Juridisch ouder
De wet maakt in boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (verder: BW) onderscheid in biologisch ouder, juridisch ouder en de ouder met gezag. Hoewel dit voor de meeste mensen waarschijnlijk weinig verschil uitmaakt is het wel degelijk van belang om als gezinswerker, medewerker van een gebieds- of wijkteam of van andere personen die te maken hebben met een dossier van een jeugdige van te voren vast te stellen hoe de situatie precies is. Dit omdat deze ouders verschillende rechten en plichten hebben en dit is onder meer van belang bij de informatieplicht, bij kinderbeschermingsmaatregelen en de zorgplicht. Daarom zullen wij de komende periode deze begrippen nader uiteenzetten en ook aangeven wat de rechten en plichten van de ouder zijn.
Indien de wet spreekt over een ouder dan wordt daarmee altijd de juridisch ouder bedoeld. Vandaar dat wij hiermee starten.
Juridisch moeder
Bij een moeder ligt dit in beginsel eenvoudig en is er door de geboorte automatisch sprake van een juridische band vanwege de geboorte. Echter het is ook mogelijk om op andere manieren juridisch moeder te worden.
Uit artikel 1:198 BW volgen in sub b tot en met e ook nog de volgende mogelijkheden:
in het geval een vrouw met een andere vrouw is getrouwd of een geregistreerd partnerschap heeft en hierdoor is verbonden met de vrouw die is bevallen van het kind en indien sprake is van een kind dat verwerkt is door een “anonieme” donor door een verklaring van Stichting donorgegevens.
die het kind heeft erkend;
van wie het ouderschap bij en door de rechter is vastgesteld of
die het kind heeft geadopteerd.
Juridisch vader
Uit artikel 1:199 BW volgt dat de vader van het kind degene is:
die op het moment van geboorte, is gehuwd of een geregistreerd partnerschap is aangegaan met de moeder van het kind;
die het kind heeft erkend;
van wie het vaderschap gerechtelijk is vastgesteld;
die het kind heeft geadopteerd; of
van wie het huwelijk of geregistreerd partnerschap met de vrouw die bevallen is van het kind, binnen 306 dagen voor de geboorte van het kind door zijn dood is ontbonden.
Deze laatste optie laat ik verder buiten beschouwing omdat in dat geval de informatieplicht en andere aspecten waarmee rekening dient te worden gehouden niet uitgeoefend kunnen worden.
Als juridisch ouder heb je verschillende rechten en plichten:
Het recht op en plicht tot omgang met het kind, een en ander geldt tenzij de rechter het recht op omgang aan de ouder heeft ontzegd.
Het juridisch ouderschap geeft toegang tot het uitoefenen van het ouderlijk gezag, artikel 1:251 BW en verder.
De juridisch ouder heeft het recht te worden geïnformeerd en geconsulteerd door de ouder met gezag. Dit heeft dan betrekking op belangrijke feiten en omstandigheden van de verzorging en opvoeding van het kind.
Het recht geïnformeerd te worden door de professional. Wederom heeft dit betrekking op belangrijke feiten en omstandigheden van de verzorging en opvoeding van het kind. Het is in dit geval niet zo dat de professional een actieve informatieplicht heeft. De juridisch ouder moet er zelf om verzoeken en het gaat niet zo ver dat hij het dossier mag inzien. Tevens dient de professional bij het verzoek, van de juridisch ouder om geïnformeerd te worden, een belangenafweging te maken. Het is namelijk mogelijk om geen informatie te verstrekken als dit niet in belang van het kind is of als de ouder met gezag de informatie ook niet is gegeven.
Een plicht die voortvloeit uit het juridisch ouderschap is de plicht tot het betalen van kinderalimentatie.
Andere aspecten die uit het juridisch ouderschap volgen zijn:
Het erfrecht. Het kind kan aanspraak maken op het kindsdeel, artikel 4:10 BW.
Het naamrecht; het kind kan de achternaam van de juridisch ouder krijgen, artikel 1:5 BW en
indien de juridisch ouder de Nederlandse nationaliteit heeft, dan kan het kind ook de Nederlandse nationaliteit verkrijgen, artikel 3 RwNed.
Tevens is het zo dat een kind slechts twee juridische ouders kan hebben en dat het juridisch ouderschap niet inhoudt dat de ouders ook het gezag hebben. Als de juridisch ouder ook het gezag heeft, wat in de meeste gevallen wel zo is, gelden de volgende rechten en plichten.
Recht om kind (mede) op te voeden en te verzorgen. Dit is een recht dat niet kan worden ontzegd door de rechter. Het is wel mogelijk dat dit recht wordt opgeschort voor bepaalde periodes;
Beslissingen nemen ten aanzien van bijvoorbeeld woonplaats kind en schoolkeuze;
Het beheren van het vermogen van het kind;
Recht op inzage van het medisch dossier van kinderen jonger dan 16 jaar;
De wettelijke vertegenwoordiging van het kind, te denken valt aan procederen in civiele procedures namens het kind, toestemming geven voor het ondergaan van medische behandelingen en bij paspoorten;
Plicht tot betalen van kinderalimentatie
Een opmerking tot slot. Bovenstaand zijn kort weergegeven de hoofdregels die volgen uit de wet- en regelgeving. Het is natuurlijk altijd mogelijk dat de rechter in bepaalde gevallen in een uitspraak iets anders heeft bepaald ten aanzien van het juridisch ouderschap en de daarbij behorende rechten en plichten. Het is bijvoorbeeld mogelijk om het juridisch ouderschap ongedaan te maken als het juridisch ouderschap is ontstaan door erkenning of door huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap en de man of vrouw niet de biologisch ouder is. In geval het juridisch ouderschap is ontstaan door adoptie kan de rechter dit op verzoek van de geadopteerde beëindigen. Ga dit dus eventueel na als dit van belang kan zijn voor het dossier.
De volgende keer wordt het biologisch ouderschap besproken.
Auteur: mr. Sharon Bogaarts
Co-auteur: mr. Linda de Heer
Eerdere blogs van mr. Sharon Bogaarts en mr Linda de Heer
De Jeugdwet en bezwaarschriften, hoe zit dat?
Persoonsgegevens op declaraties jeugdhulp, hoe zit dat juridisch?
Artikel 2:11, 3.2, 6.1.8 Jeugdwet: Mandatering aan GI toch mogelijk?
Gemeente als jeugdhulpaanbieder, hoe zit dat?