Van de 19 duizend asielmigranten (statushouders) die in 2022 inburgeringsplichtig waren onder de Wet inburgering 2021, had ruim zeventig procent aan het eind van 2022 nog geen Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP) en kon daarom nog niet starten met hun inburgering. Statushouders wachtten vaak meerdere maanden voor ze gevestigd werden in een gemeente die verantwoordelijk is voor de inburgering.
Daarna duurt het soms maanden voor ze een inburgeringsplan krijgen. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS naar inburgeringsplichtigen onder de Wet inburgering 2021 in 2022 (1).
In 2022 waren er 26,5 duizend mensen inburgeringsplichtig geworden onder de nieuwe Wet inburgering. Hiervan waren 19 duizend mensen statushouder en bijna 7,5 duizend mensen gezins- of overige migrant.
In lijn met de Wet inburgering 2021 worden inburgeringsplichtigen door gemeenten begeleid bij hun inburgering. Met een brede intake en het maken van een Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP) wordt een inburgeringstraject op maat gemaakt.
In de PIP staat onder meer welke leerroute de statushouder volgt. Na ondertekening van de PIP start de inburgeringstermijn.
De begeleiding van de inburgeringsplichtige door een gemeente start meestal nadat de statushouder zich in de gemeente vestigt. Eind 2022 waren 10,7 duizend statushouders in een gemeente gevestigd. 8,3 duizend asielmigranten met een verblijfsstatus waren nog niet gevestigd in een gemeente en verbleven nog in een opvanglocatie van COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers).
Van de statushouders die eind 2022 in een gemeente waren gevestigd, had bijna 35 procent drie maanden of langer op een plaatsing in een gemeente moeten wachten. Iets minder dan een kwart wachtte drie maanden tot een half jaar en 9 procent zes tot negen maanden.
De begeleiding vanuit de gemeente start met een brede intake en een PIP. Voor meer dan de helft van de statushouders die eind 2022 in een gemeente gevestigd waren (5,6 duizend), was eind van het jaar nog geen PIP opgesteld.
Voor statushouders die eind 2022 wel een PIP hadden, is die bij ruim de helft binnen tien weken na vestiging in de gemeente opgesteld. De deadline voor het vaststellen van de PIP is sinds 2023 tien weken na vestiging in de gemeente. Bij 6 procent zat er meer dan 25 weken tussen de vestiging in de gemeente en het vaststellen van het PIP.
In de PIP wordt vastgelegd welke leerroute de inburgeringsplichtige gaat volgen. Het gaat hierbij om drie leerroutes. 54 procent volgde de B1-route; een route voor taal en (vrijwilligers)werk. 16 procent volgde de onderwijsroute en 30 procent de zelfredzaamheidsroute, die gericht is op meedoen in de Nederlandse samenleving.
Eind 2022 verbleven er nog 8,3 duizend inburgeringsplichtige statushouders bij het COA. Hiervan is voor tweehonderd personen een PIP opgesteld eind 2022. Als een statushouder in een opvanglocatie van het COA verblijft die dicht bij de gekoppelde gemeente ligt, start een gemeente soms wel met de brede intake en PIP.
https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/rapportages/2024/statistiek-wet-inburgering--swi---2022