Het derde jaar werkloosheidsuitkering voor werkzoekende oudere werknemers kan hersteld door nieuwe verzamelcao’s met een langere looptijd af te spreken. In deze cao's wordt een fonds opgericht waaruit werknemers de WW-aanvulling betalen. Dat bevestigde het ministerie van Sociale Zaken na berichtgeving van De Volkskrant. Op basis van het sociaal akkoord is de WW sinds 1 januari 2016 versoberd. Werknemers bouwen minder snel WW-rechten op en de maximale duur is verkort, naar 24 maanden. ANBO is blij met de berichten maar heeft nog een aantal vragen. Het is bijvoorbeeld nog niet duidelijk welke leeftijdsgrenzen gehanteerd worden en wie er met ‘oudere werkzoekenden’ bedoeld worden.
Wenselijk om sociale partners verantwoordelijk te maken?
Daarnaast zullen werknemers de extra WW-premie betalen, die nodig is om de voornoemde fondsen te vullen. Mooi, vindt ANBO, maar het vraagt extra solidariteit van jongere werknemers, omdat zij niet in aanmerking komen voor de verlenging. Er zijn er nog vragen over de uitwerking: blijft de sollicitatieplicht en de vermindering van het laatst verdiende dagloon naar 70 procent van kracht? En ten slotte meer algemeen: is het wenselijk dat deze sociale zekerheid verschuift van overheid naar sociale partners? Hiermee worden werkgevers en werknemers samen verantwoordelijk voor de opbouw en uitkering van fondsen.
Méér doen voor oudere werknemers
De werkloosheid onder oudere werknemers – in leeftijd bezien werknemers vanaf ongeveer 45 jaar – is, hoewel rustig dalend, al jaren hoger dan die van jongere werknemers. Ook is de baanzoekduur fors hoger. Hierdoor lijkt het gerechtvaardigd om extra voorzieningen te treffen voor deze groep. ANBO blijft aandacht vragen voor werkzoekende 50-plussers, zowel bij de politiek als bij werkgevers. Den Haan: “De overheid moet meer zijn best doen om de vooroordelen die werkgevers hebben te bestrijden. Daar moeten gerichte campagnes voor komen. Daarnaast moet de overheid het gesprek aangaan met werkgevers. Pas als de werkgevers met open vizier op zoek gaan naar kandidaten én kijken naar iemands kwaliteiten, in plaats van leeftijd, kan er écht iets veranderen.”
