Op initiatief van minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ondertekenden ruim vijftig bedrijven en organisaties deze week de verklaring ‘Gelijke Kansen’. De minister laat daarmee in haar laatste weken als bewindspersoon zien van geen wijken te willen weten, signaleert Tom Reijner.
Werkgevers, intermediairs, hr-professionals, maatschappelijke organisaties en de overheid hebben met de verklaring Gelijke Kansen de handen ineengeslagen voor meer gelijke kansen bij sollicitaties en op het werk.
“Wij staan voor gelijke kansen op een baan, op doorstroom in het werk en op behoud van werk. Dat verdient iedereen. Daarom zijn wij aan de slag om gelijke kansen te bieden aan sollicitanten en de eigen werknemers”, staat in de verklaring.
De verklaring past bij de ‘S’ van ‘social’ uit de ESG-criteria. Steeds meer bedrijven willen en moeten daaraan voldoen. Onder die ‘S’ vallen goed werkgeverschap, diversiteit op de werkvloer en het bevorderen van gelijke kansen, onder meer via objectieve werving en selectie.
Van Gennip is verguld, laat ze in een reactie weten. “Iedereen verdient een gelijke kans in de zoektocht naar werk of bij promoties. Echt gelijke kansen bieden door bijvoorbeeld objectief te werven en selecteren vraagt serieuze inzet van werkgevers”, zegt ze.
“Daarom is het een krachtig signaal dat een groep koplopers vandaag deze verklaring tekent. Zij vormen een inspiratiebron voor andere bedrijven en organisaties. Samen stellen we een nieuwe norm.”
Volgens het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is het convenant tussen onder meer een “zichtbare eerste stap”. Veel werkgevers zouden al actief bezig zijn met het bevorderen van een kansengelijkheid. Toch is er ook nog een grote groep die er wel de waarde van in ziet, maar die er nog onvoldoende werk van maakt of ondersteuning nodig heeft.
Duidelijk is dat de ambitieuze Van Gennip het de afgelopen weken over een andere boeg heeft gegooid, toen eenmaal duidelijk werd dat ‘haar’ Wet Toezicht Gelijke Kansen - tot haar frustratie strandde - in de Eerste Kamer.
Het voorstel, dat in maart dit jaar door een nipte rechtse meerderheid in de Eerste Kamer werd verworpen, had de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) toezichthoudende bevoegdheden moeten geven bij de werving en selectie van werknemers, zodat gelijke kansen op werk zouden worden gecreëerd. Van Gennip deed, voorafgaand aan de stemming, meerdere toezeggingen en aanpassingen, maar die mochten niet baten. Het deed ook een lange voorgeschiedenis van voorbereidingen en sessies teniet.
De vraag is of de nieuwe verklaring wel het echte beoogde effect heeft. Met een wet heb je immers een stok achter de deur. Her en der wordt openlijk getwijfeld. “Werkgevers willen vaak wel, maar hebben het gevoel dat ze het wiel zelf moeten uitvinden”. zegt bijvoorbeeld Peter Brouwer, programmamanager bij de Goldschmeding Foundation, een organisatie die zich inzet voor een betere maatschappij.
Hij vindt de verklaring onvoldoende qua impact: “Zonder gedegen implementatie en continue ondersteuning zal de volledige potentie van een initiatief als deze verklaring onbenut blijven. Het vraagt duurzame inspanningen om een inclusieve bedrijfscultuur te ontwikkelen én te onderhouden.” Hij wijst erop dat momenteel slechts 15 procent van de werkgevers zich inzet voor inclusief werkgeverschap.
Toch kan Van Gennip dit bescheiden succes, via een omweg, op haar palmares bijschrijven. Bedrijven en organisaties die de verklaring ondertekenen en aan de slag zijn of gaan om echt gelijke kansen te bieden, krijgen ondersteuning vanuit de Ontwikkelagenda Gelijke Kansen. Die Ontwikkelagenda zal de komende periode verder worden uitgewerkt – als het nieuwe kabinet er ook heil in ziet, natuurlijk.