Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Bestuurders aan het woord: Mark van den Berg, Tzorg

1 januari 2015 was het zover, de daadwerkelijke ingang van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en de participatiewet. Misschien wel de meest ingrijpende veranderingen in het sociaal domein ooit. Tzorg is één van de zorginstellingen die beïnvloed worden door deze veranderingen. Mark van den Berg (directeur) is betrokken geweest bij de aanbesteding van de verschillende zorgvormen van de Wmo. Reden om de zienswijze van Mark van den Berg te bevragen. Niels de Vette van Adjust sprak met hem.

16 maart 2015

Hoe staat u tegenover de decentralisatie van de Jeugdwet en Wmo?
Allereerst, vind ik de Jeugdwet lastig omdat wij ons daar niet op richten. Maar de Wmo daar staan wij positief tegenover, wij vinden het juist fijn dat er meer taken bij de gemeenten neergelegd worden en dat de gemeenten, cliënten en burgers veel beter in zicht hebben, in plaats van een landelijk orgaan, zoals een zorgkantoor. En wij denken dat er veel meer maatwerk geleverd kan worden binnen de Wmo en dus ook het doel bereikt kan worden om mensen langer thuis te laten wonen.

U bent eigenlijk de eerste die ik spreek die positief start wanneer deze vraag gesteld wordt.
Ja, ik heb ook veel mensen gesproken die de zorg willen houden zoals die nu is. Helaas gaat dat nu niet in een vergrijzende samenleving waar de kosten de pan uit rijzen.

U geeft als een van de voordelen aan dat de zorg dichter bij de burger georganiseerd kan worden, is dat een van de belangrijkste kansen die u ziet?
Ja, maar ook het anders inrichten van de zorg. Waar we nu heel erg gedreven zijn door productie draaien en zoveel mogelijk volume en facturatie indienen moet het allemaal goedkoper en efficiënter, dus zal je een nieuwe manier van werken moeten gaan toepassen. Die is natuurlijk in de Wmo deels ingevoerd bij de Huishoudelijke hulp met het resultaatgericht werken, dat is één van de dingen die uit de koker van Tzorg komt. Wij kunnen daar goed op inspelen, wat mij betreft moet de gemeente juist meer met dat soort manier van werken komen. En moet er meer gekeken worden naar arrangementen in plaats van producten. Er moet gewoon gekeken worden wat een cliënt nodig heeft om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen. Wat ons betreft komt daar ook de Persoonlijke Verzorging op korte termijn bij, de lichte variant, want dat past prima in het arrangement. Daardoor heb je dan ook minder hulpverleners over de vloer bij de cliënt. Dat maakt het efficiënter en kostenbesparend zonder verlies van kwaliteit.

Een andere manier van werken geeft u aan, naast resultaatgericht werken ziet u dan nog meer innovatieve manieren?
Dan moet je toch denken aan die arrangementen, dus niet meer indicaties met individuele producten zoals begeleiding of huishoudelijke hulp, maar een arrangement A zodat die cliënt zolang mogelijk thuis kan blijven wonen, als dat maar bereikt wordt door de juiste inzet van de zorgaanbieders. Meer vrijheid, meer verantwoordelijkheid bij de aanbieders en meer partnerschap met de gemeenten. Samen optrekken en samen oplossen.

Zijn er ook al gemeenten met wie jullie dat soort afspraken gemaakt hebben?
Gemeente Rotterdam is voorloper in het durven uit te vragen in de beste aanbieder voor ouderenzorg. Daar zijn wij één van de gecontracteerde partijen en daar bieden wij een integraal pakket aan binnen de gemeente. Het gaat dus niet meer over 1 product.

Ziet u nog meer kansen naast deze genoemde kansen door de decentralisatie van de Wmo?
Op korte termijn zijn dit ze wel. Op lange termijn zal het wel weer verder doorontwikkeld worden en gaan we langzaam stapjes maken naar wat meer domotica, meer digitalisering en Ipads. Maar daar zal nog wel meer tijd over heen gaan voordat dat uitgerold zou kunnen worden.

Wat voor termijn denkt u dan aan voor die digitalisatie?
Die vindt al wel mondjesmaat plaats, maar om volledig uit te rollen, zal het wel een jaar of vier of vijf worden. Dat zou al mooi zijn. Dus dat je eenzaamheidsbestrijding kan doen, door met je Ipad een knopje in te drukken en met je zus aan de andere kant van Nederland je avondeten op kan eten. Dat is voor de huidige generatie niet voor iedereen weggelegd, dus daar moeten we langzaam naartoe werken. Binnen de langdurige zorg worden daar nu ook veel pilots mee gestart. Ook bij verpleeghuizen bijvoorbeeld, waar een Ipad met verbinding zorg ingeroepen kan worden. Alles moet efficiënter, domotica kan daar een rol in spelen. Het mag nooit de kwaliteit aantasten, dat is wel een belangrijk uitgangspunt.

