Mag een mantelzorger zijn vrouw insuline toedienen? Mag een vrijwilliger in een verpleeghuis een bewoner met slikproblemen helpen met eten geven? Zorgorganisaties hebben grote interesse om samen te werken met informele zorgverleners. Tegelijk roept het onderwerp veel vragen op. Wat mogen mantelzorgers en vrijwilligers wel en niet doen? Wie is er verantwoordelijk en aansprakelijk? De essentie: er zijn geen wettelijke belemmeringen voor het uitvoeren van zorgtaken door mantelzorgers en vrijwilligers. Het gaat om maatwerk: zorgorganisatie, cliënt, mantelzorger en/of vrijwilliger spreken samen persoonlijke grenzen, belastbaarheid en verwachtingen af.
In de ouderenzorg zijn mantelzorgers en vrijwilligers van onschatbare waarde. Zorgorganisaties kijken vaak naar wat mogelijk is met hulp van informele zorgverleners. Samen zorgen met mantelzorgers en vrijwilligers vergroot het welzijn en de zelfredzaamheid van ouderen. De naaste kent de cliënt het beste en weet bijvoorbeeld precies hoe deze benaderd wil worden of hoe zijn dagritme eruitziet. Voor de cliënt kan het daarom heel prettig zijn als een naaste een belangrijke rol speelt in de zorg en het welzijn van de cliënt. Bovendien: hoe meer een cliënt en de informele zorgverleners zelf doen, hoe zelfstandiger zij vaak hun leven kunnen vormgeven.
De huidige wet- en regelgeving staat de inzet van de informele zorgverleners niet in de weg. Dat blijkt uit ‘Grenzen verkennen anno 2024 (1)’. Deze notitie van het programma ‘Waardigheid en trots voor de toekomst’ laat zien met welke wetten en juridische aspecten zorgorganisaties rekening moeten houden. Ook het webdossier Inzet Personeel in de zorg (2) van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd ziet geen belemmeringen in de huidige wet- en regelgeving. Dit geldt voor de zorg thuis, in een zorginstelling en in het ziekenhuis.
Een mantelzorger mag dus risicovolle of voorbehouden handelingen uitvoeren. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het geven van injecties. Voorwaarde is wel dat de mantelzorger dit zorgvuldig en met instemming van de cliënt (of patiënt) doet. Bovendien moet de mantelzorger zich bekwaam voelen voor het uitvoeren van de handeling. Als dit het geval is, kijkt de zorgverlener mee of de handeling goed wordt uitgevoerd. Als de mantelzorger nog niet weet hoe hij de handeling moet uitvoeren, moet deze worden aangeleerd door een deskundige zorgverlener. Deze kijkt vervolgens net zo lang mee totdat de mantelzorger de handeling onder de knie heeft. De afspraken omtrent het uitvoeren van de handeling worden vastgelegd in het zorgdossier en regelmatig wordt door de zorgverlener met de mantelzorger besproken hoe het gaat.
Mantelzorgers zijn zelf verantwoordelijk voor de zorg aan hun naaste. Het kan gebeuren dat er iets misgaat. In zo’n geval zal de inspectie de mantelzorger hier niet op aanspreken. Dit gebeurt alleen als de mantelzorger met opzet fouten maakt. De zorgaanbieder is dus niet verantwoordelijk voor de zorg die de mantelzorger biedt. Dit is alleen het geval als de zorgverlener signaleert dat er iets misgaat en hier vervolgens niets mee doet.
SOFA-model: de 4 rollen van mantelzorgers
Een goede samenwerking tussen mantelzorgers en zorgmedewerkers is belangrijk. Het SOFA-model helpt om hier een goede invulling aan te geven. SOFA staat voor: Samenwerken, Ondersteunen, Faciliteren en Afstemmen. Het model beschrijft de vier rollen die een mantelzorger heeft en helpt zorgverleners om hier op de juiste manier mee om te gaan. Welke rol de overhand heeft, kan per situatie en per mantelzorger verschillen. Eén rol is altijd aanwezig en dat is die van de persoonlijke relatie: de mantelzorger is en blijft de partner, dochter of bijvoorbeeld kleinzoon van de hulpvrager. Vanuit die rol ontstaat ook vaak de mantelzorg.
