De overheid vraagt op verschillende terreinen meer van mensen, onder andere op het gebied van mantelzorg. Maar waar gaat het bij mantelzorgtaken precies om, wie verleent deze zorg aan naasten en hoe kunnen we mantelzorgers het beste ondersteunen? Daarover spreekt de commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer op 28 september 2023. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) leverde vooraf input voor dit gesprek in de vorm van een position paper.
Uit SCP-onderzoek blijkt dat ongeveer één op de drie mensen van 16 jaar of ouder (5 miljoen Nederlanders!), hulp geven aan naasten die zorg en ondersteuning nodig hebben. De vraag naar mantelzorg neemt tot 2040 alleen maar verder toe, onder andere door de vergrijzing, maar ook omdat overheid de stijging van zorgkosten wil beperken. Tegelijkertijd krimpt het aantal mensen dat mantelzorg kan geven en zijn er steeds minder mensen om deze zorg mee te delen. Dat betekent dat mantelzorgers wellicht vaker dan nu intensief moeten helpen en dat werkenden en gepensioneerden vaker mantelzorg moeten gaan geven.
Deze toenemende druk op mantelzorgers heeft op meerdere gebieden effect op de samenleving. Zo kampen vooral mensen die intensief voor een naaste zorgen met overbelasting, hoge tijdsdruk, langdurig verzuim en ervaren zij een slechtere gezondheid. Intensieve mantelzorgers korten hun werkwerk vaker in dan niet mantelzorgers. Ook veel jongeren hebben te maken met ziekte en zorg. Eén op de vijf scholieren groeit op met een langdurig ziek gezinslid. Deze scholieren hebben vaker een slechtere fysieke en mentale gezondheid als leeftijdsgenoten zonder zorgsituatie. Studerende jonge mantelzorgers presteren tijdens hun studie minder en hebben een lager studietempo dan studenten die geen mantelzorg verlenen.
De aanbeveling van het SCP is dat de overheid zou moeten komen tot een meer integraal (mantelzorg-)beleid. Daarvoor zijn twee vraagstukken van belang: sociale ongelijkheid en solidariteit. Bij het eerste gaat het om een evenwichtige verdeling van werk en zorgtaken tussen mannen en vrouwen. Bij het tweede gaat het om de verantwoordelijkheidsverdeling tussen burgers en de overheid. Alleen met adequate ondersteuning kunnen burgers op een verantwoorde en duurzame wijze de zorg voor naasten combineren met bijvoorbeeld betaald werk of onderwijs. Een gebrek aan ondersteuning maakt dat het combineren van werk en zorg zwaarder wordt. Daardoor gaat het beleidsdoel ‘meer mantelzorg’ het beleidsdoel ‘meer werken’ in de weg zitten.