De VNG, Divosa en de NVVK zetten een streep door het ondertekenen van nieuwe afspraken over vroegsignalering van schulden. De organisaties vinden het onverantwoord om toezeggingen te doen zolang het kabinet geen duidelijkheid geeft over structurele financiering voor deze wettelijke taak.
De afgelopen jaren is vroegsignalering van schulden flink uitgebreid. Het aantal signalen van mogelijke schuldenproblemen steeg van 650.000 in 2021 naar ruim 1 miljoen in 2024. Ook het aantal bereikte inwoners groeide aanzienlijk. Daarmee is bewezen dat vroegsignalering werkt, maar het is ook duidelijk dat de uitvoering steeds omvangrijker en complexer wordt.
In de voorgestelde bestuurlijke afspraken wordt gestreefd naar een verdubbeling van het bereik naar 40 procent van de doelgroep. Daarvoor is meer inzet van gemeenten en uitbreiding met nieuwe signaalpartners nodig. Die opschaling is volgens de koepelorganisaties alleen haalbaar als daar structureel geld tegenover staat. Dat geld is na recente kabinetsbesluiten echter weggevallen.
De VNG, Divosa en NVVK benadrukken dat zij de ambitie voor betere vroegsignalering delen. Maar zonder financiële onderbouwing willen zij geen afspraken ondertekenen die verwachtingen scheppen die gemeenten niet kunnen waarmaken. Ze vinden het onacceptabel om verantwoordelijkheden bij gemeenten neer te leggen zonder de middelen om die uit te voeren.
Met het opschorten van hun handtekening roepen de organisaties het kabinet dringend op om alsnog structurele financiering veilig te stellen. Alleen dan kunnen gemeenten hun rol blijven vervullen in het vroegtijdig signaleren van schulden en het bieden van passende hulp aan inwoners.
Ondanks het besluit blijven de drie organisaties gemeenten inhoudelijk ondersteunen bij de uitvoering van vroegsignalering. Ook de samenwerking met vaste lastenpartners en andere betrokkenen in de keten wordt voortgezet.