Mensen in de bijstand weten vaak niet dat ze inkomsten uit gokken of het fokken van huisdieren moeten opgeven bij de gemeente. Als die inkomsten worden ontdekt, volgen stevige sancties. Daarbij wordt alleen geen rekening gehouden met de kosten. Dat kan ertoe leiden dat de situatie helemaal uitzichtloos wordt. Maatwerk is wenselijk, maar kan dat wel binnen de huidige wetgeving?
Waarom zou je nog een bijstandsuitkering moeten ontvangen als je € 3800 per maand wint met online gokken? Als je het aan honderd mensen op straat vraagt, zullen ze waarschijnlijk stuk voor stuk antwoorden dat de gelukkige gokker gemakkelijk zijn eigen broek kan ophouden en niet moet aankloppen bij de gemeente. Maar wat als nu blijkt dat die gelukkige gokker helemaal niet zo gelukkig is? Bijvoorbeeld omdat hij elke voorgaande maand € 4000 heeft ingezet (dus per saldo € 200 verlies had)?
Dit was een casus waar gemeenten, die een gezamenlijk actieonderzoek doen naar (terug)vorderingen uit de bijstand, tegenaan liepen. Bij een controle bleek een bewoner een stevige gokverslaving te hebben. Hij was al ongeveer drie jaar voor zulke bedragen aan het gokken, zo liet een analyse van zijn bankrekening zien.
Een strikte toepassing van de Participatiewet zou betekenen dat alle gewonnen bedragen moeten worden verrekend met de uitkering en dat daarbij geen rekeningmag worden gehouden met de bedragen die zijn ingezet. Dit betekent dat de bewoner zijn uitkering van ruim drie jaar moet terugbetalen, plus een boete omdat hij zich niet heeft gehouden aan de inlichtingenplicht. Immers, als je een uitkering ontvangt op basis van de Participatiewet, ben je verplicht om inkomsten te melden bij de gemeente. Alles bij elkaar zou dit neerkomen op een terugvordering van bijna € 50.000. Een schuld die bovendien niet in aanmerking komt voor een schuldregeling. Het was duidelijk dat een strikte toepassing van de Participatiewet de problemen alleen nog maar groter zou maken. Maatwerk was geboden.
De bewoner is het meest geholpen met hulp voor zijn gokverslaving. En met hulp bij zijn geldzorgen. Het is immers onmogelijk om met een bijstandsuitkering rond te komen als je daarvan € 200 per maand kwijt bent aan gokken. En het verlies van € 200 per maand was een gemiddelde over de gehele periode. In sommige maanden was het minder groot, maar in andere maanden ook groter. De geldzorgen en de gokverslaving zullen beide een grote belemmering zijn om aan het werk te komen. Wat de casus laat zien is dat gokken voor mensen in de bijstand de slechtste keus ooit is. Ze kunnen namelijk niet winnen. Als je verliest, raak je je inzet kwijt. Maar ook in het uitzonderlijke geval dat je wint, verlies je.
Dan wordt je uitkering immers voor hetzelfde bedrag gekort (of stopgezet als je meer wint dan je maanduitkering).Tenminste, áls je het hebt doorgegeven. Als je het niet doorgeeft, krijg je er nog een boete bovenop. En zul je als bijstandsgerechtigde je hele gokhistorie moeten inleveren. Lukt dit je niet, dan is dus niet duidelijk hoeveel je elke maand hebt gewonnen en zal over de hele periode sowieso de hele uitkering worden teruggevorderd.
Nader onderzoek liet zien dat desalniettemin verschillende bewoners met een Participatiewet-uitkering fors gokken. Met dezelfde handhavingsvraag als gevolg: moeten we alle gewonnen bedragen terugvorderen zonder rekening te houden met de inzet?
Dit probleem speelt niet alleen bij gokken, maar ook bij fokken. Sommige mensen in de Participatiewet laten huisdieren kleintjes krijgen en verkopen de jonkies (bijvoorbeeld kittens, kooikarpers of jonge hondjes). Ook die opbrengst moet worden gemeld bij de gemeente. En ook die opbrengst wordt – zonder rekening te houden met de kosten – in mindering gebracht op de uitkering.
Leonie van Ramselaar, sociaal raadsvrouw in Utrecht vertelt over een echtpaar dat al 25 jaar in de bijstand zit. Laaggeletterd, digitaal niet vaardig. Die kregen een hoge terugvordering en een boete opgelegd, nadat de vrouw een paar nesten met puppy’s had verkocht. ‘Ik vind dat wel schrijnend: die mensen hebben eigenlijk nauwelijks idee van wat ze verkeerd deden en welke consequenties dat heeft.’ Ook in dit geval geldt dat de opbrengst in mindering wordt gebracht op de uitkering zonder rekening te houden met de kosten. Van Ramselaar: ‘We hebben het bedrag van de terugvordering uiteindelijk flink omlaag gekregen.’
De gemeenten Enschede, Leeuwarden en de gemeenten uit de regio Twente, die het actieonderzoek gezamenlijk hebben uitgevoerd, willen daarom dat de Participatiewet hierop wordt aangepast. Monica van der Veen(Enschede): ‘We willen meer beleidsruimte en ruimte voor professionals krijgen om meer maatwerk te kunnen leveren. We moeten voorkomen dat de Participatiewet mensen zo hard straft dat de kans dat ze volwaardig blijven participeren kleiner wordt en hun afhankelijkheid groter.’
Voor bewoners die fokken, kan maatwerk dan betekenen dat ze een klein deel van de verdiensten (na aftrek van de kosten) mogen houden. Voor bewoners die gokken, kan maatwerk betekenen dat de winst (dus minus de kosten) wordt teruggevorderd, met als voorwaarde voor deze coulance bijvoorbeeld dat de bewoner verplichte hulp accepteert om af te komen van de gokverslaving.
Begin 2021 kondigde toenmalig staatssecretaris Bas van ’t Wout aan de wet onder de loep te nemen om knelpunten boven tafel te krijgen. De eerste stap was het gesprek aangaan met gemeenten – de uitvoerders van de wet. Drie ‘rondetafels’ volgden. Vervolgens werd gesproken met inkomensconsulenten, handhavers, sociaal rechercheurs, beleidsadviseurs en advocaten. De gesprekken gingen over casussen, maar ook over de onderliggende redenen van ongewenste situaties en over hoe medewerkers bij gemeenten de ideale Participatiewet voor zich zagen. De rode draden werden besproken met 17 wethouders en het ministerie van SZW. Breder onderzoek naar oplossingsrichtingen volgt, incluis een advies aan het kabinet.