Staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS) heeft mooie ambitieuze plannen, zo blijkt uit zijn Kamerbrief over de hervormingen van de gesloten jeugdhulp (officieel JeugdzorgPlus). Per 2025 wordt er overal kleinschalig gewerkt en per 2030 streven we naar nul plaatsingen in JeugdzorgPlus. Ambities die we alleen maar kunnen omarmen, maar waar we echt gezamenlijk, als maatschappij, onze verantwoordelijkheid in moeten nemen. En daarbij mogen we beslist niet de meest kwetsbare jongeren vergeten.
Staatssecretaris Van Ooijen (VWS) komt met drastische hervormingen in de gesloten jeugdhulp. De huidige, grootschalige locaties zullen getransformeerd worden naar kleinschalige, open plekken, midden in de samenleving. Daarnaast streeft Van Ooijen naar nul gesloten plaatsingen in 2030. Maar hoe realistisch is dat?
In deze reeks reageren diverse experts vanuit hun eigen expertise op deze ambitieuze voornemens. In dit eerste deel: Bob Wiggers, regiodirecteur bij iHUB en onder meer verantwoordelijk voor JeugdzorgPlus-locatie Het Anker in Harreveld.
Ook wij staan voor een enorme transformatieopgave. Uiteraard kwam dit niet uit de lucht vallen. De ombouw van onze JeugdzorgPlus is al langere tijd één van onze grootste prioriteiten. Zo is ongeveer de helft van het aantal gesloten plekken binnen iHUB inmiddels afgebouwd en zijn nagenoeg al onze groepen verkleind tot maximaal 6 jongeren per groep. Ondertussen bieden we meer behandeling dan voorheen en integreren we onderwijs en zorg zoveel mogelijk in een dagprogramma op maat.
In Harreveld starten we nog dit jaar met een verbouwing, waarbij de tralies, het prikkeldraad en de camera’s van de voormalige jeugdgevangenis worden weggehaald en de locatie huiselijker en meer kindvriendelijk wordt ingericht. Ook ligt er een plan klaar voor de ombouw van onze afzonderingsruimtes naar familiekamers en kamers waar kinderen zich vanuit een eigen wens kunnen terugtrekken. De instrumentele veiligheid maakt daarbij steeds meer plaats voor relationele veiligheid.
Bovendien lukt het ons dankzij de opbouw van diverse alternatieven, zoals ambulante teams, gezinsopnames en studio’s, steeds beter om plaatsingen in JeugdzorgPlus daadwerkelijk te voorkomen of te verkorten.
Dat zijn stappen in de goede richting, zeker, maar binnen deze ontwikkelingen worden we helaas ook nog dagelijks geconfronteerd met de weerbarstige praktijk. Steeds duidelijker komt op de voorgrond dat er binnen de JeugdzorgPlus-doelgroep (misschien wel altijd) sprake blijft van een kleine groep jongeren bij wie de (multi)problematiek zó complex, divers en specifiek is, dat dit vanwege de benodigde hoog-specialistische expertise en het kleine volume vraagt om een landelijke aanpak. Vooralsnog ontbreekt het in de regio simpelweg te vaak aan beschikbare expertise en middelen om voor de meest kwetsbare jeugd, die een risico vormen voor zichzelf en/of anderen, een passend aanbod te realiseren.
Daarbij zien we dat de alternatieven die wél beschikbaar zijn het uiteindelijk vaak niet aandurven en dus jongeren met zowel zware gedragsproblematiek (onder andere agressie, seksueel grensoverschrijdend gedrag) als psychiatrische problematiek (bijvoorbeeld suïcidaliteit of psychosen) afwijzen. Zij vinden het gewoon te risicovol. De realist in mij stelt dan ook dat kleinschalige, open voorzieningen in woonwijken (voorlopig) geen haalbare kaart zijn voor jongeren met een zeer specialistische zorg- en onderwijsbehoefte en een hoge mate van onveiligheid voor zichzelf of hun omgeving.
In mijn optiek ligt voor die groep jongeren de sleutel in het creëren van een landelijk expertisecentrum dat de schakel vormt tussen verschillende specialismen en disciplines. Een plek waar zorg en onderwijs heel intensief en dicht bij elkaar georganiseerd zijn en we gezamenlijk met experts vanuit onder andere jeugdhulp, GGZ, verslavingszorg, orthopsychiatrie en LVB-zorg tot een perspectief kunnen komen. Een meer dynamische werkwijze op maat is daarbij essentieel; per kind en gezin zal moeten worden gekeken naar de bestaande problematiek, de behoeften en voortvloeiend welke combinatie van zorg en onderwijs daarvoor nodig is.
Om die verschillende expertisegebieden met elkaar te kunnen bundelen, is een bepaald volume nodig. En daar zit ook meteen de crux, want het gaat slechts om enkele kinderen per regio. Daarom is het belangrijk dit landelijk te organiseren en landelijk te financieren, zodat ook deze jongeren doelmatige en betaalbare zorg kunnen krijgen.
Het grootste risico van de huidige geplande transformatie, die overigens gelukkig voor het merendeel van de jongeren binnen JeugdzorgPlus wel passend is, is dat met de snelle afbouw de opgedane ervaring en expertise – bijvoorbeeld op het gebied van stabiliseren in een psychiatrische crisis – verloren gaat en daarmee het probleem eigenlijk alleen maar wordt verlegd. Die groep jongeren met een weliswaar zeldzame maar hele complexe hulpvraag, zal er namelijk ook in en na 2030 nog zijn.
Uiteraard is het belangrijk dat er eerst een brede inventarisatie wordt gedaan op landelijk niveau om te onderzoeken op welke manier zo’n behandelcentrum zou moeten worden ingericht. Wat het vooral niet moet worden, is een instituut waar mensen langdurig verblijven zonder perspectief. De bedoeling is dat dit centrum slechts een onderdeel vormt binnen het totale pallet aan zorg en onderwijs, waar jongeren zo tijdelijk als mogelijk gebruik kunnen maken van een hoge mate van expertise en uiteenlopende disciplines. In zijn brief onderkent de staatssecretaris dat er nog onderzoek wordt gedaan naar een dergelijk specialistisch alternatief naast de regionaal werkende kleinschalige voorzieningen, en dat in het najaar een besluit hierover volgt.
Al met al ben ik hoopvol dat de beweging die al langer geleden in gang is gezet, nu, mede dankzij de plannen van de staatssecretaris, extra draagvlak krijgt en ertoe leidt dat we echt met z’n allen toewerken naar een wereld zonder geslotenheid. Een wereld waarin kleinschalige alternatieven zo liefdevol, warm en thuis als mogelijk georganiseerd zijn en de oplossing vormen voor de grootste groep beschadigde jongeren. Laten we alleen niet onze ogen sluiten voor de meest kwetsbaren onder hen, die ook onze zorg en aandacht verdienen.
Lees ook deel II van deze reeks: Ombouw JeugdzorgPlus: een complex en kostbaar proces