Wat zijn uw ervaringen met het inregelen van de Wmo bij gemeenten over het algemeen?
Prima, wij zitten in 310 gemeenten. Wij zijn zelf redelijk flexibel, wij kunnen eigenlijk alles wat een gemeente vraagt wel implementeren.

Ziet u risico’s naar aanleiding van de decentralisatie van de Wmo2015?
Niet per se naar aanleiding van de huidige decentralisatie. Wel het feit dat gemeenten nu besloten hebben om te stoppen met de hulp in het huishouden in bepaalde gemeenten en dan geen vangnet hebben en niet goed geregeld hebben. Daar zie ik risico’s dat cliënten buiten de boot vallen of dat er iets gebeurt en dat er niemand meer langskomt.

Wat voor risico’s ziet u dan op cliëntniveau?
Dat mensen natuurlijk vereenzamen, niemand meer zien en in de problemen komen en dat het niet gezien wordt. We hebben vorig jaar een paar gevallen in de media van mensen die jarenlang dood hebben gelegen in hun woning, dat kan hier dus ook gebeuren als niemand meer komt. Vrij kwetsbare doelgroep, die niet mondig is en het niet zelf kan regelen.

Algemene voorzieningen zijn daar ook niet per se een oplossing voor. Er is variatie in algemene voorzieningen. Als een personen geholpen worden en toegeleid worden naar een algemene voorziening, dan vind ik het in principe goed. Maar als er een algemene voorziening is waar de cliënt geen enkele ondersteunging krijgt in zijn eigen regie en gemeenten zeggen; ‘er zijn bedrijven die het voor je kunnen regelen, ik wens je veel succes’ dan zie ik een flinke bedreiging.

Veel genoemde risico’s, ook in de media, zijn onder ander de kortingen op de budgeten en verlies aan kwaliteit bijvoorbeeld. Ziet u enkel risico’s door het wegvallen van de huishoudelijke hulp?
Ja, je kan wel klagen over de kortingen, maar dat heeft geen zin. Je kan het ook van de andere kant bekijken en zien als een kans. Ga het nou eens anders inregelen, efficiënter. We doen het al jaren op deze manier, het is ook lastig om ineens te veranderen. Als je bijvoorbeeld al jaren lang 50 euro voor iets krijgt en je hebt daarop je organisatie ingericht en je nu ineens nog maar 40 euro, scheelt dat een hoop. Daar heb je dan last van. Maar je doet er niets aan, dan moet je ervoor zorgen dat ze in Den Haag de budgetten hetzelfde houden, maar dat gaat ook niet gebeuren. Je kan zoveel klagen als je wilt, maar daar verandert het niet mee.

Een veel genoemd risico, ook door het CBP onder andere, is de privacy. Ziet u daar nog bepaalde risico’s of kansen juist?
Nee, daar zijn wetten en regelgeving voor. Ik zou niet weten hoe dat een risico of een kans zou kunnen zijn. Ik heb er nog geen problemen mee gehad. Er is wet- en regelgeving waar men zich aan moet houden, dus gemeenten moeten dat ook. Ik herken het in ieder geval niet.

Welke uitdaging ziet u naar aanleiding van de decentralisatie van de Wmo?
Het implementeren van alle beleidsvrijheden die gemeenten genomen hebben om zelf allerlei modellen te ontwikkelen. Dat is best een klus. Om te zorgen dat we kunnen werken zoals we willen.

Wat voor modellen doelt u dan op?
De ene gemeente werkt met resultaatfinanciering manier A, de andere weer op manier B en zo verder. Gemeenten willen ook de gegevens op een andere manier aangeleverd krijgen. Ook zitten er veel verschillen in het aanleveren van managementrapportages. Dat maakt het lastig. Op administratief niveau heeft dat invloed.

Belangrijkste kansen en risico’s en, voornamelijk, kansen zijn besproken. Heeft u verder nog aanvullingen?
Ik denk dat het met name belangrijk is dat gemeenten de beleidsvrijheid die ze krijgen wel gebruiken, maar ook kijken wat het meest efficiënt is. Er moet bijvoorbeeld wel gekeken worden naar wat er handig is binnen een specifieke gemeente. Afhankelijk van bijvoorbeeld het aantal inwoners een gemeente heeft en daarin ook de aanbieders betrekken, het als partners inregelen. Niet zelfstandig, maar gezamenlijk.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.