Rol mantelzorger |
Activiteit zorgmedewerker |
Partner in zorg |
Samenwerken en zien wat de ander doet en dit waarderen Belangrijk m.b.t. het overdragen van zorgtaken: bied de mantelzorger informatie over de zorg of over het ziekteverloop. Leer de mantelzorger zorghandelingen aan, net zo lang tot de mantelzorger deze onder de knie heeft. |
Hulpvrager |
Ondersteunen en voorkomen overbelasting Belangrijk m.b.t. het overdragen van zorgtaken: vraag hoe het gaat met de mantelzorger. Maak ondersteuning vanuit de zorgorganisatie bespreekpaar. Bied de mantelzorger keuzevrijheid en houd rekening met diens belastbaarheid en persoonlijke grenzen. |
Persoonlijke relatie |
Faciliteren en rekening houden met de relatie Belangrijk m.b.t. het overdragen van zorgtaken: zorg ervoor dat de mantelzorger en diens naaste ook leuke dingen samen kunnen blijven doen. |
Expert |
Afstemmen en de ander zien als ervaringsdeskundige Belangrijk m.b.t. het overdragen van zorgtaken: leer als zorgverlener ook van de mantelzorger, bijvoorbeeld hoe deze de zorghandelingen op een goede, liefdevolle manier bij zijn naaste doet. |
Het SOFA-model en de 4 rollen van mantelzorgers
Vrijwilligers
Ook voor vrijwilligers zijn er geen wettelijke belemmeringen voor het uitvoeren van zorgtaken. Het is dus mogelijk dat vrijwilligers in opdracht van een bevoegde zorgverlener risicovolle en voorbehouden zorghandelingen uitvoeren. De zorgaanbieder moet bepalen welke handelingen door vrijwilligers uitgevoerd mogen worden. En moet ervoor zorgen dat de vrijwilligers hun taken op een kwalitatief goede manier uitvoeren. De vrijwilliger moet zich bekwaam voelen om de handelingen uit te voeren.
Anders dan bij mantelzorgers is de zorgaanbieder die vrijwilligers inzet, verantwoordelijk voor het handelen van de vrijwilligers bij het uitvoeren van zorgtaken.
In de praktijk zijn al inspirerende voorbeelden te zien van informele zorgverleners die samenwerken met zorgorganisaties. Zo werkt Mantelzorger Jan Perlee (3) op een gelijkwaardige manier samen met beroepskrachten om zijn vrouw in het verpleeghuis de beste zorg en ondersteuning te bieden.
Mantelzorger Cor (4) verzorgt zijn vrouw thuis met hulp van de thuiszorg.
Hoe kunnen zorgorganisaties het beste beginnen met het samenwerken met informele zorgverleners? Drie tips:
Leg heldere kaders vast in een visie op gelijkwaardig samenwerken met informele zorgverleners. Neem ook de tijd voor de bewustwording van medewerkers. Wees duidelijk waar medewerkers met vragen terechtkunnen.
Ga in gesprek met de cliënt en zijn netwerk. Wat wil een mantelzorger doen en waar liggen zijn grenzen? Wat heeft de mantelzorger van de zorgorganisatie nodig? Op wie kan hij terugvallen bij vragen of problemen? Bespreek ook de keuzevrijheid van de mantelzorger, bijvoorbeeld om een tijdelijke zorgpauze te nemen. Leg de afspraken vervolgens vast in het zorgdossier en evalueer deze regelmatig met cliënt en mantelzorger.
Zet veelgestelde vragen op de website van de zorgorganisatie. Dit vergroot de kennis over samenwerken met informele zorgverleners. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de notitie ‘Grenzen verkennen anno 2024’ (5) en het webdossier Inzet Personeel in de zorg (6).
https://www.waardigheidentrots.nl/themas/samenwerken-met-informele-zorg/kaders-informele-zorg
https://www.igj.nl/onderwerpen/inzet-personeel-in-de-zorg
https://www.waardigheidentrots.nl/tools/4-elementen-gelijkwaardig-samenwerken-informele-zorg
https://www.zorgvoorbeter.nl/actueel/uit-de-praktijk/mantelzorger-cor-over-verpleegtechnische-handelingen
https://www.waardigheidentrots.nl/themas/samenwerken-met-informele-zorg/kaders-informele-zorg
https://www.igj.nl/onderwerpen/inzet-personeel-in-de-zorg