De langdurige zorg staat onder druk. Het is van groot belang dat de zorg voor ouderen, gehandicapten en mensen die langdurig psychische zorg nodig hebben beschikbaar blijft. Met elkaar zetten we daarom in op passende zorg voor deze doelgroepen, waarbij de cliënten en zijn/haar omgeving centraal staan. De nadruk ligt daarbij op bijvoorbeeld preventie en op zelfredzaamheid, langer thuis en digitaal als het kan, zodat deze zorg beschikbaar blijft voor de mensen die dat het hardst nodig hebben. Het CIZ, Zorginstituut Nederland, de Nederlandse Zorgautoriteit en het CAK delen deze ambitie maar er is meer nodig. In een gezamenlijke Werkagenda Langdurige zorg zetten we uiteen welke extra stappen nodig zijn om deze zorg ook in de toekomst beschikbaar te houden.
De vraag naar deze zorg is groot en blijft onder druk van de vergrijzing groeien. Als overheidsorganisaties voelen we ons verantwoordelijk om vanuit onze respectievelijke rollen bij te dragen aan de beweging naar passende zorg. We zien dat ook in de samenleving het besef groeit dat de zorg voor deze doelgroepen onder druk staat en om fundamentele keuzes vraagt. Het is noodzakelijk dat er een maatschappelijk gesprek op gang komt over de toekomst van de langdurige zorg.
We hebben onze werkagenda voor de langdurige zorg aangeboden aan minister Helder waarin we onze acties uiteen zetten. Het stelsel van zorg en welzijn moet aangepast worden. We focussen op vier onderwerpen, die we hieronder toelichten:
1. context in de Wet langdurige zorg (Wlz);
2. de Wlz beschikbaar houden voor de meest kwetsbaren;
3. hulp bieden bij verdelingsvraagstukken in de regio’s met krapte;
4. de complexiteit in de zorg/het stelsel drastisch verminderen.
Sociale context, bijvoorbeeld het sociale netwerk van iemand, speelt op dit moment geen rol bij de toelating van cliënten tot de Wlz. Maar dit wordt steeds relevanter. De zorgvraag en daarmee de instroom groeit immers hard. Voor een steeds groter deel van deze cliënten is er geen plek in een verpleeghuis te realiseren en moet de zorg thuis georganiseerd worden. De beschikbaarheid van een sociaal netwerk is van belang voor de vraag of iemand met passende zorg langer thuis kan blijven wonen. Wij willen het begrip sociale context concretiseren. Wat zijn de gevolgen als we de sociale context meenemen bij de indicatie voor Wlz-zorg? En welke veranderingen zijn nodig om ervoor te zorgen dat deze groep cliënten zonder Wlz-indicatie passende zorg krijgt via de Zorgverzekeringswet en (Zvw) of de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)?
De Wlz is een belangrijk domein voor cliënten met een grote zorg- en ondersteuningsvraag. We zien dat de instroom in de langdurige zorg groot is en groeit. Dit hangt deels samen met de regelgeving waarin is vastgelegd dat de Wlz vóór gaat op de Wmo en Zvw en dus met de ‘prikkels’ in het stelsel. Dit betekent immers dat een gemeente de ondersteuning kan beëindigen als blijkt dat iemand aanspraak kan maken op de Wlz.
Deze forse druk op de Wlz is tegelijk ook kwetsbaar: we willen immers dat de Wlz beschikbaar blijft voor de mensen die het hardst deze zorg nodig hebben. Daarom willen we de voorliggendheid van de Wlz onder de loep nemen: als passende zorg en ondersteuning in andere domeinen goed tot stand kan komen, moet dat mogelijk zijn en bij voorkeur gestimuleerd worden. Wij onderzoeken hoe dat het beste kan en adviseren waar nodig over aanpassing van de regelgeving.
In verschillende regio’s is het zorgaanbod al krap, bijvoorbeeld door een sterkere vergrijzing. Hierdoor is de vraag naar deze zorg sterk voelbaar, terwijl die zorg niet altijd voldoende beschikbaar is in die regio. Dit vraagt om keuzes door zorgaanbieders en zorgkantoren. We willen hen helpen als er onvermijdelijke keuzes gemaakt moeten worden zodat de beschikbare zorg effectief en eerlijk verdeeld wordt. Hierin werken we samen met de IGJ.
Het stelsel van zorg en welzijn is ingewikkeld. Er zijn veel administratieve en financiële regels en verschillende loketten. Voor veel mensen is het stelsel lastig te begrijpen. We willen samen met het ministerie van VWS onderzoeken hoe we het stelsel kunnen vereenvoudigen. Uitgangspunt moet zijn dat het systeem zo is ingericht dat er meer tijd en middelen overblijven ten behoeve van de zorg aan cliënten.
Deze vier thema’s worden de komende tijd concreet ingevuld. Daarbij werken we nauw samen met het ministerie van VWS en de sector.
Het is van groot belang dat de zorg voor ouderen, gehandicapten en mensen die langdurig psychische zorg nodig hebben, beschikbaar blijft. Dat vraagt veel van de sector én van de overheid. Met de werkagenda willen we eraan bijdragen dat de beschikbare capaciteit effectief wordt ingezet zodat de zorg aan de meest kwetsbaren cliënten geborgd is.