Op 1 januari 2025 gaat hij in: de nieuwe Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta). Regioplan stelt momenteel een kader op voor de evaluatie van deze wet, die op termijn moet zorgen voor een betere positie voor werknemers die worden uitgeleend aan een ander bedrijf (in het bijzonder arbeidsmigranten). Ook voeren we een nulmeting uit.
Arbeidsmigranten spelen een belangrijke rol in de Nederlandse economie, vooral in sectoren als de industrie, logistiek en land- en tuinbouw. Tegelijkertijd kent de uitzendbranche veel misstanden die met name arbeidsmigranten raken, bijvoorbeeld op het gebied van onderbetaling, huisvesting en gezond en veilig werken.
Om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren, presenteerde het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (beter bekend als de Commissie Roemer) in 2020 het rapport Geen tweederangsburgers. Het rapport bevatte een groot aantal voorstellen om de positie van arbeidsmigranten in Nederland te verbeteren. Eén van de aanbevelingen: voer een verplichte toelating in voor uitzendbureaus, en geef werkgevers die met niet-toegelaten uitzendbureaus werken een boete. Het doel: misstanden en malafide praktijen in de uitzendbranche tegengaan.
Om dit doel te bereiken, wordt in 2025 een nieuwe wet ingevoerd: de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta). Dit betekent dat uitleners (uitzendbureaus) straks verplicht een ‘toelating’ nodig hebben die pas verstrekt wordt als zij voldoen aan een aantal vooropgestelde criteria. Niet-toegelaten uitleners mogen geen uitzendkrachten uitlenen. Tegelijkertijd wordt het inleners (organisaties die gebruik maken van uitzendkrachten) verboden om gebruik te maken van niet-toegelaten uitleners.
Met de Wtta zet de overheid een eerste stap om de rechtspositie van arbeidskrachten (arbeidsmigranten in het bijzonder) te verbeteren en om misstanden op de arbeidsmarkt tegen te gaan door malafide uitleners aan te pakken.
Vijf jaar na de inwerkingtreding wordt de wet geëvalueerd. Ter voorbereiding ontwikkelen wij de komende tijd – op verzoek van het ministerie van SZW – een kader voor de evaluatie van de wet. Op basis daarvan voeren we ook een nulmeting uit, om de doeltreffendheid en doelmatigheid van de wet in kaart te brengen.
De eerste stap in het onderzoek is het beschrijven van de doelstellingen, de kernpunten van de wet, en op welke manier de wet veronderstelt dat de doelstellingen bereikt worden. Deze informatie biedt vervolgens een kapstok voor het bepalen van diverse indicatoren waarmee we kunnen meten of de wet voldoet aan haar doelstellingen.