wordt health in all policies meer dan beleidsmatige retoriek: een maatschappelijke beweging die aansluit bij wat leeft onder jongeren en echt gericht is op gezondheidsbevordering.
1. Marmot, M., Wilkonson, R., (2005). Social Determinants of Health. 2nd ed. Oxford University Press, Oxford.
2. Marmot, M. et al. (2008). Closing the gap in a generation: Health equity through action on the social determinants of health. Commission on social determinants of health. Geneva: World Health Organization.
3. RIVM (2018). Gezondheidsverschillen | Volksgezondheid Toekomst Verkenning (vtv2018.nl)
4. Geelen, L.M.J., (2023). De bijdrage van Tata Steel Nederland aan de gezondheidsrisico's van omwonenden en de kwaliteit van hun leefomgeving. RIVM-rapport 2023-0171. https://rivm.openrepository.com/handle/10029/626965
5. World Health Organization. (2013). The Helsinki Statement on Health in All Policies. World Health Organization/Ministry of Social Affairs and Health, Finland. https://iris.who.int/bitstream/handle/10665/112636/9789241506908_eng.pdf?sequence=1
6. Curvers, E., (2023, 5 september). Trauma’s, triggers en toxische sfeer: therapeutentaal is in ons dagelijkse gesprek beland. Wat vinden experts daarvan? De Volkskrant. https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/trauma-s-triggers-en-toxische-sfeer-therapeutentaal-is-in-ons-dagelijkse-gesprek-beland-wat-vinden-experts-daarvan~b80f2351/
7. Polak, N., (2023, 22 september). Therapiepraat vliegt je om de oren, maar een écht kwetsbaar gesprek blijft lastig, ziet schrijver Francine Oomen. De Correspondent. https://decorrespondent.nl/14813/therapiepraat-vliegt-je-om-de-oren-maar-een-echt-kwetsbaar-gesprek-blijft-lastig-ziet-schrijver-francine-oomen/ffee76df-8c16-034b-2159-84723522a73f
8. Yperen, van T., et al. (2023). Andere kijk op groeiend jeugdzorggebruik. Nederlands Jeugdinstituut, Utrecht. https://www.nji.nl/sites/default/files/2023-04/Andere-kijk-op-groeiend-jeugdzorggebruik.pdf
9. NEMESIS (2023). https://cijfers.trimbos.nl/nemesis/over-nemesis/achtergrond
10. Meisters, R. T. L., (2023). Unravelling socioeconomic and regional differences in health and healthcare expenditures in the Netherlands: the contribution of loneliness, income inadequacy and mastery. [Doctoral Thesis, Maastricht University]. Maastricht University.
11. Ipsos, (2023). Grotere klimaatzorgen voor de generatie van morgen. Milieudefensie Jong. https://milieudefensie.nl/actueel/22087361_milieudefensiejong_ipsos_v2-0.pdf
12. Patel, V., et al. (2023). Transforming mental health systems globally: principles and policy recommendations. The lancet, 402(10402), 656-666. https://doi.org/10.1016/S0140-6736(23)009182
13. Napier, D., et al. (2014) Culture and Health. The lancet, 384(9954), 1607-1639. https://doi.org/10.1016/S0140-6736(14)61603-2
14. Bartels, M., Popma, A., Polderman, T., (2023) Mentaal welbevinden van de jeugd, lessen uit de coronacrisis. Nederlands Jeugdinstituut, Utrecht. https://www.nji.nl/sites/default/files/2023-05/Rapport-Mentaal-welbevinden-van-de-jeugd-lessen-uit-de-coronacrisis.pdf
15. AD. (2022, 1 juni). Bijna half miljoen jongeren ‘psychisch ongezond’, situatie verslechterd door coronamaatregelen. Algemeen Dagblad. https://www.ad.nl/gezond/bijna-half-miljoen-jongeren-psychisch-ongezond-situatie-verslechterd-door-coronamaatregelen~acf52e74/
16. Aar, van der E., (2023, 28 juni). Onderzoekers slaan alarm: ‘Help pubers met mentale problemen, vooral meiden’. Algemeen Dagblad. https://www.ad.nl/binnenland/onderzoekers-slaan-alarm-help-pubers-met-mentale-problemen-vooral-meiden~a997dd52/
17. Napier, D., Volkmann, A., (2023). The Vulnerability Vortex. Health, exclusion, and social responsibility. In Anthropology and Responsibility. Routlegde, London.
18. Wienen, B. (2021). Nieuw kinderrecht: het recht om te falen. Mulock Houwer-lezing, Leiden/Utrecht: NJi. https://www.nji.nl/over-het-nji/mulock-houwer-lezing
19. Wachter, D. de (2019), De kunst van het ongelukkig zijn. Leuven: Lannoo Campus
20. Kraak, A., Kleinjan, M., (2021). Naar gezamenlijke veerkracht en kansen voor iedereen. Nederlands Jeugdinstituut, Utrecht. https://www.nji.nl/sites/default/files/2021-06/Naar-gezamenlijke-veerkracht-en-kansen-voor-iedereen.pdf
21. Frost, M., Meyer, I. Minority stress theory: Application, critique, and continued relevance, Current Opinion in Psychology, 51(101579). https://doi.org/10.1016/j.copsyc.2023.101579
22. Overheid van nu (2023, 25 september). Redeneer vanuit de werkelijke problemen van mensen. Overheid van Nu. https://www.overheidvannu.nl/actueel/artikelen/2023/09/25/redeneer-vanuit-de-werkelijke-problemen-van-mensen
23. Kraak. A., Rietbergen, M. (2022). Samen bereiken wat niemand alleen lukt. Anders denken en doen in de jeugdzorg. Utrecht: NJi. https://www.nji.nl/publicaties/samen-bereiken-wat-niemand-alleen-lukt